De Triumph Tiger 1050 versloeg in 2007 op overtuigende wijze maar liefst zes concurrenten. Twaalf jaar verder imponeert de kerngezonde Brit nog altijd, terwijl het gros van de tegenstrevers van weleer al lang en breed is afgevoerd.
We testen sinds 1973 motoren. In deze rubriek hebben we oog voor de beste motoren van weleer, die nu vaak voor een prikkie in de showroom staan. We nemen motoren die ooit een vergelijkingstest wonnen onder de loep; wat kosten ze nu en hoe rijden ze naar de huidige maatstaven?
Nog altijd met bite
Allroads zijn als een tsunami door de motorwereld gegaan. Ooit was er een periode voor de allroad, maar die ligt ver achter ons. Ook onze definitie van een allroad verandert. Tegenwoordig mogen alleen echte allesvreters als de Yamaha Ténéré 700 en een KTM Adventure R zich allroad noemen. Een dozijn jaren terug was dat anders. Deze Triumph Tiger 1050 nam het in 2007 op tegen een Aprilia Caponord GT, BMW R1200GS, Buel Ulysses, Ducati Multistrada 1100, Honda Varadero en een Suzuki V-Strom 1000. Aan de GS kleeft terecht nog altijd het stempeltje allroad, maar de anderen drukken we tegenwoordig met liefde het van Yamaha’s TDM gestolen stempeltje ‘adventure sports’ op.
Alleen superlatieven
Hoe dan ook: in 2007 waren dit nog dikke allroads en de Brit legde ze allemaal ongenadig over de knie. Het waren mooie tijden voor Triumph. Supersport Daytona 675 flikte in die jaren hetzelfde kunstje, maar dan op de gesloten omloop. Dat testterrein ging voorbij aan de Tiger 1050, die kreeg het moordende parcours van wielerklassieker Ronde van Vlaanderen voor de kiezen. Het levert een mooie testrit met 1001 soorten ondergrond op. De Triumph gaat prima overweg met 1000 soorten alleen op het onverharde laat hij zoals verwacht steken vallen.
Vandaag krijgt de Tiger 1050 geen losse ondergrond onder de voeten. Het blijft bij het vertrouwde asfalt, iets waarmee hij prima raad weet. Over vertrouwen gesproken: al bij het opstappen overlaadt de Triumph je ermee. Wat een geweldige zitpositie. De driehoek tussen handvatten, voetsteunen en zadel klopt tot op de laatste millimeter. Bovendien is het zadel van topkwaliteit.
Denk nou niet dat Motorservice Hoofddorp ons betaalt om alleen in superlatieven te schrijven, want ook in 2007 bedelft de testrijder de Triumph onder de complimenten. ‘De Tiger is de snelste, de best klinkende, de hardst remmende en bijna de scherpst sturende van het stel. Triumph heeft goed ingezien dat niemand met dergelijke motoren offroad gaat rijden. Dus kozen de Britten voor 17-inch wielen en dat verbetert het stuurgedrag’.
Het zijn geen loze woorden. Twaalf jaar later stuurt een Tiger nog altijd voorspelbaar, neutraal, maar vooral gemakkelijk. Niet voor niets valt het woord vertrouwen met de regelmaat van de klok in deze tekst.
Vreselijk amateuristisch
Zoals altijd bij een Triumph is de driecilinder de ster van de show. Er komt simpelweg geen sleet op dit verslavend fijne blok. Dit exemplaar heeft al bijna twee keer de aarde gerond, maar voelt nog altijd fris en vers. De ervaring waarop hij je trakteert komt exact overeen met die uit 2007: ‘De driecilinder loopt erg mooi en bovendien verschrikkelijk hard. Trek hem door en je wordt getrakteerd op een eindschot gecombineerd met een prachtig gegil’. Arme onwetenden: hadden ze twaalf jaar gereden met de Bos-uitlaatdemper van deze Tiger, dan hadden ze pas geweten hoe gegil echt klinkt. De motorfiets bromt gelukkig ook onderin heerlijk donkerbruin en niet asociaal. Zeker met gas afsluiten is het gegorgel een feest voor het oor.
De uitlaatdemper is een accessoire, maar daarbij blijft het niet. Je ziet het niet aan deze oranje beauty af, maar stiekem is er rondom flink wat spul tegenaan geschroefd. De risers voor het stuur vallen niet op, de in kleur meegespoten zijkoffers wel. In 2007 waren ze goed voor zo’n beetje het enige kritiekpunt, omdat ze ‘vreselijk amateuristisch zijn opgehangen. Ze rammelen en stuiteren alle kanten op tijdens het rijden’. Bij deze testrit valt het niet op, omdat de Triumph alleen mooi glad asfalt krijgt voorgeschoteld.
De originele middenbok is een fijne hulp bij het smeren van de ketting, maar eigenlijk overbodig omdat de motor ook over een Osco-kettingsmeersysteem beschikt. De handvatverwarming past goed bij de praktische inzetbaarheid van de triple en hetzelfde geldt voor de Xenon-verlichting en het 12V-punt.
Unaniem de beste
Een MRA-windscherm met flip-up zetten je goed uit de wind. Geen idee waarom deze ruit ooit op de motor is geschroefd, want het originele exemplaar is in 2007 wederom reden voor een veer in de achterste van de Tiger. ‘De Britten bewijzen dat het toch echt mogelijk is om een goede ruit te maken’. Het valt niet mee om een goed functionerend windscherm te produceren, maar Triumph deed het. Het is het zoveelste bewijs dat deze motorfiets goed in elkaar steekt. In 2007 kozen zeven van de zeven testrijders niet voor niets voor de Tiger. Hij werd – heel uitzonderlijk – unaniem gekozen als beste motor en dat verleidde de auteur tot een boude uitspraak en een stukje wishfull thinking: ‘Als Triumph het slim aanpakt, kan de Engelse fabrikant heel wat klanten weghalen bij een Duits merk’. Zo ver is het nooit gekomen, maar dat ligt absoluut niet aan deze adventure sports die nog altijd weet te overtuigen. Het is niet voor niets dat van de tegenstrevers uit 2007 naast de Triumph (Tiger 1050 Sport) alleen nog de Ducati Multistrada en BMW GS leverbaar zijn.
Voorganger
Triumph Tiger 955i 2001-2006
In 1993 stortte Triumph zich op de allroadmarkt met de oer-Tiger. Die zware jongen met de wenkbrauwen inderdaad. Het 2001-model (955i) is de opvolger van die niet erg succesvolle hoogpoter. Aan vermogen geen gebrek met 106 pk, maar aan kilo’s – in combinatie met een hoog zwaartepunt – evenmin.
Opvolger
Triumph Tiger 1050 Sport 2007-heden
Van allroad is allang geen sprake meer bij de Tiger 1050 Sport. Dit is een heerlijke straatfiets die over iets meer veerweg beschikt. Met zo’n romig blok is het geen wonder dat hij al zo lang een trouwe schare fans heeft. Langzaam sluipt er iets van elektronica op de motor, maar het blijft vooral een pure krachtpatser.
Hoeveel mag hij kosten
Het loont absoluut om even om je heen te kijken als je op zoek bent naar een gebruikte Tiger. Voor € 7.950,- heb je een 2013-exemplaar met 55.000 kilometer op de klok, maar voor een 2007-model met nota bene minder kilometers op de teller betaal je drie mille minder. Het grootste bezwaar tegen laatstgenoemde budget-Tiger is het ontbreken van ABS. Oké, deze in Hoofddorp gereden Triumph kost zo’n vijfhonderd euro meer, maar hij heeft wel ABS en allerlei nuttige en verfraaiende extra’s. De gemiddelde kilometerstand van een gebruikte Tiger ligt rond de 40.000 kilometer. Deze Tiger heeft er flink wat meer gedraaid, maar de driecilinder heeft de reputatie een oer-betrouwbaar blok te zijn dat geen vrees heeft voor hoge kilometeraantallen.
Verkopende partij
Je waant je mogelijk per ongeluk in het theater als je bij Motor Service Hoofddorp binnenstapt. Eigenaar Wim Zielman voert een one-man-show op waar menig stand-upcomedian een puntje aan kan zuigen. Recht voor zijn raap etaleert hij met liefde zijn visie op de motorwereld. Bij het woord Triumph klinkt de liefde echt door in de woorden van Zielman. Niet zo gek, want voorheen bestierde hij Triumph Bollenstreek. Het dealerschap van het Britse merk raakte hij kwijt, omdat de Nederlandse importeur niet zo gediend was van de recht-door-zee-denkwijze van Zielman. Toch kun je hier nog altijd terecht voor gebruikte en nieuwe Triumphs. ‘En goedkoper dan waar ook’, laat Zielman niet na om smakelijk te vertellen en een beetje na te trappen. Natuurlijk kun je hier terecht voor het onderhoud van alle Triumph-modellen (ook klassiekers) en ook voor merchandise en kleding van het motormerk. Naast Triumph heeft Zielman ook de charmante een- en tweecilinders van Royal Enfield in zijn hart gesloten.
Tekst: Ad van de Wiel | Fotografie: Jacco van de Kuilen
Meer lezen over Triumph Motorcycles? Klik hier