Fantastisch nieuws had Triumph te melden op de beurs in Milaan. Het doek ging van niet één, niet twee, maar een complete reeks nieuwe modellen. Van de Street Twin, via de waanzinnige Thruxton naar de Tigers.. en als klapper nog even een compleet vernieuwde Speed Triple. Van alle modellen die Triumph tegenwoordig nog heeft is de Speed Triple de langst lopende, dus het is logisch dat men daar trots op is.
Vincent Burger
Het is dan ook zo’n ander ding dat je haast niet weet waar je moet beginnen: z’n uiterlijk, z’n prestaties of alle nieuwe snufjes die er op zitten.. en dan moet het nog lekker rijden en goed zitten ook.
Nou goed dan: Triumph legt de lat voortaan net wat hoger. De standaarduitvoering heet vanaf nu Speed Triple S en is voorzien van alles wat we hierna noemen, de hippe uitvoering is nog steeds de Speed Triple R en onderscheidt zich door een andere kleurstelling en chique Öhlins vering. Dat is alles.. de rest krijg je sowieso. Dus ook de Brembo remmen, waar de vorige standaarduitvoering nog Japanse Nissin remmen had. En al had Triumph alleen de R-variant klaargezet, we kunnen dus met redelijk veel zekerheid zeggen hoe de S-versie rijdt. Het eerstvolgende wat opvalt aan de nieuwe Speed Triple is de luchtinlaat die verwerkt is in het kleine schermpje boven de –ook nieuwe- koplampen. Die maakt deel uit van een enorme lijst van veranderingen. Om maar wat te zeggen: alleen al het blok is op 104 punten aangepast. Dat moest wel, want er moest gecompenseerd worden voor de strengere Euro 4 emissieregels en dat vreet vermogen.
Alles nieuw
Toch is het gelukt om uit te komen op een nette 140 pk, waarbij voornamelijk het koppel in het middengebied een flinke boost heeft gekregen, tot zo’n vijf procent meer ten opzichte van het oude model. Hiervoor is wel alles uit de kast gehaald, zowel inlaat, verbrandingskamer als uitlaat zijn enorm op de schop gegaan. De uitlaat is herontworpen en eenvoudiger, maar geeft toch zo’n zeventig procent meer doorloop… en da’s best veel. En uiteindelijk zijn de uitlaatdempers per stuk zo’n driehonderd gram lichter, dat scheelt nogal. Er is zelfs al een laag gemonteerde uitlaat beschikbaar, maar die is niet stil genoeg voor homologatie op de weg. Tegelijkertijd is binnenin het blok heel veel gedaan om een betere verbranding te krijgen en minder verlies door wrijving. Dus voortaan is de waterkoeling volledig intern, zijn de tandwielen herontworpen en ga nog maar even door.
Voor meer gemak ook zorgt de toepassing van ‘ride by wire’. Dankzij die elektronische gasbediening zijn de metingen die nodig zijn voor een optimale verbranding veel nauwkeuriger. En als je dan toch overstapt op een digitale gaskabel, kun je er ook meteen leuke trucjes mee uithalen. Zo heeft de Speed Triple nu naast schakelbaar ABS ook Traction Control in meerdere standen en verschillende instellingen in gasrespons. Niks wat we niet al kennen van andere motoren, maar het is de combinatie die het ‘m doet. En daarvoor heeft Triumph iets slims gedaan: er zijn vier fabrieksinstellingen te kiezen plus een vijfde, instelbare. En ga je vanuit een willekeurige instelling sleutelen aan de voorkeuzes, dan worden ze automatisch opgeslagen in de ‘Rider’ map. De fabrieks-voorkeuzes blijven dus altijd zoals ze zijn en je hebt nog ruimte om een eigen voorkeur samen te stellen. Leuk voor een verregende zondagmiddag.
Met de Speed Triple mikt Triumph op twee pijlers: de ideale mix tussen comfort en sportiviteit enerzijds en modernisme en historie anderzijds. Wat dat laatste betreft gaat het natuurlijk over het ‘Triumphgevoel’, gecombineerd met de nieuwste technologie geïntegreerd in het pakket. Het meeste daarvan hebben we net behandeld, wat het gevoel betreft kun je meer afgaan op de foto’s waarbij de motor wel inderdaad nog helemaal Speed Triple is, maar dan wel een opgefrist uiterlijk heeft. Of het bevalt is een kwestie van je eigen smaak. Over de mix van comfort en sportiviteit kunnen we veel meer zeggen. Om te beginnen hoeft het één het ander niet uit te sluiten, een goed in elkaar stekende motor kan juist door het één ook beter zijn in het andere en daar is de Speed Triple dan ook een goed voorbeeld van. Voor goed comfort heb je juiste zithouding nodig en een goed uitgebalanceerde motor. Voor sportiviteit in feite ook, dus die twee kunnen zeker goed samen. Aangezien we met de R-versie rijden, is de vering dik voor elkaar met serieus Öhlins werk. Maar het staat gelukkig niet plankhard afgesteld, zodat er ook gewoon mee gereden kan worden. We denken overigens dat de standaard Showavering ook dik in orde is, laat dat maar aan Triumph over.
Buiten spelen
Verder is de zit sportief maar niet krampachtig, het zadel te hard noch te zacht en is de motor heel goed geproportioneerd. Inderdaad een positie die je met gemak urenlang kunt volhouden, ook op vlot tempo. Uiteindelijk zal de windbescherming misschien tekort komen, maar daar koop je in eerste instantie een naked voor. Bovendien is er nog een klein ruitje beschikbaar die een klein beetje scheelt. Gaat het wat vlotter, dan heb je nog voldoende bewegingsruimte om te verzitten en bovendien krijg je als je een klein beetje naar achter schuift steun van het duozitje of afdekkapje. De wegen waar we op rijden zijn allemaal schoon, voorzien van nieuw en onbeschadigd asfalt en kronkelen zich uitsluitend in mooie, vloeiende doordraaiers. Daardoor is het makkelijk stevig aanpoten met de Triumph, die daarbij geen steek laat vallen. Wat spelen met de mappings levert inderdaad wel een merkbaar verschil op, maar niet ingrijpend. Logisch ook, want wat je ook kiest, je hebt altijd de volle 140 pk tot je beschikking. Het regent niet, dus ook ABS en tractiecontrole hoeven niet veel te doen.
Toch is het leuk te weten die systemen met je meewaken, op een januarimorgen als deze is het ook in Spanje nog bijzonder koud. En ondanks de standaard gemonteerde Pirelli Supercorsa’s, hebben we niet meteen optimale grip. Wat je wel merkt is de gasrespons, die van heel soft en soepel in Rainmodus wisselt naar scherp en fris in de sportievere standjes. En dan moet het echte werk nog komen als we ’s middags een paar rondjes op het circuit doen. Ook daar heeft de Speed Triple overigens geen enkel probleem mee en hoewel we hier te maken hebben met een echte straatmotor, is het toch wel zo fijn om het echte potentieel op een veilige manier te kunnen aanvoelen. En dat potentieel ligt bijzonder hoog. Wat je ook doet, de Speed Triple krijg je zomaar niet gek. Zelfs als je echt je best doet geeft het rijwielgedeelte geen krimp en rijdt de motor gewoon daarheen waar je ‘m hebben wilt. En voor zo’n ‘dikke’ motor is-ie behoorlijk lichtvoetig ook. Zeker met remmen en insturen is de Speed Triple een toonbeeld van rust en laat zich gewillig meeslepen. En als we het over die remmen hebben, dat zijn weliswaar dezelfde als een Ducati Panigale, maar speciaal voor Triumph heeft Brembo ze een heel klein beetje aangepast zodat ze een stuk minder bijterig reageren. Dat is nou precies die balans waar we het eerder over hadden.
Alleskunner
Met die ideale mix zit het wel goed. Om een motor zó te bouwen dat je daar zonder wijziging prima mee uit de voeten kunt op de weg en op het circuit. Dat is knap, dan heb je inderdaad de balans erg goed voor elkaar. En met de knopjes spelen is dan niet eens noodzaak, maar vooral inrichten naar eigen smaak en comfort. Daarmee keert Triumph weer terug op de gedachte waar het ze met de Speed Triple zoveel jaar geleden om ging: een motorfiets die genoeg kick geeft voor op de weg, gecombineerd met voldoende comfort om het lang uit te houden en scherpte om desgewenst er nog een schepje bovenop te kunnen doen. Neem een leuke route, rij toevallig naar een circuit, doe daar een paar rondjes en rij weer even makkelijk terug naar huis, het klinkt als een goed bestede dag.
Vincent over de Triumph Speed Triple
Natuurlijk is de Speed Triple een evergreen. De motor was, is en blijft een icoon binnen de Triumph familie. Daarom zal het moeilijk geweest zijn ‘m wel up to date te brengen, maar toch die onverzettelijke Speed Triple uitstraling te laten behouden. En dan bedoel ik niet alleen een simpel elektronica foefje, het ding is gerestyled en dat vergt lef. Toch is het ze best goed gelukt: hier staat onmiskenbaar een Speed Triple, maar wel eentje die er weer een paar jaar tegenaan kan en niet hopeloos achter de feiten aan hobbelt. Petje af.