Indian mag dan vooral bekend zijn van choppers, cruisers en customs, maar met de Sport Chief en de FTR-serie zit er ook aardig wat sportiviteit in het gamma. Zo wonnen de Amerikanen in 2022 zelfs het Moto America Superhooligan Championship met zo’n FTR. Maar hoe definieer je ‘sportief’? Overtuigd van de FTR stuurde Indian ons met de Sport naar het Circuit Zandvoort.
Foto’s: www.leukopdefoto.nl
De Indian FTR bestaat in verschillende versies, die voor 2023 trouwens een modelupdate kregen. Van een standaardmachine tot een Rally, van een compleet uitgedoste ‘R Carbon’ tot een nieuwe Sport. Maar neem die Sport niet te letterlijk, want het gaat vooral om uiterlijke opsmuk aan de hand van een vliegenschermpje, bellypan, seatcover voor de duozit en een prachtige Ducati-esque kleurencombi van wit met rode wielen. Maar wat als we die Sport-naamgeving nu eens wél letterlijk nemen? Want hoe sportief is zo’n FTR nou? We trokken naar het Formule 1-circuit van Zandvoort en sloten nietsvermoedend aan bij een trackday van Motorcircuittraining.nl.
We dachten de vreemde eend in de bijt te zijn op de circuitdag, maar dat viel wel mee. Want naast de verplichte Fireblades, Ninja’s en Panigales, zagen we ook een S 1000 XR, MT-09, 390 Duke en een heleboel oud spul uit de jaren 90. Met andere woorden; een allegaartje van motoren en dus niet alleen superbikes. Meevaller.
Toertest Indian FTR 1200 in de Ardennen
Als een kogel door de kombocht
We starten de eerste van vier sessies in een van de tragere groepen, kwestie van wat gevoel met de machine te krijgen. Dat de FTR Sport geen circuitmotor is, mag overduidelijk zijn. Niet qua concept, niet qua design, niet qua zitpositie. Maar dat wil nog niet zeggen dat je er geen plezier mee kunt beleven op circuit. Dat wordt al vanaf de eerste ronde duidelijk. De FTR is gretig en voelt zich duidelijk goed in zijn vel op het Zandvoortse top-asfalt. Hoewel we een tiental jaar geleden hier al eens – met een race-auto – rondjes reden, is het toch even wennen na de Formule 1-aanpassingen van enige tijd terug. Niet dat ze de lay-out van het circuit veranderd hebben, maar de kombochten maken het extra speciaal. En door een kombocht op een motor is sowieso al extra opletten. We volgen dus braaf het wat trage tempo van onze groep en proberen deze eerste sessie vooral de rijlijnen goed op te nemen, zonder ons al te veel te concentreren op de Indian. Gelukkig is circuitkennis als schaatsen; je verleert het nooit. Hoewel de rijlijnen van toen met de auto anders zijn dan nu met de motor, hebben we toch ‘voldoende kennis’ om het de volgende sessie wat steviger aan te pakken.
Tempo maken
Sessie 2 begint in een duidelijk snellere groep, en dat is goed nieuws, want de Indian FTR heeft in de eerste sessie al laten voelen dat het tempo omhoog mag. Toch moeten we niet té enthousiast van start gaan, want het is een kille, bewolkte avond waarbij het net niet regent en er veel wind staat. Omstandigheden waarin je banden dus niet makkelijk opwarmen. De instructeur begrijpt dat ook goed en warmt rustig op, terwijl de snelheid stilaan de hoogte in gaat. De FTR heeft de minste moeite om het tempo te volgen. Niet qua remmen, want de Brembo’s doen uitstekend hun werk, ondanks een rijklaargewicht van 237 kg. Niet qua bochtensnelheid, ondanks een beperkte hellingshoek alvorens je met de voetsteunen over het asfalt schraapt. En zeker niet qua acceleratie, want de V-twin met 123 pk trekt als een malle. Hoewel je geneigd bent om op circuit steeds hoge toeren op te zoeken om alle laatste pk’s uit je motor te halen, kun je met de FTR een bocht gerust aanvallen in een versnelling hoger dan zou ‘moeten’. Hij voelt zo koppelrijk aan en klimt zo graag in toeren dat je qua schakelen amper kunt miskleunen. Bovendien schakelt de bak heel makkelijk en licht, in tegenstelling tot de zwaardere versnellingsbakken van andere Indians, waardoor de combinatie van linkerhand en -voetenwerk allesbehalve een straf is. Wel is het jammer dat de FTR Sport geen quickshifter heeft. Dat zou, vooral op circuit, nog een stuk plezieriger zijn.
Door de mand vallen?
Nog twee sessies te gaan en het vertrouwen in de FTR groeit per ronde. De oorsprong van de motorfiets ligt in het Flat Track Racen, vandaar de naamgeving, dus is het des te indrukwekkender dat deze setup ook werkt voor circuitrijden. Want los van de rechtuitprestaties is ook de stabiliteit en controle prima voor elkaar. Je zit natuurlijk met een wat zware en voor circuitgebruik te zachte veerafstelling, dat weet je, maar alsnog heb je niet het gevoel om op een onbestuurbaar projectiel te zitten. De FTR laat zich gewillig in de bocht leggen en blijft dan mooi op koers, zonder gekkigheid of instabiliteit. Ga je dan te vroeg op het gas, dan grijpt de tractiecontrole subtiel in om je fout op te lossen. Ook waren we verbaasd over het remmen als hij eenmaal op hellingshoek ligt. Dat doet de Indian namelijk met verve. Niet uitlopen naar de buitenkant, geen duikbewegingen, gewoon geconcentreerd op zoek naar de apex.
Ondertussen rijden we in een snellere groep, waarin zich onder andere een Yamaha MT-09 en BMW S 1000 RR bevinden. We beseffen heel goed dat het tempo volledig bepaald wordt door de persoon die op de motor zit. In dit geval twee mannen die al duidelijk meer op een circuit hebben gereden en goed weten wat ze doen. En de FTR? Die laat niet met zich sollen en volgt het tempo zonder enig probleem. Eerlijk? Zonder. Enig. Probleem. Sterker nog; we hadden de laatste sessie graag in een nog snellere groep gereden, maar helaas mocht er niet meer gewisseld worden. In dat geval zouden we bij de superbikes terechtkomen en konden we zien hoe de Indian zou reageren als hij helemaal op de limiet gereden wordt. Maar aan de andere kant vonden we dat ook niet zo erg, omdat hij dan misschien alleen maar door de mand zou vallen. Het is in essentie geen circuitmotor en je moet er dus ook geen wonderen van verwachten.
Conclusie circuittest Indian FTR Sport
De vraag die je na deze test moet stellen is duidelijk: kun je met een Indian FTR Sport plezier hebben op een trackday? Het antwoord is een even simpele als volmondige ‘ja’. De nieuwe FTR Sport ziet er niet alleen geweldig uit, al helemaal in het wit met rood, maar hij kan ook prima zijn mannetje staan op het circuit. Op het snelle Zandvoort waren we verbaasd over de nimmer aflatende acceleratie, de onuitputtelijke remmen en de verbazende stabiliteit. Een ronderecord zal je er niet mee vestigen, maar het ego van snelle motorcoureurs misschien wel. Om nog maar te zwijgen van de blik op hun gezicht als je ze voorbijsnelt. Of, en die is nog vele malen belangrijker, je eigen blik als je met een lach van oor tot oor van de motor stapt na iedere sessie.
Pluspunten Indian FTR Sport
- Looks
- motorblok
- originaliteit
Minpunten Indian FTR Sport
- Geen quickshifter
- zwaar
- prijzig