Een bizarre circuitpresentatie was het vorige week in Italië. PR-manage Giulio opende immers met de woorden ‘Welkom iedereen, maar jullie zijn allemaal te laat om de 2022 Ducati Streetfighter V4 SP te testen’. Pardon? Enkele tellen later wisten we dat we niet zozeer dienden te berichten of de SP de hooggespannen verwachtingen waar maakt – want het ding is intussen hopeloos uitverkocht. ‘Zie het als een soort viering van onze motor, geniet ervan. Maar eh, wees voorzichtig, dit zijn de laatste twee onverkochte stuks, de derde is een preproductiemodel.’ Onverkocht, als in: nog steeds op z’n minst 37.490 euro per stuk. Slik.
Fotografie: Alex Photo
Tja, die SP. ‘t Doet iets met een mens. Die twee letters – kort voor Sport Production – doen mij vooral denken aan de prefixen op de gouden plaatjes in ons dorp: Dr. Delanoye bij de huisarts, of Ir. Huppeldepup bij de ingenieur-architect om de hoek. Stuk voor stuk mensen met flink wat aanzien in onze negorij. Als je in Borgo Panigale met een dergelijk brandmerk van de band rolt, valt je een gelijkwaardige eer te beurt. Niet geheel onterecht.
Testlocatie | Circuit van Cremona, tussen Parma en Milaan in Italië |
Testomstandigheden | Verschroeiend heet, blakende zon |
Temperatuur | 29 graden en meer |
Testkilometers | Vijf sessies van 20 minuten, ‘t ging te snel om de rondjes te tellen |
Bijzonderheden | De overtreffende trap van Ducati’s Streetfighter V4, de S, moet zelf nederig het hoofd buigen voor de waanzinnig uitgedoste Streetfighter V4 SP. |
Waarom rijden we de 2022 Ducati Streetfighter V4 SP?
Omdat we gek zouden zijn om deze uitnodiging af te slaan. Negen man, wereldwijd, krijgt de kans om deze hyperexclusieve bolide tot op z’n limiet te testen. Waaronder ondergetekende.
Genummerd
Want als de in 2020 gepresenteerde Streetfighter V4 al beslist geen pannenkoek was, met de Desmosedici Stradale V4 in het vooronder die er maar liefst 208 pk en 123 Nm uitbraakt, dan is de S al diens overtreffende trap. De S kreeg er nog eens 2 kg rijklaargewicht af, kreeg Brembo Monobloc Stylema M4.30’s aangemeten, Marchesini alu-wielen, een elektronicapakket om ‘u’ tegen te zeggen en een volledige Öhlins (NIX30 + TT36) ophanging met semi-actieve sturing. Goed voor een prijskaartje van 28.690 euro.
Test 2022 Ducati Panigale V4 S
Voeg je echter nog een ‘P’ toe aan dat recept, dan krijg je exact hetzelfde blok en identieke elektronica. Maar ook de ‘Winter Test’-kleurstelling (zwart, met rode details en een geborstelde alu-tank), een STM-EVO SBK droge koppeling (enkel voor circuitgebruik), Brembo Stylema R’s met geventileerde zuigers en een Brembo MCS 19.21 rempomp, in carbon uitgevoerde wielen, voorspatbord en winglets, een lithium-ion accu, verstelbare alu-voetsteunen, identieke Öhlins veercomponenten als die op de Panigale V4 (MY21) én een in het stuur gegraveerd serienummer. Geen gelimiteerde, enkel een genummerde versie. Munt slaan uit een vlot verkopende exclusieve editie – je hoeft het de dames en heren uit Bologna niet te leren. Tellen we bovenstaand lijstje even voor je op, dan valt een gewichtsbesparing van liefst 5 kg te noteren ten opzichte van de V4 en 3 kg ten opzichte van de V4 S. Maar ook je portefeuille wordt respectievelijk 13.000 en 8.800 euro lichter.
Opwarmen op de S
Aftrappen doen we op een V4S, kwestie van gewenning aan het circuit, maar ook even acclimatiseren met die knoert van een V4 onder de bips, kan geen kwaad… De zes testmachines (drie V4S’en, drie V4SP’s) staan netjes opgebokt in de pitbox, met bandenwarmers om het kakelverse Pirelli-rubber. De standaard Diablo Rosso Corsa 2’s zijn voor de gelegenheid ingeruild voor SC-1 slicks, en – kwestie van het zekere voor het onzekere nemen – wordt de eerste laag er even afgefietst door niemand minder dan Alessandro Valia. Ex-Superbike-racer en vaste testrijder van Ducati, dus komen de rubbers al snel volledig op temperatuur. Nog voor ik m’n tengere lijf in het zadel hijs, bekruipt me een zeldzaam gevoel van nervositeit. Tussen de tronies die me van achter hun vizier aanstaren, zijn amper namen die niet op z’n minst enkele strepen hebben verdiend in de racerij: van deelnemers aan de TT Isle of Man, Duitse Supersport-racers en een Spaanse Endurance-kampioen tot de Ex-MotoGP-racer uit Oostenrijk, Martin Bauer. Mijn race-ervaring is beperkt tot twee deelnames aan de No Budget Cup. Eh, ja. Heel even voel ik me een aardappelboer op een rijstakker. Maar veel tijd om daarover na te denken is er niet: de crew wenkt, de Streetfighter V4S staat luid roffelend in de pitlane en mijn handen jeuken. Avanti!
Circuit Cremona
Ergens tussen de mode- en hamstad in, ligt het wonderlijke circuit van Cremona verborgen. Niet enkel de favoriete omloop van de locals, ook Ducati is fan van de recent hertekende omloop: de laatste generatie Panigale V4 werd hier ontwikkeld en gefinetuned. Dat hoeft geen wonder te heten, want over 3,7 km liggen zeven linker- en zes rechterbochten verspreid – met lichte hoogteverschillen, veel technische stukken, een blinde insteek, enkele haarspelden en een kleine chicane. Maar ook een lang recht stuk van bijna een kilometer. Ideaal om de Streetfighter SP even uit te persen tot we bij 280 km/u flink in de remmen moeten om niet op het kerkhof te belanden. Dat mag je letterlijk nemen, aangezien het kerkhof van Ca’ de’ Soresini amper 50 meter verderop ligt. Een welgemikte highsider weg van de – eh – finish.
2022 Ducati Streetfighter V4 SP ultieme straatmotor
Vertrekken doen we in Sport-modus – de middelste van de drie rijmodi (Road laten we voor deze circuittest even achterwege). Daarbij is de gasrespons erg vloeiend opgebouwd, met een iets vroeger binnenkomend koppel. Voorts bouwt de V4 z’n vermogen gewoon prachtig lineair op, zonder daarbij ooit het gevoel te krijgen dat je de boel niet meer onder controle hebt. Het klinkt haast ongeloofwaardig, maar de 208 pk voelt warempel te temmen aan. De quickshifter laat zich bij elke acceleratie van z’n beste kant zien, met erg vlugge en soepele overgangen tussen de versnellingen. We vatten de eerste sectie van het circuit – met een pak korte rechte stukjes en vijf van de dertien bochten – wat lager in de toeren aan, daarna duiken we nog zelden onder de 10.000 omwentelingen. Tussen 7.000 en 9.500 toeren zit immers al een flink wat pit verscholen, maar dit blok is zo krachtig dat het loeihard én quasi-lineair doorloopt tot het bij 14.500 omwentelingen in de begrenzer draait. Haast ongemerkt spurt de SF V4 in z’n twee richting 175 km/u, waarna we in enkele seconden door de versnellingen heen zijn, en bij 13.000 toeren in zesde – en een potige 270 km/u – hard in de ankers moeten.
Dubbeltest: Aprilia Tuono 660 vs. Yamaha MT-07
De Öhlins-ophanging is daarbij door de aanwezige mechaniciens een stuk sportiever gedraaid dan standaard – Ducati ziet de V4S zelf als de ultieme straatmotor, die bij gelegenheid perfect als circuitwapen kan dienen. En dat is te merken. Want hoewel we over comfort allerminst te klagen hebben op deze machine, is de vering en demping perfect toegesneden op het snellere werk. Het remhendel laat zich met veel gevoel bedienen, de remkracht is overdonderend – ook als we ‘m net helemaal hebben uitgeperst over de rechte lijn op Cremona. quickshiftend van 6 naar 2, twee gespierde vingers die de voorremhendel net niet tegen het stuur trekken en een achterhand die gecontroleerd richting de volgende linker stuitert. De V4S laat zich erg gewillig op hellingshoek brengen, de SC-1’s bijten in het asfalt en de acceleratie bij de minste draai aan het gas stuwt ons richting de trage chicane voor de pitlane. Heerlijk hoe makkelijk deze knaap zich laat sturen – en onwaarschijnlijk hoe mak de Streetfighter zich laat mennen, ondanks de bakken koppel en vermogen. Stond het streetfighterstuurtje iets lager gemonteerd, dan schuurden we in quasi elke bocht op deze omloop met de elleboog over het asfalt. Zó makkelijk en vol vertrouwen laat de SF zich dirigeren – ook door minder ervaren piloten als ondergetekende.
Bochten kleven
Groot is dan ook de verrassing wanneer we overstappen op de 2022 Ducati Streetfighter V4 SP-versie. Niet enkel staan de voetsteunen nog een stukje hoger gemonteerd – waardoor je warempel een superbike-gevoel krijgt bij de eerste meters – ook de open, droge koppeling overklast de uitlaatnoot qua geluid. Héérlijk, dat geratel. En wat een pareltje is deze machine uiterlijk geworden, m’n z’n copieuze hoeveelheid carbon, de knappe kleurstelling en de reeks kwaliteitscomponenten aan boord. Het identieke blok en elektronica ten opzichte van de V4S zijn vanaf de eerste meters een geruststelling, het prijskaartje en het feit dat deze machines eigenlijk al besproken zijn, wekt minder vertrouwen. Gelukkig toont de nog strakker afgeveerde (stijvere veren, aangepaste kleppen en hydraulica in de vorkpoten) SP zich een uitmuntende danspartner op het circuit. De ophanging is daarbij één factor, maar de carbon wielen zijn de absolute troef op deze machine: ongelofelijk wat voor verschil de – eigenlijk ‘amper’ 1,4 kg – lichtere velgen maken. Waar ik op de V4S een late insteek verkoos om ‘m op z’n hardst door de bocht te loodsen, kan je op de SP erg dicht bij de curbs insteken en er tegenaan blijven kleven tot de apex, om vervolgens even snel opnieuw op hett gas te kunnen. Je rond de bochten zoveel strakker, absurd hoe groot het verschil is ten opzichte van een op zich ook al uitstekende stuurfiets als de V4S. Ook de manier waarop de SP accelereert voelt niet enkel sneller aan – het ís ook sneller – we ronden Cremona tot twee seconden sneller, volgens de laptimer. Minder draaiende massa om in beweging te brengen, resulteert sowieso in een kwiekere rotatie, en dus een snellere acceleratie. Die verlaagde inertie verklaart ook bovenstaand stuurgemak, uiteraard. De Brembo MCS-rempomp zorgt daarbij voor een nog veel fijner gevoel aan de voorzijde, de Race-modus is warempel nog een stuk vloeiender in het middengebied (waar we net een piekerigere vermogensafgifte hadden verwacht), waardoor je elke bocht aanvalt alsof er een trofee te verdienen valt. Steeds later remmen, met steeds meer lef ‘kappen’ in de kortere bochten en nog eerder op het gas om de Streetfighter tot een voorzichtige drift te verleiden, en ‘m vervolgens in geen tijd richting begrenzer te jagen. Wat een machine. Racen op een naked voelde zelden zo aan als rondetijden klokken op een superbike. Hulde.
Conclusie 2022 Ducati Streetfighter V4 SP
Zelden een motor bereden met zoveel vermogen en koppel, die zo vertrouwenwekkend aanvoelde vanaf de derde bocht, als de Streetfighter – zowel in V4S- als V4SP-versie. Geweldige remmen, fenomenaal stuurgedrag, een soundtrack waar m’n broek niet droog door blijft en een blok dat werkelijk elke verwachting overtreft. Tja, dan heb je een uitstekende machine gebouwd. Welke we zouden kiezen van deze tweeling? Van de snellere acceleratie, tot het nog veel wendbaardere aanvoelende stuurgedrag, tot de opgevoerde bochtensnelheid… Hadden we het geluk er nog eentje te vinden, dan gingen we zonder de minste twijfel voor de SP-versie. Ook al moeten we daar de eerstkomende tien jaar voor afbetalen…
Pluspunten 2022 Ducati Streetfighter V4 SP
- Sturen als een malle
- Onvermoeibaar, krachtig blok
Minpunten 2022 Ducati Streetfighter V4 SP
- Alleen voor het circuit
- Prijskaartje
- Voorlopig uitverkocht(?)