Een nieuwe Bonneville, dat is bijna vloeken in de kerk. Want het succes van de Bonneville zit-em juist in het feit dat-ie zo fijn oud is gebleven. Gelukkig hebben ze dat bij Triumph heel goed begrepen. Van een afstandje is de Street Twin nog steeds een klassieker. Maar intussen staat er wel gewoon een gloednieuwe Bonnie, waaraan geen boutje gelijk is gebleven. Mannen met baarden, vrouwen met tattoo’s en Harry de heropstapper: Bonnie is back!
Annemiek van der Kolk
Welkom in 2016, ook dit motorjaar is weer het jaar van de Hipster, rode ruitblouses en mannen met baarden. Een doelgroep die de retrobike een warm hart toedraagt. Grote vraag is of de Triumph Bonneville anno 2016 nog steeds een motor is waarmee je je imago als moderne rauwdouwer kunt bevestigen. Ik reis dus af naar het zonnige Valencia in Spanje voor de grote kennismaking met de kleinste Bonneville van de nieuwe generatie: De Street Twin 900.
Oer-motorfiets
De Street Twin heeft het silhouet van een echte oer-motorfiets. Teken je 2 wielen, een ronde tank, koplamp met een stuur erboven, dan teken je de Street Twin. Knap gedaan door de ontwerpers van Triumph. Ze zijn ze er goed in geslaagd het originele uiterlijk van de Bonneville te behouden. Maar vergis je niet, Bonnie is tegenwoordig wél uitgerust met de modernste technologie. Zo is de Street Twin voorzien van vloeistofkoeling, ride-by-wire, injectie, een USB-aansluiting onder het zadel, de nieuwste generatie ABS en tractiecontrole, maar je moet écht goed zoeken om deze elementen te spotten. Zelfs de radiateur is nagenoeg onzichtbaar weggewerkt tussen de voorste framebuizen. Die kon ook klein blijven, omdat het blok ook nog eens van ribben is voorzien die meehelpen koelen. De injectie is mooi weggewerkt achter een zijkapje, zodat het net lijkt of daar ouderwetse carburateurs achter zitten.
De Street Twin is voorzien van nieuwe gietwielen; 18 inch voor en 17 inch achter. Voor mij als niet-poetser lekker praktisch. Rond me heen hoor ik echter gemurmel van andere journalisten dat ze liever spaakwielen zouden zien. De vraag rijst dan ook, of er nog spaakwielen verkrijgbaar zijn. Hier-en-daar is er nog wellicht nog een setje te vinden bij enkele dealers, is het antwoord van de Engelsen. Maar ze worden niet meer gemaakt door Triumph. Wie nog een setje wil dient zich dus snel te vervoegen bij de dealer, want op is écht op!
Comfortabel
Ondanks alle nieuwe technieken is de motor lichter dan het voorgaande model. En dat is goed nieuws want dat begon, zeker in vergelijking tot de concurrentie, wat zwaarlijvig te worden. De Street Twin weegt droog 198 kilo, waarmee we met een volle tank en alle overige vloeistoffen uitkomen op 217 kilo. Nog steeds geen vlieggewicht, maar je kunt er prima mee uit de voeten.
De zadelhoogte bedraagt slechts 75 cm en door de uitgekiende vorm van het nieuwe zadel kan ik met beide voeten plat het asfalt raken. Dat maakt manoeuvreren vanuit stilstand een peulenschil. Het zadel van het zadel is overigens 25% dikker dan bij het vorige model. En dat is welkom, de zit is lekker comfortabel. De rem- en koppelingshendel zijn beide instelbaar, fijn voor kleine-handen-mensen zoals ik. Het zicht in de kleine ronde spiegels naar achteren is uitstekend. De voetsteunen staan vrij laag en de zithouding is bijna rechtop en daarmee lekker relaxed, zonder last te krijgen van je onderrug.
Het geluid van een Britse Twin
Het wordt tijd dat we een stukje gaan rijden. We starten de motoren en da’s meteen een verrassing: Wat een mooi geluid! Ik ben onder de indruk. Zoals de mensen Triumph al hadden voorspeld; een prachtige tweecilinder-sound. Vance & Hines is de nieuwe partner in uitlaten en dat blijkt een goede keus. Ik zet de motor in de eerste versnelling en moet met een beetje gas en iets slippende koppeling wegrijden, anders slaat hij af. De bediening van de koppeling gaat heel licht en de versnellingsbak laat zich al net zo makkelijk bedienen. Als je niet beter zou weten, lijkt de gashandel verbonden te zijn met een kabel naar het blok. Een kabel waar een beetje rek inzit, want de response is wat indirect, niet wat je verwacht bij ride-by-wire elektronica.
We doorkruisen eerst Valencia voordat we de stad uitrijden richting de bergen. De motor laat zich heel gewillig door het stadsverkeer manoeuvreren. Hij rijdt soepel met lage toeren in de lagere versnellingen. Het is prachtig helder weer. Al rijdend tussen de sinaasappelplantages en langs rijstvelden richting het zuiden, bereiken we vervolgens de weggetjes richting het westen naar Don Aguas en Millares in de bergen. En ja je leest het goed, ten zuiden van Valencia liggen rijstvelden. Van de eigen Spaanse rijst wordt immers de Paella bereid. Nooit bij stilgestaan. Meestal knal ik daar dus op volle vaart voorbij, maar de nieuwe Bonnie nodigt bij uitstek uit om ook lekker te genieten van het landschap. En da’s zeker geen slechte eigenschap.
Ook het dashboard is vernieuwd. Of nou ja, dashboard, een grote ronde klok dus. Daarop kun je de snelheid in mijlen of km/u aflezen, de toeren per minuut worden niet gemeten. Schakelen op gehoor dus. Met een knopje op het stuur kun je de boardcomputer uitlezen, waaronder twee triptellers, een totaalteller en een aantal gemiddelde snelheden. Na het starten van de motor wordt verschijnt overigens altijd de totaalkilometerstand in beeld: voor de andere settings dien je dus iedere keer het knopje te beroeren.
Stiekem racen
Een open deur, maar toch: motorrijden is een gevoelskwestie, helemaal zonder toerenteller. Het blok levert 55 PK bij 5900 toeren en maximaal 80 Nm bij 3200 toeren. Dit koppel is dus 18% hoger dan bij het vorige model. Je merkt dat de vermogensafgifte heel lineair is. Mooi hoor! Ik voel nergens een dip bij het optrekken. Zonder toerenteller kun je overigens vrij gemakkelijk in het rode gebied terechtkomen als je lekker aan het jagen gaat, juist omdat die vermogensafgifte zo mooi is. Zelf goed opletten dus. Bonnie is overigens wél voorzien van een versnellingsindicator, altijd handig.
De gietwielen zijn beslagen met Pirelli’s van het type Phantom Sportscomp. Deze banden zijn voorzien van een mooi ‘vintage’ profiel. Vóór is de breedte 110, en achter 150 mm. Ze maken een vederlicht stuurgedrag mogelijk. De wegen hier zijn belegd met prachtig asfalt en kronkelen zich weelderig rondom Valencia. Met andere woorden, de omstandigheden vragen nee, schreeuwen om… lekker te scheuren! We moeten natuurlijk niet vergeten dat deze motor niet bedoeld is om te jagen. Maar als alle omstandigheden daartoe uitnodigen dat precies wat er wel gebeurt. En dan loop je heus de kans dat je de echt alle 55 pk’s uit het soepele blok moet wringen. En okee, dan slaat de achtervering slaat bij de zwaardere collega’s soms een beetje door. Bij de eerste koffie-stop wordt de achterveer een beetje strakker afgesteld. De motor richt zo wat minder op bij het aanremmen van een bocht en stuurt wat neutraler de bocht door. Zelf vind ik het niet nodig. Wat mij vooral opvalt is dat bij het stevig inknijpen van de voorrem, bij het aanremmen van die bocht, het stuur een beetje tordeert. Het is dan goed voelbaar dat voorwiel maar 1 schijf heeft. En als je echt lekker voor die bocht gaat verzitten, dan raken de stepjes het asfalt.
Happy
Na de eerste rit van 90 kilometer voor de lunch en een tweede van 67 kilometers na de Paella, bejubelt het ganse journalistengilde de handling van de Street Twin én de zithouding. Waarbij we allemaal de beperkingen van deze leuke motor wegwimpelen onder het mom van: ‘Vergeet niet dat deze motor niet gemaakt is om zo te jagen, het is dat wij ons soms niet kunnen bedwingen.’ We tanken de motoren af voor de testgroep van de volgende dag. En weer verrast de Street Twin ons. Ditmaal met haar zeer zuinige karakter. Nieuwe Bonnie rijdt met gemak 25 kilometer op 1 liter brandstof, zelfs na onze acties van de afgelopen kilometers. Keurig. Ondanks de aanpassingen voor de Euro 4 emissienorm, het nieuwe frame en de nieuwe vering is het karakter van de eerste generatie Bonneville behouden. Hij is perfect om lekker te genieten, rustig te toeren, een boodschap te halen, een rondje door de stad te maken en te tuffen door het achterland. Wil je betere prestaties? Dan ben je beter af met een Street Triple ofzo. Triumph biedt zat andere modellen die beter geschikt zijn voor het serieuze veegwerk. Voor al die overige ritten: de Street Twin is een heerlijke allemansvriend. Eind januari zal de Street Twin de showroom van de Triumph-dealers sieren; half februari worden de ‘zware’ Bonnevilles geïntroduceerd: de T120 en T120 Black, voorzien van een 1200 cc twin. Ik ben heel benieuwd!
Annemiek over de Triumph SteetTwin 900 – Bonneville
De eerste Triumph Bonneville was in de jaren zestig een icoon, dat nog eens werd onderstreept door de vele records die de Bonnie heeft gevestigd. Had je in die tijd een Bonneville, dan was je meteen een held. Maar er is veel veranderd in ruim 50 jaar motorontwikkeling. Zo ook voor de Bonneville. Die is tegenwoordig uitgerust met de modernste technieken, waaronder ABS, tractiecontrole en een schakelassistent. Bruut geweld of snelheidsrecords zitten er tegenwoordig echter niet meer in voor de Bonneville. De Street Twin 900 is een vriendelijke tweecilinder met authentiek Bonneville karakter, dat wel. Een karakter dat een glimlach op je moderne motorrijdersgezicht tovert, of je nu wilt of niet. En zeg nu zelf, dat is toch ook geweldig voor je imago?
Uitvoeringen
De Street Twin is standaard uitgevoerd in glanzend zwarte lak en kost 9.900 euro.. De motor is tevens verkrijgbaar tegen een kleine meerprijs in mat zwart en metallic zwart en daarnaast nog in two-tone rood en een grijze uitvoering.
Accessoires
Er zijn meer dan 150 accessoires verkrijgbaar voor het verder personaliseren van je Street Twin. Kun je zelf niet kiezen? Standaard levert Triumph 3 kits: De Scrambler-kit voor zo’n 2.600 euro, de Brat Tracker-kit voor 1.800 en de Urban-kit voor 1.600.
Historie
In 1959 werd de eerste Triumph Bonneville geïntroduceerd: De T120 Bonneville 650. De Bonneville ontleent haar naam aan de grootste zoutvlakte ten westen van Great Salt Lake in de VS. De vlakte ontstond na het opdrogen van Lake Bonneville en is vooral bekend geworden door de vele snelheidsrecordpogingen die daar werden (en nog steeds worden) gehouden. Van 1955 tot 1970 was Triumph daar uitermate succesvol met supergestroomlijnde sigaarmotoren, allemaal uitgerust met de beroemde 650 cc staande twin. Zo’n 40 jaar na de eerste introductie kwam Triumph met een nieuwe generatie Bonnevilles met een blok met 790cc. In 2006 groeide het blok verder naar 865CC en in 2008 werd de carburateur vervangen door injectie. 2009 werd het jaar van de gietwielen en dit jaar verschijnt er een compleet nieuwe lijn Bonnie’s.
Hollywood
Vele acteurs sterkten hun winners-imago met hun ‘Bonnie’. Hoe ‘tuff’ was Ann Margret Dall in de film ‘The swinger’?! Steve McQueen, Marlon Brando en Clint Eastwood reden Bonneville en ook Richard Gere in de film ‘An officer and a gentleman’.