De XL750 Transalp heeft heel wat waar te maken bij zijn rentree. Niet alleen moet hij de mythische modelnaam zien hoog te houden, hij moet voor Honda ook nog een plek zien te veroveren in de plotseling grote, populaire markt van de middenklasse-adventures. Onmogelijke opdracht?
Fotografie: Zep Gori voor Honda
Testomstandigheden | regen en zon |
Temperatuur | 12-25° |
Testtraject | Bochten, kustweg |
Van de XL600V Transalp uit 1986 naar de XL750 Transalp van 2023: Honda’s middenklasse-alleskunner heeft 37 jaar de tijd gehad om tot een ultieme versie uit te groeien. Oké, hij is enige tijd uit roulatie geweest, maar dat maakt zijn comeback des te interessanter. Honda geeft zijn herrezen icoon meteen de ondertussen bekende twin mee die enkele maanden geleden zijn debuut maakte in de Hornet. Een geslaagde entree, want de nieuwe twin kreeg veel lof. In de Transalp betekent dit 92 pk, 75 Nm, een rijklaar gewicht van 208 kg gekoppeld aan een prijs van 12.599 euro. Vrij vertaald: de Transalp is sterk, licht en concurrerend geprijsd.
Nieuwe uitdaging
De uitdaging voor de Transalp – en voor Honda – was om ervoor te zorgen dat een blok dat het goed doet in de Hornet, ook kan overtuigen in een totaal ander type motorfiets. Dat is minder makkelijk dan het klinkt. Dus hertekenden de Japanners het frame, kreeg het elektronica-pakket er de Gravel-modus bij en ging er heel veel aandacht naar het comfort. Een tastbaar bewijs daarvan is het vrij breed getrapt zadel. Honda had er ook voor kunnen kiezen het recht te houden en smaller, wat ongetwijfeld meer in de smaak was gevallen bij offroad-fans. Alleen de naam Transalp was belangrijk, maar ook de stijl waarvoor de Transalp altijd heeft gestaan. Daarom staan comfort, gebruiksvriendelijkheid en veelzijdigheid hoog in het vaandel. Waarmee ook de focus van de nieuwe XL750 Transalp duidelijk is: dit is vooral een allroad voor op straat. En die constatering kan op bijval rekenen van menig motorrijder.
Test 2023 Suzuki V-Strom 800DE: ruige werker
Bewuste keuze
Die straatgedachte zie je ook terug in de ophanging, die een compromis is tussen sportiviteit en comfort. De ophanging is alleen qua veervoorspanning instelbaar. Dat is deels om de prijs laag te houden, maar we vermoeden dat het ook is om een onderscheid te houden met de Africa Twin. Met 0,44 pk per kg hebben beide motoren immers dezelfde pk/gewicht-verhouding en met z’n 92 pk zit de Transalp niet eens zover onder het piekvermogen van de Africa Twin. Stel je voor dat ook de Transalp een volledig instelbare ophanging zou hebben, dan zit je al snel in het vaarwater van de Africa Twin. Dus geen instelbare demping en evenmin DCT. Anderzijds zijn er wel vijf mappings met een nieuwe Gravel-modus die specifieke offroad-instellingen heeft voor ABS en tractiecontrole. Alles wordt bediend via een eenvoudig en intuïtief knoppensysteem op de linker stuurhelft. Hier overklast de Transalp de Africa Twin en we wensen dat dit eenvoudige en goedwerkende systeem ook zijn weg vindt naar de Africa Twin.
Tweeledig
Als je in Portugal test, reken je op goed weer. Maar de laatste jaren leren dat het er in maart vaak giet van de regen. Dus gingen de hemelsluizen open. Het eerste deel van de Transalp-test verliep in de gietende regen, af en toe gekruid met wat dichte mist en een stevige bries. Nu weet een breed inzetbare middenklasser zich in dergelijke omstandigheden niet alleen staande te houden, het is ook een mogelijkheid om te laten zien wat-ie kan. De natte en gladde bergwegen van de Algarve noopten tot enige voorzichtigheid. We probeerden de verschillende rij-modi uit en kozen op het natte wegdek toch voor…Sport en een versnelling hoger. In alle modi is het topvermogen 92 pk, maar de vermogensafgifte en de gasrespons varieert. Het blok is soepel genoeg om vanaf zo’n 2.500 tpm vlot op te pikken en je kunt bij het aanremmen van de bocht terugschakelen en meer gebruik maken van de motorrem. Dat zorgt voor minder duiken vooraan en een stabieler en rustiger stuurgedrag. Dat werkt in de regen minstens zo goed als een Rain-modus. Bovendien zijn het ABS en de tractiecontrole er ook nog. En zo reden we ondanks het hondenweer in volle vaart over de Portugese heuvels en stelden vast dat alles als vanzelf ging. Met het gebruiksgemak van de Transalp zit het meer dan goed, maar dat is ook een van de punten waarop de Honda zich wil onderscheiden. Dat we een uurtje later in totaal andere omstandigheden zouden testen, konden we toen niet bevroeden.
Na regen…
Na de lunch begon de zon volop te schijnen. De wegen droogden sneller op dan de Oekraïnse staatskas en dus konden we ons gaan concentreren op de sportieve kwaliteiten van de Transalp. Die van het blok kenden we al van de test met de Hornet. Het is de verdienste van Honda dat ze met een gewijzigd frame, 18/21inch-wielen en lange veerwegen toch het sportieve aspect van het blok wisten te behouden. Het pittige kantje van de twin werd uitstekend gecontroleerd door de dubbele 310-mm schrijfrem voor. Axiaal gemonteerde tweezuigerremklauwen, redelijk basic dus, maar ze werken perfect, krachtig en goed te doseren. Ook de ophanging presteerde goed, maar als je als een idioot aan het gas gaat hangen en door kuilen raast, voel je wel dat vooral de achterschokbreker meer demping nodig heeft. Een hardere instelling van de veervoorspanning verandert daar niks aan. Je mag er wel van uitgaan dat je met een passagier en/of koffers de veervoorspanning wat zult moeten verhogen. Dan was een draaiknop handiger geweest dan de haaksleutel die je onder het zadel aantreft.
Compromissen combineren
De Transalp is dus geen compromisloze motorfiets, eerder eentje die compromissen weet te plooien tot pluspunten. Neem het windscherm. Niet instelbaar, maar het beschermt je goed tegen regen en wind. En dat is vaak toch het doel van zo’n scherm. Anderzijds is het toch laag genoeg om op een gravelweg rechtop te gaan staan en voorover te leunen zonder dat de ruit je in de weg zit. Dat de windbescherming goed is, komt ook omdat je beetje ‘in’ de motor zit. Iets lager dus en dat betekent meteen ook dat je makkelijk met beide voeten op de grond kunt gaan staan als je langer bent dan 1m65. Je kunt dan denken dat een langer persoon dan of met de knieën in een scherpe hoek zit, of dat er nauwelijks grondspeling is. Geen van beide is waar. Honda brengt met de geometrie van de Transalp een mooi staaltje vakwerk.
Test 2023 Triumph Street Triple R & RS: heilige drievuldigheid
Verwachtingen ingelost
De Transalp doet dus wat van hem verwacht wordt. Hij is veelzijdig, gemakkelijk in gebruik en verrassend fel. Bovendien heeft de XL750 Trsnsalp die veelzijdigheid een stuk breder uitgesmeerd. Hij kan nóg meer op de weg, het kost nog minder moeite om er mee te sturen en de uitrusting is rijkelijker dan ooit. We zouden graag nog vermelden dat de Transalp ook op onverhard sterk voor de dag komt, maar helaas werd het offroad-deel van de testroute geschrapt. Modder droogt nu eenmaal minder snel op dan asfalt en met de Metzeler Karoo Street-banden was het geen goed idee om die bergweg in te slaan. Maar de Transalp kan eerdaags zijn kans wagen in de onze zoektocht naar de beste TET motor.
Conclusie test 2023 Honda XL750 Transalp
We hadden eerlijk gezegd onze twijfels bij de Transalp. Vooral omdat de verwachtingen erg hoog gespannen waren. De kenmerken die bij zo’n mythische naam horen, koppelen aan de verwachtingen anno 2023… het is niet vanzelfsprekend. Maar Honda is daarin wel geslaagd en ze zijn zelfs nog wat verdergegaan. Dit is geen evolutie van de Transalp die enkele jaren geleden uit het gamma werd gehaald, maar een totaal nieuw concept dat sterker, gemakkelijker en veelzijdiger is dan ooit. Een Transalp 2.0 als het ware. Missie geslaagd!
Pluspunten 2023 Honda XL750 Transalp
- Prijs
- Sterk en lineair blok
- Gebruiksgemak
- Wendbaarheid
- Zithouding en windbescherming
- Goedkope optionele quickshifter
Minpunten 2023 Honda XL750 Transalp
- Achterschokbreker niet met draaiknop in te stellen
Optiepakketten
Wie andere accenten wil leggen, kan kiezen uit maar liefst vijf optiepakketten. Je kunt kiezen tussen Urban, Adventure, Rally, Touring en Comfort. Alle onderdelen uit deze pakketten kun je ook afzonderlijk kopen. Als we één item zouden kiezen, dan is het de quickshifter. Die kost 290 euro en werkt perfect. En als we één deel zouden weglaten, zijn het de bovenste valbeugels. Ze ogen te rechtlijnig en doen meer dan nodig afbreuk aan de styling van de voorzijde. Of is dat een kwestie van smaak?
Bekijk hier de videotest van de 2023 Honda XL750 Transalp.