Praktisch en handelbaar zijn deze middenklasse-toerscooters allemaal, maar het zou zo fijn zijn als ze ook nog wat emotie losmaken. Welke doet dat het beste?
BMW C400GT
Als we één merk associëren met toeren, dan is het wel BMW. Weet de fabrikant het luxe en doordachte toergevoel op verkleinde schaal te vertalen naar een middenklasse-scooter?
De C400GT is nieuw dit jaar. Sinds 2011 timmert BMW aan de weg met de C650GT en C650 Sport en nu maakt het merk de oversteek van zware scooters naar middenklasse-scooters. Net als bij de zware jongens bieden de Duitsers daarbij twee varianten: de sportieve C400X en deze C400GT.
WAARDELOZE RAND
Bij het plaatsnemen op de C400GT is het meteen duidelijk dat BMW de G(ran) T(urismo)-component serieus neemt. Meer dan op de andere twee scooters zit je in de scooter met een hele lading polyester voor je neus. Het stuur staat hoog ten opzichte van het zadel en dat levert een ontspannen aanvoelende, maar passieve zithouding op. Heb je lange stelten, dan is de BMW jouw scooter, met de meeste beenruimte en een ontspannen kniehoek.
Bovendien houdt het brede kuipwerk regen weg bij je benen. Het zadel is breed en het gebruikte schuim ondersteunt je achterste prima. Een compliment voor het zadel is absoluut op zijn plaats. Wel moet ons één ding van het hart. Waarom hebben al deze scooters een opstaande rand waartegen de rug zogenaamd steun vindt? Elke rijder vervloekt zo’n ding. Wat is er mis met een vlak zadel? Het overdadige polyester op de BMW zet je lekker uit de wind, maar het stroomlijnruitje is niet instelbaar en dat verrast toch op dit luxebeestje. Waar je een elektrisch verstelbaar scherm verwacht, krijg je helemaal niets.
BESCHULDIGENDE VINGER
Gelukkig liggen de tijden achter ons dat scooters niet veel van remmen moesten hebben. De BMW beschikt over fijne remmen die krachtig en vol gevoel zijn te doseren. Het gas laat zich eveneens goed doseren, maar al snel knal je altijd volgas bij een verkeerslicht weg. Zelfs een 350cc-eencilindertje drukt er dan een indrukwekkende sprint uit. De BMW onderscheidt zich motorisch niet van de andere twee. De blokken presteren – zelfs met wat minder cc’s voor de Beier – wat dat betreft redelijk gelijk. Dat doet hij wel op stuurgebied, maar niet in zijn voordeel. Een scooter stuurt met zijn kleine wieltjes al wat vager dan een motorfiets, maar het stuurgevoel van de BMW is wel erg indirect. Het is gissen wat er aan de voorkant gebeurt. De beschuldigende vinger kan worden uitgestoken naar de erg zachte vering. Die is erg op comfort gericht en dat wreekt zich bij sportieve ritjes en bij duogebruik.
Kymco Xciting S400i
Een grote onbekende in motorland, maar zeker niet in scooterland. De Taiwanezen bouwen alle soorten scooters; van elektrisch tot zware sportscooters. Werpt die ervaring zijn vruchten af?
Als toerfiets laat de Kymco inderdaad steekjes vallen, maar het is opvallend hoe goed hij het op allerlei onderdelen doet. De aantekening in mijn opschrijfboekje spreekt boekdelen: ‘Stiekem misschien toch wel de beste en dat voor de laagste prijs.’ Scooters hebben met hun kleine wieltjes vaak de vervelende eigenschap een dubbeltje op het wegdek te laten doorkomen alsof het een putdeksel is. De Kymco heeft daarvan minder last dan gebruikelijk. Die stuurt ook in lange doorlopers redelijk stabiel en koersvast.
SCHEEPSMOTOR
De Xciting S400i en de XMax 400 lijken erg op elkaar. De Yamaha is luxer, maar de rijervaring komt overeen. De Kymco weegt het meest, maar voelt niet het zwaarst. De scooter komt erg compact over en de bescherming van bovenlijf en benen is niet op het niveau van de tegenstrevers. Dat levert minpunten op bij het toeren, maar dat compenseert de Taiwanees met het Noodoe-navigatiesysteem. De digitale wegwijzer toont je de route in het middelste scherm van het dashboard. Zonder Noodoe staat daar een klok die overeenkomsten vertoont met de wijzerplaat van de Big Ben.
De motoren van deze drie scooters onderscheiden zich amper van elkaar. Het zijn stuk voor stuk eencilinders met een cilinderinhoud van zo’n 400 cc. De Kymco reageert het gretigst op het gas. Dit is een blokje dat er echt zin in heeft. Wel staat hij stationair draaiend voor een stoplicht te stampen alsof het de scheepsmotor van een rijnaak is. Overigens produceren alle blokken goed voelbare trillingen. Wat de drie verder ook goed doen, is het bieden van een uitstekend uitzicht naar achteren. De spiegels zijn prima voor elkaar.
HEERLIJK NO-NONSENSE
De Kymco heeft het niet zo op tierelantijnen. Het klepje voor de benzinedop trek je maar gewoon handmatig open in plaats van op een knopje te drukken. Een contactsleutel draai je zelf maar om, in plaats van een elektronische sleutel. Tegelijk heeft hij wel het gemakkelijkst in hoogte te verstellen windscherm. Het is een kwestie van prioriteiten stellen. Kymco hecht meer waarde aan een paar fijne remmen. Die vertragen het best en met het meeste gevoel. Bovendien kun je de hendels instellen. Kymco kan helaas de verleiding niet weerstaan om zo’n irritante ruggesteun te monteren, maar van dit exemplaar heb je het minste last. Het scherpe lijnenspel van de Xciting S400i komt terug in zijn karakter. Dit is de kleinst en meest sportief aanvoelende scooter van het gezelschap. Toch geeft hij zeker de Yamaha goed tegenstand als het op toeren aan komt. Als bonus is hij ook nog eens heerlijk no-nonsense.
Yamaha XMax 400
Noem Yamaha gerust de referentie als het gaat om het bouwen van sportieve scooters. De TMax verkoopt niet voor niets zo goed. Hoe vergaat het de Japanners bij een toerscooter?
De XMax 400 is geen TMax, maar de Yamaha voelt al snel als de ideale tussenvorm tussen GT en sport. Aan de ene kant heeft hij een sportief lijntje, aan de andere kant biedt het windscherm meer dan genoeg bescherming tegen weerselementen. Net als bij een klassieke toerfiets drukt de rijwind op hoge snelheid in je rug.
ALS SINTERKLAAS
Met de immense bagagebak onder het zadel zijn zowel sportievelingen als toeristen in hun nopjes. Het is bizar hoeveel rotzooi je erin kwijt raakt. De zaterdagse boodschappen lukken niet, maar de dagelijkse boodschappen wel. BMW kan hieraan een voorbeeld nemen. De Duitse scooter heeft wel een handigheidje. Als de C400GT stilstaat, kun je een groot luik openklappen waarin een helm past, maar onderweg moet dat luik ingeklapt zijn en valt de overgebleven bagageruimte tegen. Leuk idee, deze Flexcase, maar de XMax heeft het beter voor elkaar en op de iets minder ruime Kymco heb je ook geen klagen.
De bagagebak heeft ook een nadeel. Het zadel is breed en daarom voelt de bodem ver weg als je een been aan de grond zet. Dame Mirjam omschrijft het gevoel als een enorme plak maandverband tussen haar benen. Zelf denk ik dat Sinterklaas het gevoel herkent als hij op Americo over de daken rijdt. Van dit drietal heeft de XMax de actiefste zithouding. Lekker om niet onderuitgezakt te zitten als op de BMW, maar het stuur op een actievere manier vast te houden. Het gaat te ver om het een aanvalshouding te noemen, maar de zit is prima voor elkaar.
IRRITANT PIEPEN
Qua rijwielgedeelte en de motor lijken de Kymco en Yamaha op elkaar. De toergerichtere BMW zet zich hier buitenspel. De Yamaha heeft de meest directe sturing al is het niet het één-op-ééngevoel van een goede motorfiets. Zelfs de best sturende scooter voelt in een lange doordraaiende snelwegoprit onrustig. Bovendien vertaalt hij elk steentje en elk richeltje dat je tegenkomt in wat onrust. Over onrust gesproken: een elektronische sleutel voelt luxe en heeft voordelen, maar waarom begint een scooter irritant te piepen als je bij hem wegloopt terwijl het contact nog aanstaat? Erg irritant, zo’n scooter met verlatingsangst. Overbodige angst ook, want de XMax doet het goed, dus die wil je niet kwijt.
METEN IS WETEN
Van meten is weten is dit keer geen sprake. De Marolo-testbank weet geen raad met scooters met hun CVT-transmissies. Bij de opgegeven vermogens moeten we de fabrikanten op hun blauwe ogen geloven. Gevoelsmatig verschillen de blokken in kracht niet veel van elkaar. Bij een potje vlammen, het logische gevolg van groeiende ergernissen door allerlei wegafsluitingen en eenrichting straten, bleef het trio mooi bij elkaar. De Yamaha boekt wel winst op onze weegschaal. Met 203,2 kilo is hij met afstand de lichtste. De Kymco weegt 216 kilo en de BMW is met 213,5 kilo verrassend iets lichter. Bij een tankbeurt is het lastig om niet te grijnzen. De BMW tekent 1:25,9 op, de Kymco 1:26,6 en de Yamaha 1:25,7.
CONCLUSIE
Als deze test iets bewijst, is het dat minimale verschillen grote consequenties hebben. De visie van BMW, Kymco en Yamaha op een middenklasse-toerscooter verschilt slechts marginaal, maar toch staan hier scooters die flink verschillen. Bij de C400GT draait het allemaal om toeren en luxe. Dat biedt de Duitser ook volop, maar het gaat ten koste van de dynamiek. Sturen voelt het vaagst en de vering is erg comfortabel, of te zacht zo je wilt. Als je in luxe wilt scooteren en geen dikke scooter als een Burgman of C650GT nodig hebt, is dit een prima keuze.
De Kymco en de Yamaha schurken dichter tegen elkaar aan. Natuurlijk bieden ze het gemak van een grote bagageruimte en een automatische bak, maar de twee zijn leuker en speelser om mee te rijden dan de BMW. Gelukkig heeft ook deze Yamaha sportiviteit in zijn genen. Met een grote broer als de TMax is hij het aan zijn stand verplicht. Met de luxe zit het ook goed, getuige de elektronische sleutel, de afsluitbare vakjes in het dashboard, het grootste bagagevak en de beste windbescherming.
Dat zijn allemaal zaken die ontbreken op de Kymco. Toch is de Taiwanees niet kansloos, omdat hij € 600 goedkoper is. Bij dit soort voertuigen – waarbij ratio belangrijker is dan emotie – is dat een steekhoudend argument. Minder steekhoudend bij een test van middenklasse-toerscooters is de voorliefde voor de sportievere scooters. Niet groottoerist BMW gaat met de winst aan de haal, maar de frivolere fietsen. De TMax combineert sport en toer het beste, maar de Xciting S400i overtuigt met zijn prijs, gratis navigatie en het gretige blok. De prijsbewuste motorrijder in mij zet de Kymco daarom op de eerste plek. Het verschil met de Yamaha is echter klein en voor die paar extra euro’s krijg je ook echt iets meer luxe en een nog net iets beter sturende scooter.
Tekst: Ad van de Wiel
Fotografie: Jacco van de Kuilen
De volledige test werd gepubliceerd in MOTO73 editie 24. Nabestellen? Dat kan natuurlijk hier!