De looks van de Indian FTR zijn alvast goed, maar kun je er ook mee op reis als het moet? Tijd om dat aan den lijve te ondervinden tijdens een weekendje in de Ardennen. Het idee: een tocht langs oude tanks. De realiteit: een heel ander soort ‘tanktocht’, waarbij de afkorting FTR in mijn hoofd telkens een andere betekenis krijgt.
Fotografie: Jacco van de Kuilen
Zaterdagmorgen. We verzamelen onder een grote gele M bij Veenendaal. Terwijl de matzwarte Indian FTR cool staat te leunen op z’n zijstandaard, kan ik tot verbazing van mijn reisgenoten Jacco, Pieter, Marcel, Marco en Harm mijn bekertje koffie probleemloos op het midden van de Metzeler Sportec M9 RR-achterslof zetten. Dit demomodel met zo’n 5.800 kilometer op de teller is dus vooral enthousiast rechtuit gestuurd. Nou ja, de FTR gaat vele bochten zien dit weekend en ik neem me stellig voor om de band ronder te rijden.
Toerisme Duitsland: Sauerland, Hollandse Alpen
Hoewel Vielsalm in België de eindbestemming is, sturen we eerst richting Duitsland om ook een deel Eifel mee te pakken. Ik speel op de snelweg wat met de cruisecontrol. Toch mooi dat die erop zit, want naast dat het prettig is om zo af en toe je rechterarm te kunnen laten hangen is deze FTR met een vanaf prijs van € 16.590,- het instapmodel. Daarnaast is er de keuze uit de FTR Rally (v.a. € 17.790,-), de FTR S (v.a. € 19.890,-) FTR R Carbon (v.a. € 22.290,-) en de FTR Championship Edition (€ 22.090,-). Met dit soort prijzen staat FTR in mijn hoofd even voor For The Rich.
Genadeloze luchtstroom
Dit iets betaalbaardere lid van de ‘FTR-family’ heeft dus een aantal dingen niet, die zijn duurdere broeders wel hebben. Zo heb je geen tft-scherm, maar een ronde klok met snelheidsaanduiding met daarin een klein digitaal schermpje om door het menu te kunnen scrollen. Ik vind het ronde klokje niettemin prima passen bij het fraaie op Indians 750 Flat Track Racer gebaseerde uiterlijk. De oplettende lezer weer nu gelijk waar FTR echt voor staat.
Ook ontbreken rijmodi. Tsja, ik miste ze gedurende dit weekend niet (ook niet in de regen), want het blok is zeer goed te doseren. Van kalm aan tot krankzinnig. Vanaf de eerste keer op het gas ben ik onder de indruk. De strak lopende 1203cc-V-Twin met 123 pk en een vette 120 Nm aan koppel, geeft z’n power door aan de achterband via een vrij kort gegearde en strak schakelende zesbak. Resultaat: altijd en overal ruim voldoende trekkracht. En als je wilt een armoprekkende accelaratie. Heerlijk.
We rijden Duitsland in. Tijd voor het antwoord op de vraag: Hoe hard gaat-ie eigenlijk? Omdat de spiernaakte FTR precies nulpunten scoort in de afdeling windbescherming gaat dit gepaard met een genadeloze luchtstroom. Plat voorover zie ik de flink trillende naald van de analoge teller vlot oplopen naar de 200 om daar stil te vallen. Ze vonden 200 dus wel welletjes bij Indian Motorcycle. Nou ja, het is mijns inziens wel een gegarandeerde topsnelheid zo, of je nou bergop gaat of wind tegen hebt.
Mijn autobahn-enthousiasme heeft ook z’n weerslag op de voorraad peut in de tank. De echte tank zit overigens onder het zadel. Die vul je wel via de dop op de ‘tank’ die eigenlijk de cover van de luchtfilterbox is. Ik vertrok met de volle zes streepjes op de digitale benzinemeter, daarvan is er nog maar 1 over. M’n tripmeter staat dan op 142,2 kilometer. Tijd om te stoppen en wat te eten en te tanken. Ik krijg er 8,78 liter in, wat neerkomt op een verbruik van 1 op 16,15.
Harley-feestje
We gaan verder waarbij we in de zinderende hitte een zeer divers wegdek gepresenteerd krijgen. Ook ronduit belabberde boerenweggetjes met hobbels, gaten en scheuren. De FTR kan het aan, maar voelt zich het lekkerst op mooi asfalt. Na een uur rijden stoppen we even. In de schaduw van een boom moet Jacco nog wat dingetjes regelen met de accommodatie. Marco loopt met een worstje in z’n hand op me af en vraagt of hij me blij kan maken met een ‘knoflookpiemel’. Lachend bedank ik voor deze bijzonder aangeprezen traktatie. Na een laatste stop in Monschau rijden we in een ruk door naar Vielsam. Zweterig en plakkerig komen we begin van de avond aan bij de accommodatie en frissen ons op.
In de verte staat een feesttent. Op het pad er naartoe staat de ene na de andere dikke Harley geparkeerd. Wat blijkt: Indians Amerikaanse concullega geeft hier dit weekend een feest. Wanneer Jacco een bekende van de organisatie tegenkomt, krijgen we een polsbandje inclusief muntjes voor een hapje en drankje. Wat een mazzel. We genieten van een biertje, burger, sfeer en livemuziek. Na een tijdje verlaten we het H-D feestgedruis en vinden verderop een terrasje met parasols van Lupulus. ‘Lekker bier hoor’, zegt Harm. We bestellen er een paar en dan nog een paar.
Billenknijpen
De volgende ochtend wordt iedereen toch nog vrij fris wakker. Het weer doet gezellig mee en is ook een stuk frisser. We krijgen ideaal motorrijweer deze zondag. Het kwik stijgt naar een zeer aangename 22 graden. Eenmaal op weg blijkt de route langs oude tanks die we eigenlijk wilden rijden van geen kant meer te kloppen. Wat wel even heel hard klopt is mijn hart wanneer ik zit te pielen met het menu en daardoor te laat zie dat Jacco vrij onverwachts remt omdat z’n navigatie hem een niet (meer) bestaande weg op wil sturen. Geschrokken trek ik de remhendel in. De FTR remt vlekkeloos, hard en met veel gevoel, pfieuw! Er kan dus een vinkje achter de remmerij van Brembo.
Adrenalinerit op de Kawasaki Ninja H2 SX SE
Dat geld overigens ook voor het rijwielgedeelte. De FTR maakt de R van Racer wat mij betreft boven verwachting waar. De instelbare vering is in standaardsetting al goed voor elkaar. De zithouding in het fijne zadel is vrij rechtop maar actief en het brede stuur geeft veel controle. Daarbij zijn de stepjes zo gepositioneerd dat je behoorlijk plat kunt zonder akelig geschraap. Kort samengevat: je kunt sturen als een malle met dit ding.
Met dit heerlijke weer voel ik me op deze Indian dan ook de koning te rijk in dit prachtige bosrijke gebied met eindeloos veel bochten. FTR staat voor mij nu even voor Fantastic To Ride en de achterband knapt steeds meer op. We cancellen de tankroute en op de nieuw uitgestippelde route sta ik uiteraard weer als eerste te tanken. Ik lach er maar om. Toch lach ik een paar uur later als een boer met kiespijn wanneer ik onder me een dreigend stelletje lege streepjes zie knipperen en een knalrood tanklampje gaat branden. Wat niet helpt is dat de overigens prachtige route ons steeds verder via verlaten landweggetjes naar nergens brengt. Het gevolg: waar ik eerder elke kans aangreep om te knallen, rijd ik nu alsof ik deelneem aan een zuinigheidsrally. Na zo’n twintig minuten billenknijpen bereiken we een tankstation een stukje voorbij de Belgische grens met Luxemburg. Ik gooi de FTR – wat in mijn hoofd nu even staat voor Fuck This Range en Fuel Tank Redesign – maar weer zo vol mogelijk.
Mijn tankbeurt ziet eruit als het plaspatroon van een man met prostaatproblemen. Aan het eind telkens weer licht gefrustreerd er een klein plensje uitpersen. Ik krijg zo met veel gehannes welgeteld 10,72 liter in de om brandstof schreeuwende Indian. Pas later leer ik dat er dan nog 2,28 liter in moet hebben gezeten. Ja ja.
We rijden terug via Luxemburg. Daar snappen ze hoe je een knappe weg aanlegt. Echt genieten hier. De normaal vrij braaf klinkende pijpen produceren een heerlijk racy V-twin brul wanneer je het gas helemaal opentrekt. Opgelucht door een volle tank en bevangen door deze prachtige wegen kan ik het niet laten om de FTR even goed de sporen te geven wanneer we Vielsalm weer naderen. Met Jacco op een Kawasaki H2 SE in mijn kielzog laten we de rest even ver achter ons en genieten we met volle teugen van wat deze motorfietsen te bieden hebben. Wanneer we iets later voor een stoplicht stilstaan, klapt Jacco zijn helm open en zegt met een vette lach: ‘Mozesbriebel, wat was dat gaaf!’ Ik kan het zelf niet beter uitdrukken. FTR staat in mijn hoofd nu even voor Fun Time Racing.
Wit-paarse vingers
Maandagochtend. Slecht weer maar we beginnen nog goedgemutst aan een ontbijtje bij het station van Vielsam. Het is zo’n 11 graden wanneer we in de stromende regen vertrekken. We zijn er geen van allen op gekleed. Wat een prutsers. ‘Met een minuut of 10 zijn we er wel doorheen’, roept Harm geruststellend met een schuin oog op Buienradar. Ruim een uur later staan we doorweekt en met wit-paarse vingers bij een benzinepomp. FTR staat nu voor Fuck This Rain. Het zal je inmiddels niet verbazen dat ik moest tanken, maar eerlijk gezegd had ik die stop echt nodig en niet alleen ik. Marcel staat te klappertanden alsof-ie heel de ochtend in ijswater heeft gelegen en Pieters doorwaaijas, tsja, die laat ook alle regen doorwaaien. Pieter, Marcel en Jacco maken met behulp van het schaartje van m’n Zwitsers zakmes een geïmproviseerd thermovest van een vuilniszak. Nadat er minder vocht uit de lucht valt en we enigszins zijn opgewarmd door koffie en/of vuilniszakconstructies kunnen we weer verder.
Terwijl de rest nog een stuk omrijdt, ga ik huiswaarts. Verplichtingen enzo. Het weer knapt op. Boven Luik maken de regenwolken plaats voor een lekker zonnetje. Ik droog rap op. Na een laatste tankstop in Noord-Limburg jakker ik door. Thuis stap ik na uren rijden fris en fruitig af. Gemiddeld verbruik dit weekend: 1 op 18,5. Met een goede rugzak erbij een prima, maar vooral heel gave reisgenoot dus die FTR, die je veel plezier zal geven tussen menig onontkoombaar bezoek aan de pomp. Maar ach, kan jou het schelen met zo’n kanon onder je kont.