BMW heeft na het verdwijnen van Yamaha’s FJR1300 een monopoliepositie als toerfietsfabrikant. Hebben de Duitsers het mis dat ze als enige fabrikant halsstarrig vasthouden aan het concept toermodel? De BMW R 1250 RT beantwoordt de vraag.
Coronamaatregelen zijn broodnodig, maar doen soms ineens zeer. Toen Duitsland de inwoners van Noord- en Zuid-Holland half september als persona non grata verklaarde, viel een fantastisch plan in duigen. De introductie van BMW’s R18 vond rond die tijd in München plaats. Natuurlijk kun je bemondkapt het vliegtuig instappen, maar wat is er mooier – voordat de Groenen het afschaffen – dan een paar uur knallen over de Autobahn? Ik zag de droomtrip al helemaal voor me. Tot Duitsland ons code rood gaf en alles in het water viel.
Testlocatie | Niet de gewenste locatie… |
Omstandigheden | Bruine bladeren aan de boom, maar wel mooi |
Temperatuur | 18 – 23 graden |
Testkilometers | Slechts 600 |
Bijzonderheden | Je ontmoet niet elke dag een laatste Mohikaan |
Waarom rijden we hem?
In eerste instantie om vliegensvlug van en naar München te scheuren. Helaas gooide Corona roet in het eten. In tweede instantie dan maar om te achterhalen waarom de BMW zo’n grote supportersschare heeft.
Natuurlijk zou niet de volledige afstand ‘immer gerade aus’ gaan. Als je toch in de buurt bent, kun je het bochtenrijke wegennet rondom München niet links laten liggen. Daar draai je per uur meer bochten dan in Noord-Holland in een week. De motorfiets die ik zocht voor een retourtje München moest dus comfortabel en pijlsnel rechtdoor willen op de Autobahn, ook nog een lekker potje kunnen sturen op de provinciale kronkelwegen en wat bagage kunnen vervoeren. Drie keer raden waarop een motorrijder dan uitkomt: de BMW R 1250 RT.
Verwend door allroads
Helaas voor mij dus geen straffeloos 180+ Autobahnburnen, kilometers afraffelen en ook geen tureluurs draaien in het Zwarte Woud, maar saaie woon-werkkilometers. En zelfs die vallen in aantal flink tegen door het verplichte thuiswerken. Natuurlijk kun je heel wat over een motorfiets vertellen na zeshonderd kilometer, maar ik had zo graag een veelvoud op de teller gezet.
Ook motorrijders die niet dagelijks over Autobahnen kleunen en dat aftoppen met een lekker potje stuurwerk binnendoor kiezen in grote getalen voor een RT. Fanatieke doorrijders en beroepsmotorrijders bij politiekorpsen en Rijkswaterstaat schuiven in veel gevallen een BMW R 1250 RT onder hun kont. Het waarom laat zich direct voelen bij het plaats nemen. Je hoeft BMW niets te leren over een zalige zithouding. ‘Laat die kilometers maar komen’ is de eerste gedachte die zich aandient bij het proef zitten. Al had de afstand tussen zadel en voetsteunen voor mij nog iets groter mogen zijn. Of zijn we werkelijk zo verwend door alle allroads met hun heerlijk relaxte kniehoeken dat deze wens zich aandient?
Multitest: BMW F850GS, Honda Africa Twin, Suzuki V-Strom, Triumph Tiger 900
Dat het lichtbruine zadel iets bijzonders is, zie je al vanaf grote afstand. Het is een zogenaamde Option 719-buddyseat. De blauwe laklaag is eveneens gekozen uit de lange lijst met Option 719-spulletjes. Het fraaie metallic kleurtje zet je wel eventjes € 1.912,- achteruit. Omdat BMW zich niet inhield met het aankleden van de R 1250 RT is het eerder een showroom dan een motorfiets. Het gereden exemplaar heeft onder meer: eCall noodoproep, audiosysteem, Dynamic-pakket, Comfort-pakket, Touring-pakket, quickshifter en een elektronische sleutel.
Grote klasse van de BMW R 1250 RT
De contactsleutel vindt plaats in een van de twee afsluitbare bakjes naast het dashboard. De motor beschikt over centrale vergrendeling voor die bakjes en de zijkoffers. Een simpele druk op de knop zet alles op slot. Gemak dient de mens en luxe is net zo nauw verbonden aan een RT als een boxerblok aan BMW.
Die ‘boksende’ tweecilinder is er een van de laatste generatie en die heeft zoals bekend ShiftCam Technologie. Of om in onze moerstaal te blijven: variabele klepbediening. Je moet wel een hartsgrondige hekel hebben aan boxers om niet te kunnen genieten van dit blok. Onderin pakt het soepel, maar alert en krachtig op en dat krachtige houdt hij vast tot bovenin de toeren. De woon-werkrijder tokkelt probleemloos 30 km/u mee met het overige verkeer tot hij vrij baan krijgt. Dan volstaat een draai aan het gashendel om naar voren te knallen. Terugschakelen is voor de BMW R 1250 RT door de (optionele) quickshifter een fluitje van een cent, maar het hoeft niet. Het soepele blok trekt je er ook probleemloos in een hogere versnelling doorheen. Hou je het gas open dat zit je in mum van tijd aan de andere kant van de 200 km/u. Het blok lacht om die snelheden, blijft moeiteloos met pk’s rollen en het rijwielgedeelte schatert net zo hard mee. Snoeihard rechtdoor gaat in grote stabiliteit en rust.
Medeverantwoordelijk voor die rust is de stroomlijn. Meet je net als ik rond de 180 cm dan is deze ruit je vriend. In de laagste stand krijg je een verfrissende maar turbulentieloze windstroom in het gezicht. Schuif je de ruit elektrisch in een iets hogere positie dan zet-ie je – wederom turbulentieloos – perfect uit de wind. Grote klasse.
Marathonmotor: BMW R 1200 GS Adventure
Onbekend maakt onbemind
Om niet alleen maar brochureteksten te schrijven, stippen we ook wat nadelen aan. Bij een volgende update van de BMW R 1250 RT is een kleurrijk tft-dashboard een must. Het levert meer informatie die in een oogopslag afleesbaar is. Een toerrijder moet nu in het menu op zoek naar informatie die hij het liefst in één keer ziet.
Het aantal knoppen op de stuurhelften is zo langzamerhand ook aan de forse kant. Oké, ze zijn logisch gerangschikt, maar wel erg veel in aantal. Over de verkoopprijs van bijna dertig mille maak ik me druk, maar zo lang kopers dat niet doen, is het prijskaartje lastig als nadeel op te voeren.
Aan de hand is de BMW R 1250 RT een flinke kluif, maar rijdend is het plotseling een ogenschijnlijke lichte motorfiets. Dan voelen de 279 rijklare kilo’s als bij toverslag als ponden. Concurrenten heeft de BMW niet meer, maar voorheen versloeg hij zijn tegenstrevers sowieso op gewicht. Een Kawasaki GTR1400 weegt 304 kilo en een Honda Pan European zelfs 329. Het blijft een flinke kluif, maar met zulke concurrenten leer je als vanzelf relativeren.
Ga je aan de boemel dan geloof je zoals gezegd geen moer van de technische specificaties. Het lijkt onmogelijk dat een motorfiets van 279 kilo zo makkelijk de bocht induikt. Toch gebeurt dat telkens weer. Het rijgedrag is veel speelser dan verwacht op basis van het robuuste voorkomen. Ook bij dagelijkse ritten profiteer je van het stuurgemak. Zo lang je rekening houdt met de breedte van de motor flits je nog verdraaid makkelijk door files. Moet je toch in de remmen omdat een verveelde automobilist drukker is met zijn mobiel dan met zijn positie op de weg, dan kun je vertrouwen op de remmen van Hayes. Onbekend maakt in dit geval niet onbemind, want dit spul remt snoeihard met minimale inspanning.
Doordacht
Het blijft iets ontegenzeggelijk geinigs hebben om te scheuren met een BMW R 1250 RT. In het comfortabele zadel voelt de boxer als een toerfiets, maar je weet al snel beter. In het dashboard lees je een toerwaardige actieradius van meer dan vijfhonderd kilometer af. De benzinetank heeft niet voor niets een inhoud van 25 liter. Die vijfhonderd kilometer ga je overigens niet halen omdat de kolder altijd weer in de kop slaat. Het is te leuk om niet even flink aan het gas te hangen. Wat moet het wat dat betreft lekker zijn om motoragent te zijn. Onder het motto ‘de plicht roept’ schroeven zij hun RT regelmatig straffeloos open.
Bijna als vanzelf sneeuwen de toercapaciteiten onder bij de sportieve capaciteiten. Emotie komt makkelijker bovendrijven dan ratio. Toch staat het buiten kijf dat de RT een geweldige toerfiets is. Twee immense zijkoffers verstouwen heel wat bagage, het zadel biedt ruim plaats aan twee en zaken als cruisecontrol vereenvoudigen het leven van een toerrijder. Dat doet de – reactieloze – cardanaandrijving eveneens. Het gemak waarmee je een BMW op de middenbok plaatst, is altijd illustratief voor de doordachtheid van het hele ontwerp. Moeiteloos – alsof de R1250RT bijna niets meer weegt – zet je de motor op de bok. De positie, vorm en lengte van de jiffystand zijn met Duitse precisie uitgekristalliseerd. Dat doordachte typeert de hele RT.
Conclusie BMW R 1250 RT
Het liefst had ik hier geschreven dat de BMW R 1250 RT zich feilloos houdt bij topsnelheidfolteringen én bij uitdagende kronkeltrajecten. Helaas is dat door een Duits reisverbod niet uitgetest. ‘Komt een überluxe K1600GT ook niet in beeld voor zo’n retourtje München’ kun je je terecht afvragen. De zescilinder had het inderdaad perfect gedaan op de Autobahn, maar op het bochtige gedeelte wil je toch echt op de levendiger boxer zitten. Een RT heeft altijd al een onverwacht speelse kant gehad. Net als een ogenschijnlijk bedaagde Benidorm Bastard zet hij je zo maar op het verkeerde been. Deze toerfiets verdient wat mij betreft daarom de geuzenaam Bavarian Bastard. Je ziet op het eerste gezicht een serieuze motorfiets – van een serieuze fabrikant ook nog eens een keer – maar onder de dure laklaag schuilt een spelevogel. Eentje die – geholpen door het zalige Shiftcam-boxerblok – niet vies is van wat ouderwets ros- en knalwerk. Lachen man!
Tegelijkertijd biedt de BMW R 1250 RT alles wat de serieuze in prijzig Goretex-pak gestoken doorrijder wenst. Met de veiligheid zit het dankzij alle elektronische hulpmiddelen snor en voor het comfort geldt dat net zo. Wil je een Brave Beier dan is de R1250RT dat gewoon voor je. Wil je zijn andere kant zien, selecteer dan rijmodus Dynamic, trap de quickshifter twee keer naar beneden, jaag het toerental omhoog en waan je Georg Meier. Beantwoordt de R 1250 RT de vraag waarom alleen BMW nog een echte toerfiets produceert? Totaal niet. Het is juist verbijsterend dat andere fabrikanten geen heil zien in een motorfiets die comfort combineert met sportieve kwaliteiten. Kom op Japan, schotel ons ook wat Benidorm Bastards voor!
Pluspunten BMW R 1250 RT
Soepel blok, comfort, remmen, speels, voelt aan de rol licht aan
Minpunten BMW R 1250 RT
TFT-dashboard in 2021?, weegt 279 kilo, knoppen zitten op het randje van te veel