vrijdag 22 november 2024

Test 2022 Benelli Leoncino 800 en Leoncino 800 Trail

Test 2022 Benelli Leoncino 800. Op EICMA kondigde Benelli al de komst aan van een erg knap ogende, twee-eiige tweeling: de Leoncino 800 en Leoncino 800 Trail. Een duo grote broers voor de Leoncino 500’s, op de doorontwikkelde basis van de 752 S. Wij trokken naar thuisdorp Pesaro voor een testrit in het – eh – hol van de Leeuwen.

TestlocatieVan Pesaro tot Tavullia, Italië
TestomstandighedenKurkdroog en bloedheet.
TemperatuurBijna 30 graden.
Testkilometers100 kilometer op de Leoncino 800, 130 op z’n Trail-broertje.
BijzonderhedenHet grootste blok dat Benelli sinds de overname door QJ bouwde, in een spannend ogende tweeling.

Fotografie: Benelli

Voor wie ‘m niet zou kennen: de Leoncino is beslist geen nieuwigheid in de line-up van Benelli. De in 2018 gelanceerde Leoncino 500 ligt misschien het verst in het geheugen, maar al in 1951 brulde de Leeuw voor het eerst. Aanvankelijk was dat overigens een toontje hoger: de eerste Leoncino was een 125cc-tweetakt, waarvan we vooral onthouden dat hij in 1953 de eerste Motogiro van Italië won met Bolognees Leopoldo Tartarini aan het stuur. Later zou de Leoncino nog in ettelijke viertaktvarianten op de markt komen, om uiteindelijk de best verkochte Benelli ooit te worden. Anno 2022 is Leo volwassen, met een herzien en mooi zichtbaar, stalen vakwerkframe, een dikke 50mm-USD-vork, de kenmerkende boog in zowel koplamp als de opvallende tank én – uiteraard – het leeuwtje op het voorspatbord.

Vijf volgers testen de veelzijdige Kawasaki Versys 650

Beide machines delen – net zoals de halveliters – ook een krachtbron: de 754cc-grote, vloeistofgekoelde paralleltwin die we nog kennen uit de 752S, zij het met flink wat aanpassingen. Ondanks de Euro5-keuring presteert de tweecilinder 76,2 pk (bij 8.500 tpm) en 67 Nm bij 6.500 omwentelingen. De dubbele bovenliggende nokkenas stuurt vier kleppen per cilinder aan, waarbij de verbrandingskamers gevuld worden door twee 43mm-gasklephuizen. Aan het blok zijn ook een anti-slipkoppeling en een zesbak gekoppeld. Al is er ook een verschil – voornamelijk qua uitlaatlijn – die zo z’n invloed heeft op het motorgedrag. Daarover later meer.

Intervalspurtjes

Aan de rol dan maar. We vertrekken op dag één met de standaardversie van de Leoncino 800. Die is iets lager dan de 800 Trail, heeft een bescheidener nacelle, twee 17inch-wielen met Pirelli MT-60 RS’en eromheen én een lage roadster-uitlaatdemper. Licht vooruit gericht in het erg knap gestikte en comfortabele zadel geduwd, merk je dat de voetsteunen in een loodlijn en onder je bips gemonteerd staan waardoor je knieën in een rechte hoek gedwongen worden. Een goed vol te houden, lichtjes agressieve positie, die uitnodigt tot het betere bochtjesverslinden. En dat lijkt de voorrijder ook van plan: die draait, amper buiten de stadsgrenzen, de kraan open en stopt daar pas mee als het eerste fotopunt in zicht komt. Een langgerekte intervalspurt van bocht naar bocht, waarbij de rubbers in no-time door hun warm-up gedwongen worden. Afgezien van een weinig verfijnde gasrespons onderin – met een flinke dosis aan/uit en een licht vertraagde reactie op het gas – is de Leoncino een pareltje om hard mee door te jassen. Van de potige pot koppel onderin, over een steil oplopende vermogenscurve nadien: dit is heerlijk gassen! De aanvankelijk zachte bite van de remmen zou je bij dergelijke snelheden doen twijfelen, maar da’s nergens voor nodig: de radiale vierzuigers van Benelli-makelij wisten me met gemak te overtuigen van hun kunnen.

Een bedenking bij het tempo hebben we ook wel, want dat legt meteen een pijnpunt bloot. Op snelheid loopt de vering en demping immers al snel tegen de respectievelijke limieten aan – en zet het bijgevolg op een deinen. Middels wat geschroef achteraan (veervoorspanning helemaal dicht en uitgaande demping bijgesteld) bleef een voldoende comfortabel en speels karakter overeind. Maar niet van het kaliber waarmee je strakke rondjes op Assen neerzet. Maar da’s natuurlijk ook niet de insteek van dit soort motor. Laat ons vooral het speelse element onthouden.

2022 Benelli Leoncino 800: premium

Ondanks de uit de kluiten gewassen katalysator onder het blok, is het geluid uit de korte demper echt een streling voor het oor. Een ruwe, volle brul, die sinds Euro5 niet vanzelfsprekend is. Maar da’s niet het enige positieve punt: ook het TFT-scherm (met knappe animatie en logische bediening), de zithouding, de algemene afwerking en de looks verdienen wat mij betreft een open doekje. Onwaarschijnlijk welke stappen Benelli onder impuls van QJ de afgelopen jaren heeft gezet. Wie zich nog de slordige lasnaden, de loshangende kabeltjes en goedkoop ogende knoppenwinkel van de eerste generatie TRK 502’s herinnert, zal grote ogen opzetten als hij of zij de Leoncino 800 van dichtbij monstert. Ik wik en weeg m’n woorden, maar een premium-gevoel is niet veraf. Niet verkeerd voor een vanafprijs van 9.599 euro.

De krachtbron mag dan (flink gewijzigd en met Euro5-stempel) overgenomen zijn van de 752S, het geheel voelt zo goed uitgebalanceerd dat we een dikke grijns niet kunnen onderdrukken. Het blok is me bijgebleven als een erg potente, trefzeker en soepel schakelende unit. Ondanks de ‘amper’ 76 pk en 67 Nm aan boord is het blok best krachtig onderin en vertoont het vervolgens een quasi lineaire opbouw. Vanaf 4.500 tpm zet het blok het op een brullen, duwt het flink in de rug en schakelt het vanaf 6.500 toeren een versnelling hoger tot voorbij de 8.500 tpm. Lekker krachtig en spannend over de hele lijn, daar kunnen veel concurrenten een puntje aan zuigen. In de buurt van de rode zone seint het blok wel wat vibraties richting stuur en voetsteuntjes, maar die storen amper. Ook het beeld in de spiegels is steeds goed bruikbaar.

Test 2022 Yamaha Ténéré 700 World Raid: wereldfiets

Strade Bianche

Daags nadien mogen we met de Trail-versie aan de rol. Een motor die al van bij een eerste rondje bandentrappen laat zien dat hij uit een heel ander vaatje tapt. Zo springt meteen de verhoogde nacelle – het vliegenschermpje, zo je wil – in het oog, en de 19/17inch wielencombinatie, met Pirelli Rally’s eromheen gesjord, terwijl het gewicht oploopt met 12 extra rijklaarkilo’s. Maar hét element dat deze trail nog het meest van z’n straatgerichte broertje onderscheidt, is de waanzinnig knappe, hoog gemonteerde dubbelloops uitlaatlijn. Met een al even indrukwekkende portie gedonder voorhanden. Ook de veerwegen zijn een tikkeltje langer dan op de straatversie: die zwellen zowel voor- als achteraan aan tot 140 mm. Nog steeds geen stelten waar je zomaar mee door de woestijn gaat banjeren, maar een strookje onverhard lust-ie wel.

Opvallend is evenwel het verschil in gevoel tussen beide machines. Het verzamelde testpanel is amper enkele stratenblokken ver, of de eerste blikken worden uitgewisseld. ‘Dit is toch een heel andere motor?’ vraagt een collega me. Ik kan niet anders dan driftig knikkend bevestigen. De Trail is namelijk opmerkelijk soepeler op het gas, komt een pak meer lineair voor de dag, en vertoont amper nog aan/uit. Een korte navraag bij de aanwezige ingenieurs leert ons dat vooral de lengte van en het traject van de uitlaatlijn daarin een grote rol spelen. Want noch aan de gearing, noch aan de dimensies van het blok, noch aan de injectie werd ook maar met een vinger aangeraakt. Een bijzondere meevaller.

Met gusto

Niet enkel het blok laat zich van z’n soepelste kant zien, ook de ophanging blijft op deze telg aan de ‘speelse’ kant. Dat mogen we niet enkel op het pokdalige asfalt ontdekken, maar ook tijdens enkele stukken onverhard. Nu ja, wat heet: de stroken die we voor de wielen krijgen, zijn de kenmerkend witgekalkte grindzones die deelnemers aan de Strade Bianche ook jaarlijks voor de wielen krijgen. Als een in lycra gehesen wielrenner er met z’n ultrastijve frame zonder brokken overheen weet te walsen, dan lukt het de Leoncino Trail ook wel. Als we rechtopstaand zoveel mogelijk druk op de voorzijde leggen voor het insturen, en vervolgens zoveel mogelijk van ons gewicht naar achter gooien om het achterwiel de nodige grip te bezorgen, valt des te meer op dat de ophanging standaard eigenlijk een stuk te soepel is afgesteld. Spelen met de veervoorspanning en uitgaande demping helpt dat euvel gedeeltelijk uit de wereld – maar wil je het echt strakker, dan ben je op aftermarket-leveranciers aangewezen. Al laat ook de Trail zich erg eenvoudig wiegen, met een erg kwiek stuurgedrag, dat enkel opzweept om de bochten met nog meer gusto aan te vatten.

Conclusie 2022 Benelli Leoncino 800

Dat Benelli enorme stappen heeft gezet de afgelopen jaren, blijkt uit de afwerkingsgraad die niet langer te wensen overlaat, uit het kwalitatieve gevoel van de componenten aan boord en uit de prestaties van zowel blok als bak. We weten dat sommige motorrijders nog steeds hun neus ophalen voor de ‘Made in China’-sticker onder de tank, maar dat vooroordeel mag volledig overboord. Zoek gerust op waar het leeuwendeel van de componenten op je eigen ‘Europese’ machine vandaan komen, en oordeel daarna nog eens.

Kwestie van de minpunten snel achter de rug te hebben: de aan/uit op het gashendel zijn ons bijgebleven op de standaardversie, de souplesse van de ophanging is dan wel comfortabel –  maar niet altijd wenselijk, en de afleesbaarheid van het TFT-scherm is bij fel zonlicht beperkt. Zo, dat hebben we gehad.

Wat rest is een geweldig leuke machine – in beide versies – die het z’n concurrenten erg lastig zou kunnen maken. Van de looks en het comfort aan boord, over de combinatie blok/bak, de bijbehorende soundtrack en de bakken rijplezier, tot het aangename prijskaartje. Fijne motor, die grote Leo. In beide versies, overigens. Al hebben wij een uitgesproken voorkeur: de motorfiets die je wilt of moet hebben, is de 400 euro duurdere Leoncino 800 Trail. Van de iets hogere zit – en bijbehorende, aangenamere rijhouding – over de 19/17inch-wielen en bijbehorende Pirelli Rally STR’s, de meer vergevingsgezinde gasrespons, tot de naar onze bescheiden mening nóg knappere looks: dit is ‘m. Niet twijfelen, testrijden. En neem alvast contact op met je bank.

Pluspunten 2022 Benelli Leoncino 800

  • Opvallende, maar geslaagde looks
  • Pittig en spannend blok
  • Onberispelijk schakelende bak

Minpunten 2022 Benelli Leoncino 800

  • aan/uit
  • Afleesbaarheid TFT-schermpje bij fel zonlicht
  • ABS komt zowel voor- als achteraan te snel tussenbeide

Pluspunten 2022 Benelli Leoncino 800 Trail

  • Van het uiterlijk tot de soundtrack: die tweeloopsdemper is geweldig
  • Opvallend soepeler op het gas dan de standaardversie
  • Blok en bak zijn ook op deze telg uitstekend

Minpunten 2022 Benelli Leoncino 800 Trail

  • Vering is bij wijlen écht te zacht, ook na bijschroeven
  • Kort aangrijppunt koppeling
  • Stelknop veervoorspanning lastig bereikbaar

GEBRUIKERSSCORE

Ben jij eigenaar van dit type en jaartal motorfiets? Doe dan mee met de gebruikersscore. Vul onderstaande velden in zodat andere geïnteresseerden nog meer informatie hebben voor dat ze eventueel tot aankoop overgaan.

Deel jouw ervaring met dit model met andere motorrijders

Motorblok
Stuureigenschappen
Vering en Demping
Remmen
Comfort
Afwerking
Uitrusting
Verbruik
Prijs/Kwaliteit

Gebruikers die hun ervaring hebben gedeeld (0)

Er zijn nog geen ervaringen van eigenaren/gebruikers van deze motor.

Laatste Artikelen

Gerelateerde artikelen