De nieuwste Speed Triple is een logisch vervolg op zijn voorganger. Dat geldt vanzelfsprekend voor de R, maar ook voor de S. Die laatste klinkt als een compleet nieuw model, maar het is gewoon de vertrouwde Speed Triple zoals we die al jaren kennen. Al verkleint de standaard Speed het gat met de R wel. De Nissins die de ‘gewone’ Speed Triple voorheen stopten, maken plaats voor massieve Brembo monoblocs. De meerprijs van de R schuilt hem dus in de exclusieve voor- en achtervering van Öhlins. Verdere verschillen zijn de wheelstriping, rood achterframe, rood stiksel op het zadel, een belly-pan, een voorspatbord en tankdelen van carbon en wat mooie gefreesde onderdelen. Het drooggewicht van de S en R komt uit op exact dezelfde 192 kilo, blijkbaar compenseert het lichte carbon voor het extra gewicht van de belly-pan. Voor al die luxe betaal je € 1700 extra. Een schijntje als je achteraf zelf de Öhlins voorvork en achterdemper moet aanschaffen, maar nog altijd een fikse bom duiten.
Ride-by-wire
Het motorblok kreeg veel aandacht. Het rijwielgedeelte komt er in vergelijking met die turbine maar bekaaid af. De balhoofdhoek en de naloop wijzigen fractioneel, maar verder blijft alles wel zo’n beetje bij het oude. Het aluminium frame en de nog altijd machtig mooie enkelzijdige achterbrug zijn zo goed als ongewijzigd overgenomen. De 1050 cc zware driecilinder is op 104 plekken aangepast. Het ride-by-wire gashendel is de meest in het oog vallende vernieuwing. Hierdoor beschikt de Speed Triple over vijf verschillende rijmodi. Het is het gebruikelijke rijtje: Rain, Road, Sport, Track en een geheel naar eigen wens in te stellen modus. In alle gevallen levert het blok het maximale vermogen, maar past de injectie de gasreactie aan.
Enthousiaster
Het vermogen stijgt met vijf pk tot 140 pk en met 112 Nm blijft het koppel nagenoeg gelijk. Veel belangrijker is de manier waarop de triple zijn vermogen afgeeft. Het beschikt namelijk over het gehele toerengebied – van stationair tot rood – over meer vermogen en koppel. Zeker het middengebied is een stuk rijker bedeeld en daardoor trekt de Speed Triple je ongeacht de gekozen versnelling enthousiast uit elke bocht. Het bijbehorende driecilindergeluid is genoegzaam bekend, maar de 2017-versie klinkt nog net iets lekkerder. Het nieuwe uitlaatsysteem ademt niet alleen zeventig procent makkelijker, maar het klinkt ook nog net iets bruiner. Omdat het blok eenvoudiger zijn gassen kwijt raakt, draait het ook makkelijker toeren. De Speed Triple voelt nog net iets enthousiaster dan voorheen. Iedereen die zich blind staart op paardjes kijkt het best een deurtje verder, maar de moddervette 140 pk’s zijn meer dan genoeg op straat en voor een circuitdag. De manier waarop de karaktervolle driecilinder zijn vermogen aflevert, krijgt nog altijd de handen op elkaar.
Topklasse
De Triumph stuurt gevoelsmatig met minder inspanning in dan voorheen. Volgens Triumph draagt de gewijzigde zitpositie (iets actiever en meer in de motor) bij aan het toegenomen gevoel van lichtvoetigheid. Eenmaal op een oor is onverzettelijkheid en balans troef. Maak je geen zorgen, de koers die je hebt uitgezet, vervolgt de Speed zonder morren. Zelfs serieuze gaten in het wegdek deren het dure Öhlins-spul niet. Ze absorberen simpelweg de impact en strak en stabiel gaat de motorfiets door. Alsof die bult in het asfalt simpelweg nooit bestaan heeft. Daardoor benadert de rust tussen de oren die van het rijwielgedeelte. Door een aangepaste rempomp heeft Brembo het eerste aangrijpen iets milder gemaakt. Op de oude R hapten de schijven wel heel erg gretig. Dat doen ze nog steeds, maar de eerste ‘bite’ is iets vriendelijker. Knijp je, met veel gevoel, door dan vertragen de remmen ouderwets stevig. Het ABS doet zijn werk eveneens naar behoren.
Balans
Het kost jaren van evolutie en fijn slijpen, maar de Speed Triple R voelt meer dan ooit in balans. Zoals het hoort bij een doorontwikkeling staat alles weer op een iets hoger niveau. Het blok is gretiger en sterker in de gebieden waar je op straat meestal bivakkeert. Het ongewijzigde rijwielgedeelte voelt door de nieuwe zithouding lichtvoetiger dan voorheen. Aan de vertrouwde stabiliteit wijzigde gelukkig niets. De vering en remmen maken hun R-status wederom helemaal waar. De vormgeving is uiterst herkenbaar, maar net iets scherper en meer bij de tijd. De elektronica voegt echt iets toe en het ride-by-wire functioneert in de eerste poging direct goed.
Tekst: Ad van de Wiel, foto’s: Triumph
[justified_image_grid ids=25088,25089,25090,25091,25092,25093,25094,25095,25096,25097,25098,25099,25100,25101,25102,25103]