In de heuvelachtige Algarve presenteert Triumph deze week hun Thruxton RS. Testredacteur Tom van Appeldoorn was er namens ons bij. In vijf antwoorden vat hij zijn eerste indrukken voor je samen!
Goh, kennen we die nieuwe Thruxton niet al ergens van?
Die impressie kreeg ik ook al toen ik hem in de lobby van het hotel voor het eerst zag staan. Heel veel anders dan een nieuwe laklaag op de tank valt je op het eerste – en ook het tweede oog – eigenlijk niet op. Precies hoe Triumph het wilde hebben dus.
Mogen we ervan uitgaan dat er onderhuids wel het een en ander is veranderd?
Zeker! Al is de vernieuwing ook daar niet wereldschokkend groot. Je kunt het misschien het beste zo zien: Triumph heeft de Thruxton R als basis genomen, die op peil gebracht met de emissienormen van Euro 5 en hem verder licht geüpdatet op andere vlakken. Wat daaruit is voort komen rollen is de RS die de plaats van de Thruxton R in het gamma zal gaan innemen. Toch ziet Triumph de RS wel daadwerkelijk als een nieuwe evolutie van de Thruxton-naam. En misschien hebben ze daar ook wel een gegronde reden voor. Doordat het blok krachtiger is gemaakt is dit namelijk de sterkste iteratie van een Bonneville tweecilinder die ooit heeft bestaan! Daarbij zijn er nieuwe Brembo M50 monobloc vierzuigerklauwen gebruikt aan het voorwiel om de remkracht toe te laten nemen. Ook is er voor een nieuwe band gekozen onder de Thruxton: de Metzeler Racetec RR. Daarover later meer.
Hoe sterk is sterkst dan?
Door een makkelijker draaiende krukas, aangepaste kleppen – die meer lift hebben gekregen – en nog wat andere kleine interne aanpassingen is de Thruxton in totaal 8 pk sterker geworden dan de R was. Het maximum is daarmee 105 pk geworden bij 7.750 tpm. Het verschil met een standaard Thruxton die de komende jaren naast de RS wordt aangeboden is zelfs 10 pk. Daarbij is de rode lijn 500 toeren verder omhoog bijgesteld zodat je iets langer kan doortrekken in de versnelling voordat de toerenbegrenzer ingrijpt. Toch is dat niet per se hoe je de Thruxton rijdt. Veel lekkerder doe je dat op zijn koppel. Het maximale koppel van 112 Nm blijft gehandhaafd maar wordt al wel 700 toeren eerder geleverd. Dat zorgt ervoor dat je al bij 4.250 tpm je maximale koppel hebt. Ideaal voor een robbertje stoeien vanaf het verkeerslicht!
Dat klinkt redelijk sportief voor zo’n klassiek ogende retro?
Dat is het misschien ook wel. Knap dat het Triumph – in een tijd waarin Euro 5 vaak juist voor meer beren op de weg zorgt – toch is gelukt om de Bonneville tweecilinder nog verder te verbeteren. De laatste keer dat ik met de Thruxton R reed was ongeveer twee jaar geleden, tijdens een vergelijkingstest. Ik kan me herinneren dat ik de R toen al briljant vond sturen én ogen. Het is een kwestie van persoonlijke smaak, maar de matte tweekleur doet iets af aan het uitgesproken klassieke uiterlijk van de Thruxton zoals we hem kennen. Gelukkig kun je hem ook nog in metallic zwart krijgen.
Nou voor de draad ermee Van Appeldinges, rijdt die RS daardoor stukken beter dan voorheen?
In de ochtend is het glibberen geblazen. De temperatuur ligt – ondanks dat we in Zuid-Portugal zijn – niet ver boven het vriespunt. De bijna-circuit Metzelers onder de Thruxton hebben daardoor even wat tijd nodig om op bedrijfstemperatuur. Ietwat gekke keuze om een straat georiënteerde machine te voorzien van dit heel erg sportieve rubber. Eenmaal op temperatuur gaat het tempo snel omhoog en voor we ergen in hebben smijt ik de Thruxton RS richting de apex van de zoveelste heerlijke Portugese slinger in de route. Wat gebeurt hier nou?! Rijden we stiekem met een Street Triple of zo? Ik kijk nog eens naar beneden en zie de gepolijste kroonplaat in het zonlicht glimmen.
Nee, dit is echt die fraaie retro waar ik gisteren in de lobby al heel wat rondjes omheen ben gelopen. De Thruxton RS stuurt als een malle. Wel is het goed voelbaar dat de balhoofdhoek met 22,8 graden wat scherp is. Als je het gas abrupt opendraait in zijn derde of vierde versnelling en de neus zich richting de hemel beweegt wordt het voorwiel namelijk wat nerveus als hij het asfalt weer raakt. Maar dat is misschien wel het enige waaraan je bij dit zeer sportieve tempo iets aan de retro merkt. In de middag doe ik het wat rustiger aan en kies ik het tempo waar ik van verwacht dat de RS het vaakst gereden zal gaan worden.
Ontspannen op het lange zadel een beetje de omgeving in me opnemen, om bij een aankomende bochtencombinatie even een beetje door te leunen met het knie richting de bocht. Ja, dat voelt heel erg goed. Het blok loopt heerlijk soepel, de vering zorgt voor een comfortabele rit en de clip-ons staan op zo’n hoogte dat zere polsen niet bij de standaarduitrusting behoren. Misschien niet zo extreem zoals je van een caferacer zou verwachten maar dat is juist zijn kracht. Wel de looks, wel het gevoel maar absoluut niet de negatieve kenmerken. Heel subtiel gedaan Triumph, chapeau.
In de aankomende edities van MOTO73, Promotor en Classic 7 Retro lees je de volledige testverslagen van de Thruxton RS.
Foto’s: Kingdom Creative