Na wat smeedwerk aan het frame gaat de Chief Vintage plotseling als Springfield door het leven en is hij bedoeld voor een totaal andere doelgroep. Dit is een motor voor reislustige motorrijders met gevoel voor show.
Waar de Chief Vintage afhaakt als toermotor gaat de Springfield door. Dat begint bij de bagagemogelijkheden. In plaats van niet afsluitbare leren zadeltassen beschikt de Springfield over elektrisch te openen en sluiten hardkunststof koffers. Bovendien druk je in een vloeiende beweging een topkoffer als een soort Lego-steen op de kont van de toergerichte cruiser. Om de toegenomen toerkwaliteiten optimaal te benutten, krijgt de duo een groter zadel om niet alsnog om de zoveel kilometer stil te staan vanwege een klagende passagier met een houten reet. Alle wijzigingen leveren een motorfiets op die in twee stappen van toerfiets in showbak (of andersom) transformeert. Met het weghalen van de topkoffer en het windscherm is de Springfield plotseling een ‘blingbling-bagger’ waarmee je gezien kunt worden.
Rake klappen
Een toermotor stelt andere eisen aan een rijwielgedeelte en daarom sleutelde Indian om de metamorfose compleet te maken aan het frame. Om de handelbaarheid met een volle topkoffer (exact zo’n immense hutkoffer als op de Roadmaster) te garanderen gaat de balhoofdhoek van 29° naar 25°. Bovendien gaat de naloop van 155 naar 133 mm. De Springfield moet in theorie dus makkelijker insturen.
Freme knaap
De Indian weegt een niet geringe 372 droeg kilo’s en die voel je vanzelfsprekend. Het aan de hand meevoeren van de motor maakt instinctief plaats voor vanuit het zadel meesteppen. Dat voelt wel zo veilig met bijna vierhonderd kilo motorfiets onder je. Op het leer van het zadel en het rubber van de banden is alles op de Amerikaan van ijzer.
Het zou mooi zijn als nu de zin volgt dat de kilo’s als sneeuw voor de zon verdwijnen zodra je harder dan vijftien kilometer per uur rijdt. Alleen volgt die zin niet, het is namelijk niet zoJe houdt als vanzelf ontzag voor vierhonderd kilo Amerikaans metaal van topkwaliteit. Toch verrast het hoe makkelijk zo’n ferme knaap nog stuurt.
Verrasend ontspannen
Blijkbaar heeft het frame van de Chief Classic zoveel reserve dat het ondanks de met 29 mm gekrompen wielbasis (door de steilere balhoofdhoek) nog altijd zo stabiel is als een mammoettanker. Overigens bedraagt de wielbasis nog altijd een geruststellende 1701 mm. Dat is breder dan een tweepersoonsbed. Ondanks het gigantisch lange stuur en de nog altijd gematigde geometrie stuurt de Amerikaan neutraal en valt hij de bocht niet in. Zodra de snelheid er ook maar een beetje in zit volgt de Springfield keurig de ingezette lijn. De machine is simpelweg in balans en raakt niet van makkelijk van slag af als het wegdek in de bocht niet biljartlakenvlak is. Voor een zware cruiser rijdt dit verrassend ontspannen en strak.
Prachtig blok
Trap de V-twin in de eerste versnelling, laat de koppeling met een streepje gas opkomen, schakel direct door naar twee en zonder morren of protesteren beukt het blok de 372 kilo’s verder naar voren. Misschien zegt 139 Nm @ 2600 tpm alles? Van protesterende zuigers is geen sprake, onwillig gebonk blijft achterwege, alles wat je voelt is een megasterk blok dat je met gezwinde spoed naar voren duwt. Hoe is dit mogelijk bij een 1811 cc zware twin? Elke cilinder meet bijna één liter en de zuigers hebben een diameter van 101 mm. Toch voelt het blok prachtig soepel en gedraagt het zich onderin als een heer. Hoffelijk, voorkomend en zonder een onvertogen woord doet het zijn werk van extreem lage (er zijn motoren die dan amper stationair lopen) tot hoge toerentallen. Het hoort niet en het hoeft niet, maar trek de Springfield door en hij trakteert je vanaf het middengebied nog op een extra portie pit.
Rotruit
Toeren is geen straf op de Springfield en daarmee is de missie van Indian geslaagd. Het zadel is ruim en hard genoeg (al duwt de opstaande rand wel in de rug) en de voeten hebben alle ruimte op de comfortabele treeplanken. Bij het windscherm heb ik een aha-erlebnis, al is het helaas geen positieve. Van een eerdere test met de Chief Classic herinner ik me de turbulentie die de ruit opwerpt. Het ding is weliswaar torenhoog (kleine rijders kijken verplicht door het plexiglas) maar op een of andere rare manier zet hij je niet lekker uit de wind, maar juist in een turbulente windstroom. Die landt letterlijk midden in je gezicht waardoor je al snel ongewild kopschuddend op de motor zit. Toekomstige Springfield-eigenaren leveren met liefde iets in van rijcomfort en pure toercapaciteiten voor pure beleving en het showelement van de opzichtig glanzende Amerikaan. De moddervette klappen van de V-twin werken inderdaad verslavend en rustgevend. Lastig, zoniet onmogelijk, om daar met een viercilinder toerfiets tegenop te concurreren.
Tekst: Ad van de Wiel, foto’s: Arie Bon
[justified_image_grid ids=27080,27081,27082,27083,27084,27085,27086,27087,27088,27089,27090,27091,27092,27093,27094]