De BMW RnineT Pure is de laatste in een lange rij retro’s van BMW. Hij heeft niet het spectaculaire oogstrelende voorkomen van de Racer of Urban G/S, maar het is wel de meest geslaagde nineT tot nu toe. Misschien niet de beste, maar wel de absolute kraker. Hij staat het dichtst bij de filosofie van een retro. Kaal, krachtig, enigszins betaalbaar en zonder technieken/onderdelen die hem te modern maken. Bijna alsof een oude luchtkoeler R80 is omgebouwd tot een knappe caféracer.
Grote niets
De RnineT Pure is zo pure dat die zelfs die toevoeging op het model ontbreekt. Dit is er weer zo’n oermodel met: twee wielen, een blok en een tank. Het voelt als een verademing om op te sommen wat dit ding allemaal niet heeft. Niet pochen met extra’s, maar juist intens genieten van het grote niets. De Pure heeft geen toerenteller, geen ESA, verschillende rijmodi en geen verwarmd zadel. Heerlijk! Natuurlijk kun je een basismodel bij de Beierse fabrikant altijd naar wens aankleden, maar doe dat nou alsjeblieft niet.
Ongelikte beer
Samen met het gelikte uiterlijk is het boxerblok verantwoordelijk voor het grootste charmeoffensief. De luchtkoeler is een heerlijk ongelikte beer die iedereen eenvoudig inpalmt. Iedereen? Misschien toch niet. Het blok is rauw, trilt, geeft zijn vermogen allesbehalve lineair af en dat is precies wat het zo leuk maakt. Tenzij je houdt van een aalgladde ervaring, dan ben je aan het verkeerde adres.
Zinloos gegas
Het erg brede stuur geeft je onwillekeurig een gevoel van ‘wie doet me wat’. Het past perfect bij het oergevoel dat de Pure uitademt. Perfect is de zithouding niet omdat de voetsteunen erg ver naar voren zijn geplaatst. Het maakt het lastig om je op de snelweg schrap te zetten tegen de wind. Gelukkig dwingt de 17L benzinetank je knieën niet al te ver uit elkaar. Met een gemiddeld verbruik van 1:17.1 kom je er bijna 300 km mee weg. Ondanks het zinloze gegas blijft de consumptie binnen de perken. Best knap, want keer op keer draai je het gas verder open dan gedacht.
Serieuze stopkracht
Door het brede stuur, het lage zwaartepunt en het geringe gewicht is het geen straf om de Pure een bocht in te gooien, maar lichtvoetig of schichtig is de motor niet. Stabiel is het allemaal wel. De remmen kennen we zo langzamerhand wel. De Brembo’s genereren een serieuze stopkracht zonder dat het veel moeite kost. Al hebben ze ook op de Pure eerst een stukje loze slag en kan het fingerspitzengefühl beter. Zoals gezegd deelt de Pure zijn genen met de andere retro’s van BMW, maar schuilt het geniale van de motor in zijn eenvoud.
Tekst: Ad van de Wiel, foto’s: Jacco van de Kuilen
[justified_image_grid ids=25336,25337,25338,25339,25340,25341,25342,25343,25344,25345,25346]