Motorrijden is echt het liefste dat ik doe, maar stijlvol met mijn kevlar spijkerbroek en motorsneakers over de snelweg naar de fotolocatie knallen is toch redelijk fris bij -3. Een hete bak koffie om me aan te warmen in het vooruitzicht geef ik hem dan ook maar flink de sporen. Dat is in het zadel van deze SV650XA goed te doen. Uit de 645cc V-twin met dual spark ontsteking perst hij namelijk maximaal 76 pk en 64 Nm koppel. Niet buitensporig bruut, maar zoals de Amerikanen zeggen: ‘it gets the job done’. Die prestaties zijn overigens gelijk aan de basis SV650 die Suzuki in zijn assortiment heeft. Deze XA – de A staat voor ABS, zoals gebruikelijk bij Suzuki – is daar dan ook vrijwel gelijk aan. Het gaat slechts om een caféracer-uitvoering. Frappant eigenlijk, want bij de letter X denk je eerder aan een Scrambler. Niet in dit geval. Met het kleine ronde kuipje rond de koplamp, de clip-ons en daarmee sportieve zit is dit absoluut een café-racer.
Opgejaagd
En met zo’n hip racertje wil je dus ook zeker even tekeer gaan. Hoewel het blok hetzelfde is, maakt de sportieve zit alsof het toch net allemaal een tandje harder gaat. Vanaf 3.000 toeren pakt hij lekker op en daarna blijft hij – op een klein dipje bij 6.500 toeren – doortrekken. Piekvermogen vindt je bij 8.100 toeren maar hij kan nog door naar 10.500 als je dat zou willen. Dan leer je de Arrow-einddemper echt te waarderen. Heel veel luider dan de standaard pot is hij niet, maar het geluid wordt er wel dieper van. Precies wat je wil. Want knallen dat hij doet. Man wat is dat V-twin blok van de SV toch goed. En in combinatie met die optionele Arrow weet de hele buurt hoe goed dat ding loopt. Hartstikke leuk natuurlijk dat café-racer uiterlijk, maar comfortabel is anders. Binnendoor komt die sportievere zit veel beter tot zijn recht. Bochtje hier, bochtje daar; wat een feest. Slechts 198 kilo schoon aan de haak laat zich nu eenmaal lekker sportief in een bocht gooien. Hier komt vooral het ‘racer’ uit café-racer goed tot zijn recht. Het frame is erg stijf waardoor je heel secuur kan aanvoelen of je nog wat over hebt in een bocht of niet. Het geheel ligt stabiel op de weg wat ervoor zorgt dat je polsen niet al te veel verzuren door hobbels en dergelijke oneffenheden. Overigens is het remvermogen puik. De dubbele schijven voor leveren meer dan voldoende remkracht om dit relatieve lichtgewicht een halt toe te roepen. Niets dan lof voor de X op dit terrein. Het dashboard is gelijk aan het standaardmodel digitaal, wat voor mijn smaak wel analoog had mogen worden à la café-racers van weleer. Ondanks die gemiste kans doet hij het prima. Goed afleesbaar en de informatie is op logische plekken te vinden in het scherm. Van informatievoorziening wisselen of resetten doe je met twee knoppen aan de bovenkant van het schermpje.
Bomvol
Na een week sturen blijf ik met één vraag in mijn maag zitten. Zijn de wijzigingen die men heeft gedaan aan de standaard SV650 voldoende om hem als een nieuw model te bestempelen? Nee, is daarop mijn antwoord. Voor de X-uitvoering betaal je slechts 600 euro meer en de verschillen zijn op één hand te tellen. Voor dat geld krijg je een andere kleurstelling, clip-ons en een ander kuipje dat samen met de twee kleine zijkappen een mooiere lijn in het ontwerp brengt. Oh en een fraaier zadel. Dat is het eigenlijk wel. Met een café-racer kitje voor het basismodel kom je daar ook wel. Enfin, Suzuki heeft die keuze niet gemaakt en dat is ook prima. Overigens moet nog wel gemeld worden dat de X die wij rijden werkelijk bomvol accessoires zit. Met onder meer uitlaatlint, velglint, die dikke Arrow-demper, LED knipperlichten rondom en een andere kentekenplaathouder is hij dan ook 935,90 duurder dan een standaard X. Maar hij is in deze vorm wel echt super chic. Dit is die fiets waarmee je op zondagmiddag langs de terrassen rijdt. Een extra rondje mee maakt omdat een knaap van een jaar of 10 je met open mond stond aan te gapen. Nog even een dot tussengas om die blaffende pijp te horen weerkaatsen in een tunnel. Van alle dingen die de SV toch al leuk maakte net dat beetje extra.
Tekst: Tom van Appeldoorn, Fotografie: Jarno van Osch / Shot Up Productions