De Harley-Davidson 48 Special, waarom eigenlijk deze test? Als een merkicoon er na meer dan zestig jaar stilletjes tussenuit knijpt, kunnen we dat natuurlijk niet toestaan. Zo’n archaïsche Harley blijft nog steeds een genot voor je ziel en billen. Daarom laat je de laatste keer niet aan je voorbij gaan.
Oei! Genadeloos zet euro 5 nu ook zijn klauwen in de Harley-Davidson Sportster. Is dan niets meer heilig? Wij zetten aan de hand van de 48 Special nog even voor je op een rij waarom je spaarvarken er wellicht toch aan moet geloven. Maar waarom verdwijnt deze iconische motorfiets eigenlijk?
Testlocatie: Midden-Nederland
Omstandigheden: Voornamelijk zonnig en fris, 1 dag miezer
Temperatuur: 6 tot 14 graden
Testkilometers: Ruim 400
Verbruik: 1 op 18,5
Het is klaar. Harleys 883- en 1200cc-luchtgekoelde Evolution V-twins uit de Sportsters gooien de handdoek in de ring. Euro 5 met zijn verscherpte emissie-eisen is niet te kloppen. Zo nemen we in Europa plotsklaps afscheid van een van de langst continu in productie zijnde motoren ooit. De Sportster zag al in 1957 het levenslicht als doorontwikkeling van de K-serie. Daarop riskeerde Elvis nog zijn Pelvis en het was Harleys antwoord op de pittige concurrentie van de lichte en snelle Britse naoorlogse motoren. Die veroverden toen de Amerikaanse markt.
Harley-Davidson Sportster: geen Euro5, dus vaarwel Sportsters?
Uiterlijk leek de Sportster veel op de K, maar kreeg een krachtiger 883cc-‘unit construction’ (blok en versnellingsbak in een carter) Ironhead-blok. De kleppen zitten bovenin in plaats van de veel slomere zijkleppers van de K. Het bleek een schot in de roos. De Sportster was betaalbaar, lichter en een kwieker alternatief voor de big twins. Voor velen was het ook de eerste of enige Harley-Davidson.
Icoon
De Sportster heeft sinds 1957 vele varianten gekend en verscheen in talloze films, tv-series en videoclips. Ook had en heeft de lichtere en kleine Harley grote aantrekkingskracht op handige sleutelaars, tuners en metaalkunstenaars. Daarmee werd het de basis voor talloze choppers, bobbers maar ook dragracers, flattrackers en hillclimbers. En het waren de Sportster Evolution-blokken die Erik Buell tussen 1987 en 2007 succesvol potenter maakte en in zijn racers en nakeds hing.
De Ironhead-krachtbron van de Sportster is ook vaak en flink onder handen genomen. Zo kwam het in aangepaste vorm terug in de befaamde XR750 flattracker waarmee stuntlegende Evil Knevel regelmatig het luchtruim koos. Evengoed verscheen het blok in de recordbrekende Sportster Streamliner. Die joeg in 1970 met ruim 425 km/u over de zoutvlakte van Bonneville. Een jaar eerder doorbrak dragrace-legende Leo Payne er als eerste de 200-mijls grens op een zwaar getunede 1957 Sportster. Met recht een iconische motorfiets dus. Of het gemis van dit icoon tijdelijk of blijvend is, blijft nog even in nevelen gehuld. Het lijkt erop dat de dikke dame nog niet zingt om maar eens een Amerikaanse uitdrukking te vernachelen. Leg de tissuedoos dus nog maar even weg.
Geroezemoes
Harley zelf is niet al te loslippig over de toekomst van de Sportster in Europa. Tot nu toe is het standpunt vrij droogjes: vanwege euro 5 verkopen we de Sportsters niet meer nieuw. In de VS brengt Harley de Sportsters nog ongewijzigd aan de man. Tegelijkertijd lijken ‘ingewijden’ hun mond voorbij te praten door te stellen dat nieuwe Sporters in de pijplijn zitten. Die zouden dan de vers ontwikkelde 975- en 1250cc-60-graden-vloeistofgekoelde Revolution-blokken gebruiken. Dat klinkt aannemelijk, maar het blijft vooralsnog allemaal wat hangen op het niveau van onbevestigde geruchten en online geroezemoes. En dan is daar het ‘High performance Custom-model’ dat op de website van H-D veel goeds belooft. Het zou een 21,5-model – met toch wel Sportsterachtige trekjes – zijn, wat staat voor een model dat halverwege 2021 verschijnt. Speculeren dus. Wellicht dat de van augustus naar januari verplaatste jaarlijkse presentatie van nieuwe Harley-modellen meer duidelijkheid brengt.
Zweet
Wat in ieder geval als een paal boven water staat, is dat de Sportsters die nu nog bij de dealer staan, de laatste echt volledig luchtgekoelde Harleys zijn. Punt. Die voorraad mogen de dealers ook in 2021 nog aan je verkopen, maar op is daarna echt op. Loopt bij die gedachte het zweet je meteen door de bilnaad, dan weet je wat je te doen staat. De Harley-dealers in Europa zullen de Sporters trouwens gaan missen, want in de Benelux is de Sportster-serie de bestverkopende lijn.
Vreemd is dat niet. Zelfs de meest cynische zuurpruim zal toe moeten geven dat Harley met de Sportsters een mooie en voor Harley-begrippen (zeker met de 883-modellen) betaalbare line-up heeft neergezet. In Europa is Harley dus z’n meest populaire instapmodel kwijt. En ja, ook de goedkopere Street en Street Rod 750 zijn per 2021 de klos, maar die zullen vrees ik nooit hoog eindigen bij een verkiezing van populairste Harleys ooit.
De verdwijnende Sporster line-up varieert van de Iron tot de wat meer hedendaagse en retro-geïnspireerde 48-modellen en alles wat daar tussenin zit. De Sportsters geven duidelijke hints naar het verleden met hun ‘throwback-style’ met als summum de übercoole peanuttank met kenmerkende seventies AMF-strepen op de 48 Special en de Iron 1200. En de Roadster lijkt een rechtstreeks eerbetoon aan de XLCR-caféracer, die in de seventies door niemand minder dan Harleys designgrootmeester Willy G. Davidson werd ontworpen.
Uitgesproken
Om nog eens stil te staan bij wat we straks zullen missen, gaan we uitgebreid op pad met misschien wel de meest uitgesproken van die laatste line-up. De rauwe en minimalistische 48 Special. Met z’n dikke 130/90-16-voorband, kleine koplampje tussen de dikke 49mm-voorpoten, iconische tankje, ‘tallboy’-stuur, kleine tellerunit en niet te missen dikke 45 graden V-twin in zwart en blinkend chroom staat daar toch een puik apparaat. En oké, sommige kabeltjes hadden misschien net iets meer uit het zicht gemogen en het stuurslot bij het balhoofd voelt wat friemelig, maar verder is de afwerking dik voor elkaar. Het voelt en oogt allemaal van hoge kwaliteit. Maar hoe is het om er mee op pad te gaan? We pakken er wat opvallende zaken uit.
Gewenning
Als eerste de vrij uitgesproken zithouding. Een been over een zadel gooien ging zelden zo makkelijk, maar het hoge stuur en de ‘forward controls’ op de 48 special kunnen de eerste kilometers om wat gewenning vragen. Met de bilpartij in het lage en ronduit fantastische zadel, steken je benen breeduit en ontspannen naar voren en je houdt je armen vooruit alsof je op het punt staat te gaan schuifelen op je eerste schoolfeest. Niet de meest sportieve houding dus, maar last van je knieën krijg je in ieder geval niet. Overigens went die relaxte en stoere houding snel. En ook niet onbelangrijk: je ziet er cooler uit dan een cornetto met deze allesbehalve burgerlijke zit.
‘Grondspeling is voor mietjes’
Sturen op de 48 Special is ook, nou ja, speciaal. Veel verzitten of je knieën tegen de tank duwen is er niet bij. Waar je ‘normaal gesproken’ iets schuin naar voren leunt om een bocht in te gaan, hang je door de zithouding op deze Sportster instinctief wat meer naar achteren en opzij. Heb je dat gevoel eenmaal te pakken, kun je echt leuk en vlot sturen. Beter wellicht dan je op basis van zijn uiterlijk en dikke voorband verwacht had. Dat de Sportster verrassend stug geveerd is helpt daar ook bij.
Toch zit de motor zichzelf op een gegeven moment wel in de weg, want bij het positioneren van de vooruit geplaatste voetsteuntjes was het motto hoogstwaarschijnlijk ‘grondspeling is voor mietjes’. Echt heel erg schuin gaat het dus niet. Dat noopt tot een zwierige en vloeiende rijstijl waarbij je met een dikke grijns als het ware om het punt waarop de stepjes de grond raken heen gaat rijden. Als je begrijpt wat ik bedoel.
Op hogere snelheid zorgt de koddig dikke voorband wel voor wat onrust. De Sportster voelt dan wat wiebelig en zoekend aan. Ook dat went en de motor spoort verder kaarsrecht vooruit, maar met name in wat vlottere bochten op een nat wegdek geeft het weinig vertrouwen. Ik heb me laten vertellen dat de Sportsters met een dunnere voorband het op dat vlak beter doen. En dat geloof ik meteen.
Van dik hout…
Wil je stapvoets rijden op een constant tempo? Dan voel je het op lage toeren opererende blok duidelijk inwerken op de getande riem. De motor voelt dan tot ongeveer 25 km/u wat nukkig en schokkerig. Geef je een beetje gas bij, is dat meteen over. Een aandrijfriem zit trouwens pas sinds 1993 op de Sportsters, daarvoor hadden ze allemaal een ketting. Ook een vijfbak is een relatieve noviteit op de Sporters. Van 1957 tot 1991 kwamen ze standaard met vier versnellingen en tot 1975 zat het schakelpedaal ‘op z’n Brits’ aan de linkerkant. Schakelen met de 48 Special is van de categorie ‘van dik hout zaagt men planken’. Met een ferme ‘klunk!’ gaat de motor in z’n eerste versnelling en de overige vier schakelmomenten zijn ook hoor- en voelbaar en vragen wat overtuiging van je linkervoet. Maar goed, dat past bij het rauwe en levendige karakter van deze motorfiets.
Dampen en stampen
Dat karakter wordt naast het uiterlijk en de eigenzinnige rijeigenschappen bovenal gevormd door die heerlijk dampende stampende Evolution V-twin die je altijd en immer voelt en hoort werken. De kenmerkende Harley-roffel uit de standaard dempers klinkt daarbij nog alleszins beschaafd. Het blok stamt in essentie al uit 1986 toen de Evolution-blokken het stokje overnamen van de klassieke Ironhead-krachtbronnen. Mocht ook wel een keer, want die gingen toen al maar minimaal gewijzigd sinds 1957 mee. En ja, deze luchtgekoelde V-twin vibreert en schudt bij een dotje gas als een hond met een natte vacht. Niet gevreesd, de rubbers in de ophangpunten van het blok weten daar goed raad mee want die ‘good vibrations’ worden nooit hinderlijk. Ze dragen alleen maar bij aan het gevoel dat je echt op een werkende machine zit.
De gasreactie van het blok is goed, maar niet superdirect. Het voelt paradoxaal genoeg allemaal best romig en goed doseerbaar voor zo’n dikke, stampende unit die voor hedendaagse Harley-begrippen een kleintje is. Het blok nodigt uit tot laagtoerig en schakellui rijden, maar klimt gewillig in toeren als je ‘m van jetje geeft. De V-twin perst er dan net geen 70 pk uit en die zijn nooit overweldigend. Evengoed er is genoeg vermogen en koppel aanwezig om je flink vooruit te katapulteren. Er zullen altijd types zijn die je er fijntjes op wijzen dat andere merken het qua vermogen beter doen met een 1200cc-blok, maar die missen een belangrijk punt. Beter is niet altijd hetzelfde als begeerlijker.
Origineel
En dat brengt ons bij de laatste en misschien wel de belangrijkste eigenschap van het rijden op de 48 Special. Dat is het simpele feit dat het een Harley is. Dat maakt dat deze motor gelijk al 10-0 voorstaat op een custom of bobber van een ander merk. Die blijven voor heel veel mensen, hoe mooi of goed zo ook zijn, toch een ‘hommage’, om het eens sympathiek te formuleren. Op een Harley-Davidson zit je in deze categorie motoren gewoon op het origineel. En op een 48 Special ook nog eens op een heel gave, met een karrevracht aan Sportster ‘heritage’. Dat voelt, ook bij deze nuchtere Hollander, stiekem verrekte goed kan ik je zeggen.
Harley-Davidson 48 Special Test: Conclusie
Niemand die op zoek is naar de snelste, best sturende of meest logische motor zal uitkomen op een 48 Special. Nee, deze motor wil je juist om zijn vette 70’s geïnspireerde looks, relaxte zithouding, het bullige blok, uit duizenden herkenbare geluid en het gevoel dat rijden op het enige, echte Amerikaanse origineel je geeft. De welbeschouwd wat onlogische keuzes qua tankinhoud en bandenmaat neem je daarbij op de koop toe. Vorm gaat hier gewoon boven functie. Is allemaal onderdeel van de ervaring.
Wil je die ervaring ook, moet je voor de 48 Special tenminste € 14.750,- meebrengen. Niet goedkoop voor verder zo’n basic en kale motor, maar ook niet duur voor een nieuwe Harley. Troost je met de gedachte dat Sportsters niet heel snel hun waarde verliezen. Overweeg je serieus om een nieuwe 48 Special of een andere Sportster te kopen, wacht dan niet te lang. De voorraad van deze laatsten der luchtkoelers is maar beperkt. Rennen!
Plus
Super zadel, levendige V-twin, seventies styling
Min
Vaak tanken, beperkte grondspeling
Technische gegevens Harley-Davidson 48 Special
MOTOR | |
Type | luchtgekoelde V-Twin |
Cilinderinhoud | 1202 cc |
Boring x slag | 88,9 x 96,8 mm |
Kleppen/cilinder | 2 |
Compressie | 10:01 |
Carburatie | injectie |
Koppeling | meervoudige natte plaatkoppeling |
Transmissie | vijfbak |
Eindoverbrenging | riemaandrijving |
PRESTATIES | |
maximaal vermogen | 67 pk (@ 5750 tpm) |
maximaal koppel | 96 Nm (@ 3750 tpm) |
RIJWIELGEDEELTE | |
Frame | stalen buizenframe |
Voorvering | telescoopvork Ø 49 mm |
Achtervering | stereoschokdempers |
Stelmogelijkheden | veervoorspanning |
Rem voor | enkele 300 mm schijf met dubbelzuiger remklauw |
Rem achter | enkele 260 mmschijf met dubbelzuiger remklauw |
Banden | 130/90B16 73H, 150/80B16 77H |
MATEN EN GEWICHTEN | |
Wielbasis | 1.495 mm |
Balhoofdhoek | 30,2 graden |
Naloop | 135 mm |
Zithoogte | 705 mm |
Gewicht (rijklaar) | 256 kg |
Tankinhoud | 7,9 l |
PRIJS | |
Nederland | € 14.750,- |
België | € 12.800,- |
Importeur | Harley-Davidson Benelux B.V. |
Web | https://www.harley-davidson.com/nl |