Met alle respect voor de Benelli Tornado-, MV Agusta- en Yamaha MT-09-generaties en Belgische abdijen, blijft Triumph toch de uitvinder van de moderne triple. Maar dat maakt de vernieuwing van de populaire ‘middenklasser’ niet minder gewenst. Enter de Street Triple 765, in de snelste, meest hartveroverende RS-uitvoering. Mag je met 123 pk überhaupt nog wel neerbuigend spreken van een middenklasser?
Bivakkeren MV en (vooral) Benelli nog altijd in een nichehoek, de fabrikant uit Hinckley heeft de afgelopen drie jaar serieus te duchten gehad van Yamaha’s (late) driecilinderreactie. Jaar na jaar lachte Triumph in zijn vuistje dat geen grote fabrikant zich trachtte te mengen in het aan Triumph gereserveerde domein van driecilinders. Hetzelfde jaar na jaar vaagden de Britten, zeker ook in de pers, de vloer aan met de status quo aan Japanse viercilinders op het gebied van karakter en rijsensatie. Mede door de komst van de MT-09 moest er in Engeland wat gebeuren onder moeders paraplu, waarvan acte: niet een, maar drie nieuwe Street Triples betreden het strijdtoneel. De S-versie kun je aanmerken als de 113 pk sterke prijsvechter (€10.500,-), de R als het luxer uitgeruste superlatief annex alternatief met 118 pk (€11.900,-) en de RS als de kaviaar op de toast. Qua topkoppel legt de RS het met tien Newton meter af tegen Yamaha’s gave MT-09, maar in topvermogen overklast hij de 847 cc met een geclaimde acht pk. Daarnaast weegt de Triumph een ongekend lage 166 kilo (droog!), de Yamaha 193 kilo (drijfnat!). Maar aan de RS hangt een prijskaart: €13.400,- scheelt eventjes 2.700,- eurootjes met de Yamaha.
Verfijnde ingrediënten
Je zou op voorhand argwanend kunnen staan tegen die prijs van de Brit, maar voor de smakelijkste, meest verfijnde tripel in abdijland betaal je nu ook eenmaal €2,79 bij Albert Heijn. Die prijs laat zich verklaren door de verfijnde ingrediënten: misdadig heftige Brembo M50-remmen, Öhlins STX40 monodemper, een oogstrelend, multifunctioneel TFT-dashboard display, Big Piston-Showa voorvork, quickshifter (alleen voor opschakelen), Daytime Running Lights in de koplampen en een digitale vangnettencentrale van de bovenste plank. De RS beschikt alleen al over vijf verschillende rijmodi en duik je dieper in de goed begrijpelijke menu’s, beland je zelfs in een functie voor automatische knipperlichtafslag na een bocht. De begeleidende handleiding van de menuverklaring zal een lijvige wezen. De hebzuchtfactor van het TFT-display (ook aanwezig op de R) neemt extra grote proporties aan door het zestal aanwezige displaystijlen en –lay-outs. Iedere layout heeft een prachtige verdeling van info en prioriteiten, naar gelang je voorkeur, waarbij (onder vele andere) het toerental op steeds verschillende grafische wijzen in beeld wordt gebracht. Subliem gemaakt en voor sommige (design)freaks een aankoopargument op zich. De grafische weergave op je smartphone is er kattenpis bij. Let wel: de S-versie moet dit dashboard missen als kiespijn.
‘Rain’…
Maar de blik dient zich te richten op de Spaanse buitenwereld en die is koud, regenachtig en grauw. Een serieuze streep door de rekening voor de sportiefste 765, zeker met het oog op de Pirelli Supercorsa SP’s, banden die pas tot hun recht (en temperatuur…) komen onder behaaglijke, liefst sportieve omstandigheden. De ochtendsessie op de meest geweldige zigzaggende binnenwegen ontaardt aanvankelijk in een glibberpartij op eieren, dus intense frustratie. De Street Triple RS stuurt loom, onsamenhangend en van enige feedback blijkt geen sprake. Met een set Dunlop Roadsmart of Bridgestone A40-adventurerubbers zouden we stukken gerustgestelder zijn geweest. Met de modus op ‘Rain’ – tijdens het rijden te verstellen met gas terug en koppeling ingetrokken – voelt de krachtbron zich niettemin als een vis in het water. Vanaf de laagste toerentallen pikt het blok fraai op en trekt je in zijn middengebied uit iedere situatie. De sinds jaar en dag bekritiseerde versnellingsbak blijkt niet aan de aandacht van de technici ontsnapt, schakelt best precies, zeker en soepel. En ondanks montage van de quickshifter is ook koppelen geen straf of verzoeking; door de nieuwe bekrachtiging en slipkoppeling voelt het hendel links zowel soepel, als fijn doseerbaar.
Overbemeten
Tijdens deze survival merk je het onbetwiste voordeel van een gebrek aan machinegewicht. Heb je geen stress in je lijf, laat de motor zich fris en fruitig swingen onder je als je ook je beenspieren en voeten op de voetsteunen aan het werk zet. De evenwichtige, licht agressieve zithouding bevordert het min of meer vertrouwde gevoel in deze situatie. Weet ook dat een rechterpink volstaat om de machine gruwelijk doeltreffend en ultraprecies af te remmen. Net als voor de banden geldt dat de Brembo M50-klauwen feitelijk zwaar overbemeten zijn voor allround-omstandigheden. Het verfijnde ABS vangt de overkill soepel op, dat wel. Deze ABS wordt net als tractiecontrole en motormapping aangepast aan de ingeschakelde rijmodus. Hopeloos verdwalen in de menustructuren (zoals bij die Italiaanse drie- en viercilinders…) blijft voorbehouden aan digibeten; de joystick aan de linker knoppenwinkel werkt uit de kunst en maakt de menu’s extra inzichtelijk. Om een aloude smet op Triumphs bij allround-gebruik op te rakelen: de altijd en overal irritante draaicirkel is goddank iets verkleind ten opzichte van vorige modellen, al houdt de stuuruitslag nog niet over. Keren op een tweebaansweg betekent nu van zijstreep naar zijstreep doseren; in- en uitsteken blijft bij secuur afsnijden en afschuinen overbodig.
Nog te temmen
Als het droog dreigt te blijven, begint ook bij de piepkleine voorrijder het heilige vuur te ontbranden. En bij de RS. Met een wezenloze gang tot 190 per uur beginnen beide de flauwbochtige, verlaten wegen af te branden en de Street Triple voelbaar in zijn element te raken. De standaard storende fluit uit het motorblok bij stationair draaien wordt bij de laagste toerentallen al omgevormd tot een hartveroverend, opzwepen gebrul uit de airbox.
Voelt de machinekamer al flink potent in het middengebied op een manier zoals alleen een driecilinder kan etaleren, vanaf pakweg 8.500 toeren is er geen houden meer aan en giert de Street Triple venijnig hard door. Het bruikbare toerenbereik is (ook driecilinder eigen) breed als het strand van Biarritz, waardoor je altijd de juiste dosis power tot je beschikking hebt, zonder aangewezen te zijn op louter de vetgemeste onderbuik van een Speed Triple 1050. De dosis koppel die je tot je beschikking hebt bij 5000 toeren is omvangrijker dan het maximale koppel dat de vorige Street Triple 675 voor mekaar bokste. Het aangenaamste van alles blijft dat deze ‘middenklasser’ een nog te bemannen snelheid in zich heeft. De snelheidsontwikkeling is bruikbaar en te temmen, voor je geest nog bij te houden, zonder dat sturen over bochtige wegen uitdraait op een intimiderend ‘stop & go’-spektakel.
Een volgende grote verbetering betreft het verkorten van de eerste twee versnellingen ten opzichte van het vorige model. Bij de vorige Street waren deze te lang gemaakt, waardoor de kwispelende vrolijkheid van het eerste model de nek om werd gedraaid. Nu is de speelsheid van korte eerste versnellingen weer grotendeels terug, al zijn onbedoelde wheelies in onervaren handen uitgesloten door wheelie control en een uitgekiende geometrie en gewichtsverdeling. Deze laatste wordt in de hand gewerkt door een nieuwe, fraaie achtervork die hoger in het blok scharniert. De wheelie controle is overigens uitschakelbaar, maar zet je het contact uit, moet je opnieuw het menu in.
Messcherp
Terwijl gitzwarte wolken zich samenpakken voor een langdurige pot noodweer, krijgen we ternauwernood nog een kwartier de gelegenheid om een droog circuit van Catalunya af te struinen. In Duitsland wordt al jarenlang de zogenoemde Street Triple Racecup verreden, dus stond de 675 al zijn mannetje op circuit. Met aangescherpte vering-, demping- en computersettings blijkt in de RS een nieuwe dimensie te schuilen op rijwieltechnische en motorische prestaties. Bij het warmrijden voelt het geheel al aan als een handschoen, zo vertrouwd, licht en toch snaarstrak opereert het geheel. Vrij vertaald: voor de onervaren rijder die voor de afwisseling een dagje CRT op Assen ambieert, laat de RS zich prima en vriendelijk aanlijnen. Qua topvermogen kom je serieus goed voor de dag en het achteraanzicht van passerende hyperbikes kom je in bochten wel weer tegen. De Brembo’s in het voorwiel maken ongans laat remmen mogelijk en de balans, de Supercorsa’s en hert lage gewicht maken de RS tot een poeslief, maar messcherp circuitwapen.
Aangename bijkomstigheid is het remhendel dat zowel in stuurafstand als hefboomwerking instelbaar is. Typisch zo’n luxe detail dat normaal gesproken bij de ontwikkeling van een motorfiets door de budgetcommissie wordt geschrapt. Het aloude cliché dat je toch minimaal een schuifpui voor je neus moet hebben bij snelheden boven de legale limieten, kan toch echt bij het grofvuil. Snelheden van 170 km/u kun je zittend uithouden, zonder (in dubbel opzicht) gestoord te worden door turbulenties. Wil je echt voor het gaatje gaan in alle stabiliteit, dan biedt de zit voldoende ruimte voor iedere lengte rijder. Dan blijkt die olijke flyscreen ook nog eens de ergste rijwind van je helm te houden.
Na een kwartier gooit Pluvius de sluizen open, een uur later de hotelbar ook. Met een Estrella Damm in de knuisten overzie ik de dag in gedachten en weet dat mijn credo van tien jaar geleden nog altijd kaarsrecht overeind staat: ‘All you need, is a Street’.
Dit vindt Joost
De wereldpremière van de Street Triple 675 in 2007 in hetzelfde Barcelonese achterland onder dezelfde halfnatte omstandigheden, zal me altijd bijblijven. De Triumph middenklasser kon subiet aanschuiven in mijn persoonlijke, dunbevolkte eregallerij van machines die direct een verpletterende indruk hadden gemaakt, in goed gezelschap van de Fireblade, 916, RSV Mille en YZF-R1. Terwijl de Street Triple nota bene een bereikbare motorfiets bleek te zijn voor Jan en alleman.
Inmiddels beter gewend aan de huidige driecilindercultuur, is mijn verrassing voorbij, zonder ook maar iets aan de kwaliteiten af te willen doen. Integendeel. De Street Triple RS 765 is objectief bezien uiteraard stukken beter dan een decennium geleden, blijft ronduit hartveroverend en speels, opereert naadloos goed en staat nu perfect uitgerust en opgebouwd op zijn wielen. Meer is overbodig. Al zou ik hem direct naar de spuiterij of ‘wrapperij’ brengen voor een even sensationele kleurstelling.