De onwaarschijnlijk klassieke Vespa GTS Super 300 HPE heeft een nagelnieuw en uiterst modern motorblok. Verstopt onder het overbekende Italiaans jasje produceert de eencilinder 23,8 pk. Het maakt deze GTS tot de krachtigste Vespa ooit.
Hooligan in maatpak
De afkorting HPE staat voor High Performance Engine en dat schept verwachtingen. Niet iedereen houdt van scooters, maar van topvermogen kunnen we geen genoeg krijgen. Onder het iconische gewelfde plaatwerk zit een 278 cc zware viertakt-eencilinder met vier kleppen, vloeistofkoeling en elektronische injectie. De mono is goed voor 23,8 pk bij 8.250 toeren (twaalf procent meer dan zijn voorganger) en 26N m bij 5.250 tpm (achttien procent meer). Om die vermogenswinst te boeken haalde Vespa het blok van de GTS Super 300 HPE flink overhoop. De in- en uitlaatkleppen zijn 3 mm groter dan voorheen, de nokkenas heeft een nieuw profiel, de zuigervorm veranderde en dat geldt ook voor de kop en het kleptimingsysteem.
Hollands lomp
Een paar goede eigenschappen van het blok wijzigden niet. Het gaat nog altijd zuinig om met brandstof (gemiddeld 1 op 29 tijdens deze test) en een benzinetankje van 8,5 liter levert nog een actieradius van 246 kilometer op. Wachtend voor een verkeerslicht trilt het blok als de ziekte. Zodra je gas geeft, worden de vibraties stukken beter te verdragen. Zodra het licht op groen springt, gaat het gas er vol op en spuit je altijd voor de auto’s uit. Mocht het wegdek glad zijn, dan grijpt de traction control in. Beleef je juist alle plezier aan een spinnend achterwiel, dan is de traction control met een druk op de knop uitgeschakeld. De knoppenwinkel is erg klein uitgevoerd. Met winterhandschoenen aan zet je per abuis zo maar grootlicht op, terwijl je eigenlijk wilt aangeven rechtsaf te gaan. Maar waar hebben we het over, winterhandschoenen op een Italiaanse scooter? De meeste mensen noemen dat terecht misbruik. Dikke handschoenen en La Dolce Vita gaan lastig samen.
Hollandse lompheid en Italiaans raffinement gaan wel verdraaid goed met elkaar samen blijkt al snel. Je verwacht aan alle kanten klem te komen zitten tussen plaatwerk en zadel, maar daarvan is geen sprake. Zelfs een in motorlaars gestoken maatje 45 heeft ruimte zat en ook de kniehoek is plezierig. Bovendien kun je prima verzitten op het zadel. Al is pijn in je gat nooit ver weg bij een lange rit.
Genadeloze begrenzer
Onder het zadel zit een bagageruimte die zich telkens weer ontpopt tot grotere slokop dan gedacht. Het maakt zelfs een diva als de Vespa extreem praktisch in het dagelijkse gebruik. De scooter verrast sowieso door zijn brede inzetbaarheid. Laat alsjeblieft het idee varen dat deze scooter alleen gemaakt is voor plezierritjes met Audrey Hepburn achterop. Hij voelt zich net zo goed bij een forensenrit op een herfstige en natte doordeweekse dag. Al blijft het trieste herfstweer knagen. De kleurenpracht van een Indian Summer combineert goed met deze scooter, maar dan liefst wel met zonnestralen die door een gouden bladerdek heen priemen.
De bladeren die ik zie, waaien horizontaal in mijn gezicht. Het vergroot het nadeel van de kleine wieltjes van de GTS300: door de windvlagen knal je alle kanten op. Een scooter draait al een haarspeldbocht bij een onverwachte niesbui, laat staan bij windkracht zes. Je bent op deze Vespa al snel een speelbal van de wind.
In de beschutte omgeving van de stad doe je juist je voordeel met die lichtvoetigheid. Je prikt de Vespa moeiteloos in het kleinste gaatje. Hij weegt niets en hij heeft de kortste draaicirkel ooit. Al snel rij je in een stadse omgeving als een hooligan. Het blok is er krachtig genoeg voor. Tot 100 km/u gaat het verrassend snel, boven de 110 voelt het aan als werken, maar de 130 zit er uiteindelijk altijd in. Al grijpt de begrenzer bij die snelheid genadeloos in. Hij smoort het blok tot het kleurrijke tft-scherm 125 km/u aangeeft en spuit pas dan weer benzine in.
De GTS300 is een scooter waarop je verliefd wordt. Een Yamaha TMAX koop je als diehard liefhebber van ruige en snelle scooters. Bij een Taiwanese scooter overwint de ratio, bij de Vespa de emotie. Toch hoef je geen excuses te verzinnen, want het ding doet het gewoon goed. Van karakter – een ander woord voor technische onhebbelijkheden – is geen sprake.