Al maak je me in het holst van de nacht wakker, de route van en naar mijn werk dreun ik blindelings op: A22, A9, A2 en de N201. Of de A22, A10 en A1. Zo rijd ik altijd naar mijnwerk, maar niet op deze Royal Enfield. Hiermee tuf ik – noodgedwongen én vrijwillig – lekker binnendoor. Op deze Bullet 500 Trials Works Replica is alles anders.
Met 27,2 pk aan boord is het duidelijk dat deze retro het niet van zijn topsnelheid moet hebben. Het snelheidsrecord voor een zwaar opgefokte, op methanol gestookte Bullet staat op 193 km/u. Dat geeft al een indicatie dat de snelweg niet de ideale biotoop van een standaardexemplaar is. De praktijk bevestigt dat. Op de snelweg schakel je steeds door naar een volgende versnelling, die er vervolgens nooit is. Het is lastig te accepteren dat het echt over is qua motorische prestaties. Ga je vol op het gas, dan nemen de hoeveelheid trillingen kwadratisch toe, maar de paardjes blijven rustig op stal. Die verzetten nog geen stap.
Je leert al snel hoe je ze wel in beweging krijgt. Vroeg opschakelen is het devies, onwaarschijnlijk vroeg zelfs. Zodra het gezellig ploffende blok honderd toeren meer dan stationair draait, kan de vijfbak aan het werk. Dieselen moet het, met ferme klappen uit bochten vertrekken. Een krappe minirotonde neem je niet in de tweede versnelling, maar in vier. Als je eenmaal die routine hebt, is het genieten. Je blijft alleen al ver van de snelweg vanwege alle rotondes op de provinciale wegen waar je hakkepuffend en genietend uit komt. De volledige ontspanning die dat oplevert, is het ultieme medicijn tegen een burn-out en ander geestelijk ongemak.
Op dag één vervloek je de Bullet nog, op dag vier ben je aan hem verknocht. Het neemt niet weg dat de Enfield op de eerste dag trilt als de ziekte en niet vooruit is te branden. Vanaf 90 km/u is het stiekem wel te veel van het goede, al tikt het blok de 130 km/u nog wel aan. Na de eerste kilometers kun je je onmogelijk voorstellen dat je ooit verliefd wordt op dit hok.
Op dag één vervloek je de Bullet nog, op dag vier ben je aan hem verknocht.
Op dag vier is de knop geheid om en staar je in de garage nog even een minuutje liefkozend naar het charmante eencilindertje voordat je de garagedeur op slot draait. Dit is zo’n schatje. Het is een pluizige labradorpuppy die zijn eigen staart achterna jaagt. Het is het equivalent van een paar reebruine glanzende ogen van een jonge zeehond.
Gewetensvraag: wil ik deze motor annex hartendief hebben? Daarbij moet ik wel vertellen dat ik nog nooit een auto heb gehad en alles op de motor doe. Als enige motorfiets wil ik de Trials Works Replica niet, wel als tweede. Waarschijnlijk pak ik hem dan ook nog eens veel meer dan de moderne huis-tuin-en-keukenmotorfiets die ook in de garage staat.
De Trials biedt meer comfort dan je op het eerste gezicht zou zeggen. De zithouding is klassiek, met de voeten naar voren, maar het kan er met de lage snelheden best mee door. De stereoschokdempers achter beschikken over slechts tachtig millimeter veerweg, maar gelukkig beschikt het eenpersoonszadel ook nog over vering. De demping staat vanzelfsprekend op standje comfort, omdat je het bij deze motorfiets als vanzelf uit je hoofd laat om te jakkeren.
Gewetensvraag: wil ik deze motor annex hartendief hebben?
Ontspannen rechtop zittend zwier je door bochten, die val je niet aan. De motorfiets is zo licht dat insturen verrassend weinig moeite kost. Het rijgedrag voelt vertrouwder dan verwacht, al zijn de bandjes wel gevoelig voor opgeplakte strepen.
De remmen – geen historisch correcte trommels, maar schijven vanwege de ABS-verplichting – presteren wel als verwacht. Laat ik het erop houden dat het loont om de achterrem er altijd bij te pakken. De voorrem biedt net zo weinig gevoel als daadkracht. Gelukkig heeft hij amper iets af te remmen, want de Trials voelt licht aan. Door zijn enorme draaicirkel druk je hem dan ook moeiteloos in het krapste gaatje in de schuur. En daar begint weer dat hele ritueel van nog even je ogen laten glijden langs het fraaie groen gelakte frame, de chromen tank en het gebeeldhouwde blok.
Meer motortests lezen? Kijk snel hier!
Foto’s: Pim Hendriksen