Heel wat merken slagen er vrij aardig in om retro’s te bouwen, maar niet al die nieuwe classics bieden een meerwaarde. En dat is nu precies wat de 2021 Triumph Speed Twin meer dan ooit doet. We gingen hem testen in Portugal.
Testlocatie | Portugal, Cascais |
Omstandigheden | grotendeels droog, soms motregen |
Temperatuur | 23 graden |
Testkilometers | 203 |
Waarom rijden we de 2021 Triumph Speed Twin?
De Speed Twin is de jongste aanwinst in het klassieke gamma van het Britse Triumph. Voor 2021 werd hij grondig vernieuwd. Blijft het dan nog wel een retro?
Een klassieker vernieuwen is bijna een contradictio in terminis. Want aan een pure klassieker mag je nauwelijks tornen. Dat ligt met retro’s gelukkig anders. Triumph heeft zijn Speed Twin sinds de introductie in 2018 voorgesteld als ‘anders’. Dat moet ook wel als je een plekje wil veroveren in het gamma van een motorfabrikant die ook beroemde namen als Bonneville en Thruxton in zijn collectie heeft. Er werd zelfs hier en daar de vraag gesteld wat de meerwaarde was van de Speed Twin in een line-up die al twee iconisch namen had. Wel, die meerwaarde was eigenlijk gemakkelijk te vinden.
De stijl en het comfort van de Bonnevilles werd gecombineerd met de prestatiegerichte componenten, zoals je die op een Thruxton vindt. Wat de Speed Twin eerder het label ‘best of both worlds’ opleverde, in plaats van tussen wal en schip te vallen. Laten we ook niet vergeten dat de Speed Twin in de beginjaren van Triumph al een grote naam was. Qua icoon-gehalte blaast de Speed Twin dus zeker zijn deuntje mee.
Behouden en verbeteren
Het is de zoektocht naar meerwaarde die ons ook anno 2021 in het zadel van de nieuwe Speed Twin bracht. Deze keer moest de motor zich niet meer bewijzen tegenover de iconische collega’s, maar wel ten opzichte van het bestaande model. De richting die Triumph hierbij insloeg is duidelijk: het behouden van de stijl en de uitstraling, en het verbeteren van de prestaties. Het is niet omdat een motor er klassiek uitziet dat hij moet rijden als een oude schuurvondst. Dat was zo met het eerste model en dat is zeker nog meer zo met de 2021 Triumph Speed Twin. De mannen uit Hinckley gebruikten de Euro 5-vereisten om het blok stevig onder handen te nemen. Daarbij werd de uitstoot verminderd tot de nieuwe wettelijke norm, maar dat is niet wat je als rijder voelt. Vooral de lagere inertie in het blok maakt een verschil.
Lichtere bewegende delen zorgen ervoor dat de motor gretiger oppakt. In combinatie met de balansassen en de 270°-ontstekingsvolgorde resulteert dit in een bijzonder egale vermogensafgifte. Het blok draait nagenoeg trillingvrij, zelfs in die mate dat een leek wel eens zou kunnen gaan verifiëren of dit wel een twin is en geen typische driecilinder. Echt bruikbaar vermogen is er tussen de 2.500 en 7.000 toeren. Daar heb je dan ook altijd meer dan 85 procent van de 112 Newtonmeters ter beschikking. Heerlijk rijden is het. Je hebt meestal de keuze tussen drie versnellingen en in alle eerlijkheid: de hoogste is vaak de beste keuze. De Speed Twin reageert zo vlot vanaf lage toerentallen dat je in de derde of vierde versnelling zo goed als overal doorkomt. De drie extra paarden die in het blok zitten, hebben we amper gevoeld. Niet omdat ze er niet zijn, wel omdat je op de slingerende wegen langs de kust van Cascais zelden boven aan de vermogenscurve gaat rijden. Wie het verschil tussen drie pk meer of minder kan merken, kan trouwens maar beter lid worden van de club voor hoog sensitieve mensen.
De Britten deden meer dan het blok verbeteren. Er kwam een hoogwaardige Marzocchi-upsidedownvork met daarop al even hoogwaardige radiaal gemonteerde Brembo-vierzuigerklauwen. Standaard staat de Speed Twin op Metzeler Racetec RR-banden. Dat zijn rubbers die zich vooral op een circuit thuis voelen. Triumph zegt dat het voor dit type band heeft gekozen vanwege de grip en de stuureigenschappen. We zijn er zeker van dat een goede sportband voor de weg het even goed zal doen. Het kiezen van dit type band is dus ook een statement over de sportieve kwaliteiten van de motor. Een retro met hoogwaardige ophanging, Brembo-vierzuigerklauwen en circuitbanden; dan weet je wat het beoogde imago is. Een beetje zoals de remklauwen op een Porsche 911 S-versie rood zijn. Die dingen werken niet alleen beter dan de standaardspullen, het is ook belangrijk dat getoond wordt dat de meerwaarde aanwezig is. Triumph doet dat heel discreet; de Marzocchi-upsidedownvork en – wat dacht je – de banden zijn gewoon zwart, de Brembo’s niet opvallender dan anders.
Triotest Yamaha MT-09 SP, Triumph Street Triple RS, MV Agusta Brutale RR
Lineair en pittig blok
De meerwaarde van de sportieve spullen is er onmiskenbaar en dus is de nieuwe Speed Twin potenter dan je van een dergelijke motor zou verwachten. Triumph ziet vooral de BMW R NineT als concurrent, maar ze kijken ook wel naar de Kawasaki Z900RS. Misschien mogen ook de Yamaha XSR900 en Honda CB1000R daar wel bij. We schatten echter dat fans en kopers van de Speed Twin vooral interesse zullen hebben voor Europese motoren. En dan zitten er niet veel andere vissen in deze vijver. Ducati’s Scramblers staan niet op dit niveau en de nieuwe Monster is juist moderner geworden in plaats van de klassieke lijnen te volgen die ze in de jaren negentig zelf tot norm hadden gemaakt. In deze retrotijden een moeilijk te begrijpen koers van Ducati, maar de concurrentie zal hier hoe dan ook niet rouwig om zijn.
Genoeg over de andere merken, terug naar de 2021 Triumph Speed Twin en vooral de rit die ons een dag lang over Portugese kust- en bergwegen voerde. Het eerste gevoel dat ons overviel tijdens de testrit was verbazing. Over hoe lineair en pittig het blok is en over de sportiviteit van de motor. Dit staat niet alleen op het niveau van een Thruxton, maar van menig moderne naked. Alleen is de zithouding vrij ontspannen, vooral voor het bovenlichaam. Het zadel is vrij dun en daardoor is de zadelhoogte logischerwijs ook beperkt. Dat betekent dat de Speed Twin een behoorlijk lage en goed te controleren motor is. Het betekent ook dat de kniehoek relatief scherp is, maar het blijft comfortabel, ook voor wie vooraan stond toen ze de lichaamslengte uitdeelden. Voor wie zelf niet al te veel dempend materiaal op en rond het zitvlak heeft, kan het comfort van het zadel aan de lage kant uitvallen. Dat is meteen het enige minpunt(je) aan de nieuwe Speed Twin. Wie dit zo ervaart, moet weten dat dit niks is wat een half dozijn cheeseburgers of een zadel uit de Triumph accessoires line-up niet kunnen verhelpen.
Oog voor detail
Triumph blijft trouwens indruk maken door de aandacht voor details en de hoge graad van afwerking. Zo ook op hun nieuwe 1200cc-twin. Leuk detail is de optische illusie dat de uitlaatbochten gewoon recht van de cilinder naar de demper in geborsteld metaal lopen, terwijl ze in het echt een stevige omweg maken via een collector onder het blok. De Speed Twin is tot in de puntjes afgewerkt en ook al vindt iedereen dat intussen normaal bij Triumph, wij blijven het als een forse troef zien voor liefhebbers van kwaliteit en… meerwaardezoekers.
Het zou maar al te erg zijn als de Speed Twin het alleen van zijn uiterlijk moet hebben. In ons notitieboekje staat bovenaan dat de motor het uitstekend doet in zowel korte als lange bochten. Verdere karaktertrekken: gemakkelijk insturen – dankzij een iets scherpere balhoofdhoek –, meer dan genoeg grondspeling en een toonbeeld van stabiliteit. Dat blijft zo als het echt hard gaat. Eén keer piekten we op 190 km/u en in zijn acceleratie naar die topsnelheid bleef de Speed Twin een toonbeeld van stabiliteit. De basisafstelling van de ophanging mag als sportief bestempeld worden, maar niet in die mate dat het oncomfortabel wordt. De radiaal gemonteerde Brembo-vierzuigerklauwen doen precies wat er van ze verwacht wordt en wat ze altijd doen: krachtig en doseerbare remprestaties leveren.
De 2021 Triumph Speed Twin blinkt ook uit door zijn eenvoud in elektronica. Niks al te ingewikkelds; drie verbeterde mappings in de vorm van rain, road en sport en de keuze daartussen maak je met één druk op de knop. Verder is de traction control gemakkelijk uit te schakelen en zijn er geen overbodige franjes of ingewikkelde handelingen. Was het maar altijd zo…
Conclusie 2021 Triumph Speed Twin
Zet al het voorgaande op een rijtje en je ziet dat de Triumph Speed Twin op alle vlakken boven zijn voorganger uitsteekt. En die werd toch ook al als uitmuntend bestempeld. Door gerichte ingrepen heeft Triumph de motor niet alleen potenter en beter gemaakt, ze hebben hem ook een nog duidelijker profiel gegeven. In een klasse waar uitstraling net zo belangrijk is als prestaties, hebben de mannen uit Hinckley hun nieuwste op beide gebieden een stevige stap vooruit geholpen. Met een prijs van € 15.500,- (België € 13.480,-) is de nieuwe twin niet echt een koopje te noemen, maar gezien de prestaties, de kwaliteit, de uitstraling en, jawel, die meerwaarde, is dat bedrag te rechtvaardigen. Zeker weten!