Nog steeds vind ik die milieubeweging een griezelig politiek spelletje met vaak slechte onderbouwing, waarbij eerder het geld dan het milieu een drijfveer lijkt te zijn. Waar het echter op neerkomt, is dat de natuur zelf me wel wat kan schelen en rijdend op de Kawasaki besef je dat eens te meer. Hoewel hij het prima doet op de snelweg en zeer zeker ook in het stedelijke verkeer is het namelijk juist op prachtige rustige buitenwegen waar je het meest geniet van wat voelt als een echte ouderwetse motorfiets. Door zijn goedmoedige karakter gaat je hoofd daar ook naar staan.
Natuurlijk blijf je bovenal motorrijder en zit het in je bloed om als vanzelf die ideale lijn te pakken en liefst met een rotgang een bocht in te duiken, maar een schrapende middenbok laat je algauw weten dat de grens redelijk snel is bereikt. Dat voelt als een tekortkoming, maar je kunt het ook zien als verrijking. De snelheid gaat omlaag en terwijl het blok – dat bij lage toerentallen zijn maximum koppel al toont – ritmisch onder je dreunt, merk je dat je de remmen nauwelijks nog aanraakt en alles juist met gelijkmatige snelheid doet.
LAGE TOERENTALLEN
Wat de Final Edition uniek maakt, zijn een Candy Brown metallic lak met Candy Sunset Orange accenten en een Final Edition-logo. Voor de rest is het gewoon een standaard W800. Kawasaki geeft aan dat het om een limited edition gaat, hetgeen de exclusiviteit nog eens benadrukt. Maar ja, heb je dat niet altijd met een laatste model?
Zoals ik al zei, levert deze retro zijn maximum koppel al vrij snel af – 60 Nm bij 2500 toeren per minuut om exact te zijn – en het is ook in dat toerengebied dat je wilt rijden. Doorhalen tot hij zijn 48 pk er bij 6500 omwentelingen uitperst kan prima, maar je merkt dat het niet is waar de motor zich het fijnst bij voelt. Het soepelst rij je tot 3500 toeren, daarna krijg je een gebied van duizend toeren waarin hij behoorlijk trilt en dan heb je nog 2000 toeren tot de fut eruit is. Het moet je aanstaan, maar voor mij geeft dat een motor meer karakter dan eentje die zo lineair is dat hij bij elk toerental hetzelfde voelt. Frame en vering geven tezamen een heel neutraal rijgedrag, alsmede een goed comfort. De beperkte grondspeling maakt dat je nimmer de grenzen van het toelaatbare zult opzoeken en hetzelfde geldt voor de remmerij.
SYMPATHIE
Het grappige aan de W800 Final Edition is dat deze motorfiets weliswaar geen records breekt als het gaat om topvermogen of messcherp stuurgedrag, maar er zijn legio factoren waarmee hij ontzettend hoog scoort. De sympathiefactor bijvoorbeeld is ontzettend groot. Hij oogt klassiek en ontbeert derhalve niet alleen een ‘moderne’ agressieve uitstraling, hij maakt mensen ook nostalgisch en we weten allemaal dat in nostalgie alleen plek is voor mooie gevoelens. Geen motornijd dus, jegens deze Kawasaki, want als er iets is wat deze motorfiets niet oproept zijn termen als snelheidsduivel, maniak, asociaal of gevaarlijk. En dat is ook wel eens lekker, om niet op voorhand al veroordeeld te zijn. Sterker nog, de W800 Final Edition lijkt een onweerstaanbare aantrekkingskracht te hebben op mensen. Waar je hem ook neerzet, iedereen lijkt ineens een onbedwingbare neiging te hebben iets tegen je te zeggen, waarbij ‘Mooi ding’ de boventoon voert, gevolgd door ‘Wat is dat voor merk?’. Want ja, die W op de tank zegt het gros natuurlijk weinig en om eerlijk te zijn: zelfs veel motorrijders zoeken naar het merk.
Wat de W ook doet, is je ruimte geven. Als motorrijder lijkt het te zijn ingebouwd om te klagen over blinde, nietsontziende automobilisten die het op je leven hebben gemunt, maar op de W800 krijg je vaak de ruimte. Wellicht ligt dat aan het eigen rijgedrag, aangezien je je vaak aardig aan de snelheid houdt en je vooral lekker rustig onderweg bent in plaats van te jagen, maar het kan ook de perceptie zijn dat zo’n ‘klassieker’ niet supersnel is en dat je daar dus wat ruimte aan moet geven. Dit in tegenstelling tot moderne motoren, die ‘toch overal tussendoor vliegen’. Hoe dan ook, deze Kawasaki maakt mensen mild en dat heeft absoluut invloed op hoe je deze motor beleeft. Het wordt er nog leuker van!
Tekst: Tim Dekkers, foto’s: Raymond de Haan, Kawasaki
[justified_image_grid ids=24069,24070,24071,24072,24073,24074,24075,24076,24077,24078]