Ducati keert terug naar zijn roots. De Bolognezen produceerden in hun begindagen als motorfabrikant geweldige desmo-eénpitters. En met de Hypermotard 698 Mono keren ze terug naar de toekomst, als het ware. Naast een MX-avontuur met een nieuw desmo-eéncilinderblok, gooien ze ook een dikke supermoto op de markt. Maar daarbij haalden ze hun inspiratie elders dan uit dat verre verleden.
Vier jaar geleden stak iemand tijdens een technische meeting in Borgo Panigale de hand op en stelde voor om het blok van de Panigale 1299 te herleiden tot een eencilinder. En toch was ook dat idee niet nieuw, want in 1993 deed ingenieur Massimo Bordi hetzelfde met de toenmalige 888 superbike om de briljante Supermono te bouwen. Hij haalde de staande cilinder van het blok, liet de drijfstang zitten als balansas en de Supermono won zowat alles wat er te winnen viel in de Sound of Singles-klasse. Voor de Hypermotard gingen ze over iets meer nachten ijs, maar het resultaat mag er zijn: een 698cc-eencilinder die er in standaardtrim 77,5 pk uitperst en maximaal 10.250 toeren draait. Met de Termignoni race-uitlaat en open luchtfilter(kast) rolt er zelfs 85 pk uit. Dat klinkt nauwelijks nog gezond. Maar ingenieur Massimo ‘Flag’ Bandieri vertelt me dat er nog meer in zit: ‘De Panigale draaide 11.000 toeren. Dat had ook met de Mono gekund. Maar we vonden het vermogen welletjes. En we vertrouwen op de onderhoudsintervallen van 15.000 km en 30.000 om de kleppen te stellen.’ Zo dan!
Gewichtsbesparing
De kolossale zuiger met een doorsnede van 116 mm is iets stijver dan die van de Panigale, de kleplift iets minder door een ander nokkenasprofiel en er zitten twee balansassen in het vooronder die de waterpomp en twee oliepompen aandrijven. De koppeling is speciaal ontwikkeld om ‘sliden’ makkelijker te maken. Op zoek naar een zo laag mogelijk gewicht zijn alle motorcovers uit magnesium vervaardigd. En uiteraard is de zesbak korter gegeard, waarbij de RVE-versie standaard over een up/down-quickshifter beschikt. Het rijwielgedeelte heeft als basis een iel, stalen buizenframe met een erg korte wielbasis van 1.443 mm. Ook hier stond gewichtsbesparing hoog op de lijst van doelstellingen. Zo zitten er geen spaakwielen in omdat die te zwaar was en is er vooraan slechts één remschijf gemonteerd, maar dan wel een stevig 330mm-exemplaar van Brembo.
De Mono tikt af op een mooie 151 kilo minus benzine. Dus volgetankt tel je er een slordige 12 liter aan benzine bovenop. De voorvork komt van Marzocchi, de achterveer van Sachs met een ruime 215 mm veerweg vooraan en 245 mm achteraan. Dat zorgt voor de stevige zithoogte van 904 mm, waarbij een lager zadel en verlagingskit voor de veren op de optielijst staan. Het dashboard is een LCD-exemplaar, geen TFT dus, maar verder qua elektronica geen klagen. Er zit hellingshoekgevoelige ABS en -tractiecontrole op (beide instelbaar in vier standen), evenals motorremcontrole, wheeliecontrole, launchcontrole, vier rijmodi (Sport, Road, Urban en Wet) en zoals gezegd een quickshifter als standaard op de RVE.
Test 2024 Ducati DesertX Rally in Marokko: Rock the Casbah
Nat en koud
De Kartodromo Internacional Lucas Guerrero ligt er nat en koud bij. De stress loopt nog wat verder op doordat mijn bagage op de heenreis ergens in Genève is achtergebleven en ik een drietal Ducati-pakken moet proberen voor ik iets vind dat mij zo goed als past. We gaan de baan op met de standaard Mono in ‘Wet-modus’ en op de standaard Pirelli Diablo Rosso IV’s. Ik zit wel meteen goed op deze Hypermotard 698, iets wat ik van zijn grote tweecilinder-broer niet kan zeggen. Daarop heb ik nooit comfortabel kunnen zitten. Vanaf de eerste bochten voelt de Mono erg licht sturend aan, zonder dat het nerveus aanvoelt. Dat zorgt ervoor dat ik me meteen op het vrij linke circuit kan concentreren.
Het is wat zoeken naar de juiste versnelling hier en daar, waarbij de versnellingsbak zelfs met de gemonteerde quickshifter toch enige spierkracht vergt. Bij het uitkomen van elke haarspeld ga ik erg gedoseerd op het gas. Daarbij bokt het blok nooit, zelfs niet wanneer ik overduidelijk een versnelling te hoog rijd. Niettemin voel ik telkens het achterwiel een stapje opzij zetten, maar de tractiecontrole grijpt sneller in dan ik kan reageren. De voorrem grijpt erg direct aan, wat in deze omstandigheden niet ideaal is. Als op eieren maak ik de sessie af, maar trek meteen een belangrijke conclusie: de Hypermotard 698 Mono laat zich ook in dit onzekere tempo makkelijk rijden… tenminste als je wat went aan de voorrem.
Toetje
Het einde van de morgensessie gaat op aan het droogrijden van het circuit, waarbij het tempo omhoog gaat naarmate het vertrouwen in de Hypermotard en de geleverde grip stijgt. Daarbij kan je makkelijk tussen de natte plekken heen laveren, want het rijwielgedeelte stelt je in staat om van lijn te veranderen alsof het geen moeite kost, terwijl het blok een toonbeeld van voorspelbaarheid blijkt, zeker naar eencilindernormen. Alleen de voorrem blijft een beetje opletten in combinatie met de zacht afgeveerde voorvork. Elke aarzeling met de remhendel zet zich meteen door op het rijwielgedeelte. Niet dat de Pirelli’s in de problemen raken, maar we smeken ondertussen wel om een droog circuit. Die krijgen we na de lunch, met als toetje de RVE-versie mét Termignoni-uitlaat en een volle 85 pk. En vooraf warmgestookte slicks. En dat blijkt in meer dan één opzicht een wereld van verschil.
Multitest Ducati Hypermotard 950 SP vs. KTM 890 SMT vs. Yamaha Tracer 9 GT: alleskunners
Gebulder
Het begint al bij de startknop. Wat. Een. Gebulder. De rijmodus gaat ook resoluut op ‘Sport’ en verder ga ik af op de expertise van de aanwezige Ducati-testrijders wat betreft de afstelling van de elektronica. Ik ga ook resoluut voor de buitenboordstijl en in de derde bocht zet ik mijn geleende kneesliders al aan de grond. De Hypermotard stuurt in met de gretigheid van een jonge hond en reageert nu op elke streep gas als door een wesp gestoken. Het lijkt wel een andere motorfiets. Dat enthousiasme werkt aanstekelijk en ik maak meer dan eens een stuur- of remfout, maar de Hypermotard slikt het allemaal. En tegelijk laat hij merken toch meer van een vaste hand te houden. Het zacht afgeveerde rijwielgedeelte geeft het gewicht al te makkelijk door naar voor- of achterwiel telkens als je remt of gas geeft. Dat is goed als je weet waarmee je bezig bent, maar als je nog steeds wat zoekende bent naar rijlijnen en gewenning, treedt er toch enige instabiliteit op. Zeker met de gebruikte buitenboordstijl zou een strakker afgesteld rijwielgedeelte welkom zijn, maar daar hebben we geen tijd voor, omdat we onze Hypermotard telkens moeten delen in de volgende sessie.
Doseren
Maar laat die opmerking over het rijwielgedeelte niet als stevige kritiek klinken. Ik amuseer me te pletter. Aangevuurd door de immense klappen die uit het blok komen, ga ik steeds harder, met zelfs de eerste relatief aardige ‘slides.’ Ook hierin helpt de Hypermotard elektronisch, want je weet dat je nooit verder komt dan een hellingshoek van 45°. Niet dat ik zelfs maar in de buurt kom van zo’n hoek, maar de wetenschap dat het kan geeft wel vertrouwen. Bij dit tempo komt de voorrem ook steeds beter tot zijn recht, waarbij doseren bij loeihard remmen met een millimeter meer of minder remdruk ook voelbaar resultaat oplevert. En met dat soort lichter doseren reageert het rijwielgedeelte ook een stuk rustiger.
De hellingshoek bereikt intussen wel die 45° en meer wellicht, want ik rij intussen vrolijk de voetsteuntjes aan de grond. Wie zijn RVE met enige kunde over een circuit wil jagen, zorgt daarom maar beter ook voor extra budget voor nieuwe voetsteunen. Over dat budget gesproken: de Hypermotard 698 Mono moet standaard €14.500 kosten en de RVE €16.000. Dat is stevig geprijsd speelgoed, en een erg stevig geprijsde quickshifter-en-graphics voor de RVE. Maar het is geheid meer lachen dan het op de bank laten staan…
Conclusie test 2024 Ducati Hypermotard 698 Mono
De Ducati Hypermotard 698 Mono is een welkome nieuwe telg in het Ducati-gamma. Of dit het model is waarmee Ducati een nieuw, jong publiek zal aantrekken (er is ook een 35 kW-versie) weten we niet, laat staan of we het de ideale startermotor vinden. Maar het is in elk geval een geweldig ding die qua prijs en fun wel helemaal bovenaan het Ducati-gamma staat. Waarbij we ons niet kunnen inbeelden dat Ducati geen stoute plannen heeft met dit blok en we nu al dromen van een lichte sportmotor in een strakker rijwielgedeelte. Maar tot die tijd vermaken we ons wel uitstekend op de Hypermotard Mono.
Pluspunten 2024 Ducati Hypermotard 698 Mono
- Soepel blok
- Elektronica
- Fun, fun, fun
Minpunten 2024 Ducati Hypermotard 698 Mono
- Combinatie voorrem/voorvork
- Zithoogte
- Prijzig
Specificaties 2024 Ducati Hypermotard 698 Mono
MOTOR | |
---|---|
Type | vloeistofgekoelde monocilinder, DOHC |
Cilinderinhoud | 695 cc |
Boring x slag | 116 x 62,4 mm |
Kleppen/cilinder | 4 |
Compressieverh. | 13,1:1 |
Carburatie | elektronische injectie |
Koppeling | natte multiplaat, met anti-hop |
Transmissie | zesbak (met quickshifter) |
Eindoverbrenging | ketting |
PRESTATIES | |
Maximaal vermogen | 77,5 pk (57 kW) @ 9.750 tpm |
Maximaal koppel | 63 Nm @ 8.000 tpm |
ELEKTRONICA | |
Motor | tractiecontrole, ride-by-wire, rijmodi, wheely controle, motorrem controle, launch controle, (quickshifter) |
Rijwielgedeelte | hellingshoekgevoelige ABS, ledverlichting, IMU |
RIJWIELGEDEELTE | |
Frame | chroom-molybdeenstalen vakwerkframe met motor als dragend element en stuurdemper |
Vering voor | Marzocchi ø 45mm UPSD-vork, volledig instelbaar |
Vering achter | Sachs-monoshock, volledig instelbaar |
Veerweg v/a | 215/240 mm |
Rem voor | dubbele ø 330mm-remschijf met radiale vierzuiger remklauw |
Rem achter | enkele ø 245mm-remschijf met zwevende tweezuiger remklauw |
Banden v/a | 120/70-ZR21, 160/60-ZR17 (Pirelli Diablo Rosso IV) |
PRIJS | |
Nederland | v.a. € 14.500 (€ 16.000) |
België | v.a. € 12.790 (€ 13.790) |
ALGEMEEN | |
Wielbasis | 1.443 mm |
Balhoofdhoek | 26,1° |
Naloop | 108 mm |
Zithoogte | 904 mm |
Gewicht | 151 kg (rijklaar, zonder benzine) |
Tankinhoud | 12 liter |
Tekst: Pieter Ryckaert
Foto’s: Ducati