Met de zon in de rug en een staalblauwe hemel doorkruis ik de siërra’s van Zuid-Spanje. Het is koud, maar zo voelt het niet. Als ik in mijn achteruitkijk spiegels kijk, waan ik me in een scene van de filmklassieker ‘Easy-Rider’. Ik rijd vooraan in een groepje van 10 man, allemaal onderuit zittend op een nieuwe Kawasaki Vulcan S. Veel relaxter wordt motorrijden niet.
Annemiek van der Kolk
De Vulcan S had eigenlijk een Scrambler moeten worden, maar om de Amerikaanse markt beter te bedienen heeft men bij Kawasaki toch gekozen voor een cruiser-achtige. Een échte cruiser is de Vulcan-S ook weer niet. Bij Kawasaki noemen ze het een urban-cruiser, een motor voor hip, jong en stads.
Als basis voor de Vulcan S vinden we de bekende Kawasaki staande 650 cc tweecilinder. Een oude bekende die we ook tegenkomen in de ER 6 en de Versys 650. De Vulcan S deelt niet alleen het blok met deze twee, hij deelt ook frame, achterveer en hier en daar nog wat meer onderdelen. Dat houdt de prijs van de Vulcan op een aangenaam niveau en heeft als voordeel dat deze onderdelen zich al bewezen hebben. Prima dus. Het motorkarakter werd voor de Vulcan overigens wel wat aangepast. Het maximale vermogen is 61 pk, het koppel van 63 Nm werd wat breder uitgesmeerd tussen 2.000 en 6.000 tpm en dat maakt hem aangenaam soepel. Om dit karakter te bevestigen liggen de versnellingsbakverhoudingen bij de lagere versnellingen dicht op elkaar. Je komt zo vlot van z’n plek, prettig in stadsverkeer. Schakelen doet de Vulcan overigens heel trefzeker. Net als bij de Versys is de koppeling licht te bedienen en is het pedaal secuur en precies te bedienen. Heerlijk.
Familie van?
Het blok heeft zich dan wel bewezen in ER6 en Versys, voor een cruiser is zo’n staande twin natuurlijk wel apart. Hij levert dan ook geen dikke vette klappen. Dat mag dan misschien minder goed nieuws zijn voor de beleving, het is wél goed nieuws voor de ketting. ‘t Is namelijk niet voor niets dat een V-twin zijn kracht vaak via een cardan of tandriem overbrengt, dat geplof doet een ketting geen goed. Dit staande twinnetje heeft echter een poeslief karakter en kan dus prima met een ketting door één deur. Ketting en tandwielen vragen iets meer onderhoud, maar het grote voordeel is dat zo’n setje minder vermogensverlies geeft dan een tandriem of een cardan, én de fabricage is goedkoper.
Ergo-Fit
De Vulcan is klein, maar met 225 niet echt een lichtgewicht. De Vulcan heeft een ultralage zithoogte van slechts 705 millimeter. De is motor rank, het blokje is smal en het frame er omheen ook. De voeten plat op de grond plaatsen is dus voor (bijna) niemand een probleem. Vaak is er bij dit type motoren een luchtfilter aan de rechterkant van de motor geplaatst, dat maakt dat beide voetsteunen een verschillende afstand ten opzichte van het frame hebben. Dan zit je toch altijd een beetje scheef. De Vulcan heeft het luchtfilter echter onder de tank en dat betekent lekker symmetrisch zitten. De voetsteunen staan symmetrisch vanuit het midden geplaatst. Ook weer een eigenschap die de handelbaarheid ten goede komt.
Heel fijn: de Vulcan S laat zich in hoge mate aanpassen aan zijn berijder. Zo zijn het koppeling- en remhendel volledig instelbaar. De voetsteunen zijn verstelbaar in drie standen; standaard, 25 mm naar voren en 25 mm naar achteren. Voor mensen van formaat kan het zadel worden vervangen door eentje waarbij de zitkuil verder van het stuur afstaat. Er is een derde zadel voor mensen met korte beentjes. Het derde zadel brengt de rijder nog eens 53 mm dichter op de tank en de bedieningselementen. Naast de diversiteit in zadels is er ook een extra stuur beschikbaar, de handgrepen komen hiermee 44 mm dichterbij te staan. Ik denk overigens dat de meeste mensen wel een prima werkplek kunnen vinden op de standaard Vulcan, maar het is erg fijn dat Kawasaki het mogelijk maakt om Vulcan S voor iedereen passend te maken. Kleine of grote motorrijders, motormeiden, beginnende opstappers, herintreders en motorrijders die gewoon op zoek zijn naar gemak met een stoer uiterlijk is dit een ideale Kawasaki.
Vulcan S met de S van… ?
En waar staat die ‘S’ dan eigenlijk voor bij de Vulcan. Ik denk aan een S-stiekeme verwijzing naar ‘Scrambler’. Kawasaki zegt echter dat de S staat voor ‘Sporty’. Zelf vind ik een motor met een balhoofdhoek van 31 graden en een naloop van 120mm niet echt onder de noemer S-sportief vallen. Eerder de S van S-stabiel. De motor vraagt er totaal niet om, maar omdat het kan, kijk ik toch even wat de topsnelheid is van de ‘sporty’ Vulcan. Bij ruim 180 km/u is de rek er wel uit. Met een potje en een zonnebril op je hoofd is dat ook écht wel hard zat. Het frame blijft daarbij overigens strak en geeft geen krimp. Hij blijft keurig rechtuit gaan. Ook bij bochtenwerk beeft de Vulcan geen verrassingen. Overigens blijf het voor mij bijzonder om met je benen vooruit te zitten. Ik ben van huis-uit nu eenmaal een wat sportievere variant van de motorrijder (redactie: da’s mild uitgedrukt, Annemiek rijdt menig racer het snot voor de ogen). Iedere keer als ik opstap zoek ik opnieuw naar de stepjes en moet ik nadenken mijn voeten niet onder me te plaatsen, maar vóór me. Een bocht nemen op snelheid met de voeten in Donald Duck stand is even een uitdaging, maar het gaat heel behoorlijk. Je hoeft echt niet bang te zijn dat de steuntjes het asfalt raken, ze staan ver genoeg omhoog. Ook weer goed over nagedacht door Kawasaki. Zo voel je je nooit ongemakkelijk op de Vulcan S.
Een plaatje
De vering van de motor is aan de voorzijde is niet instelbaar. Aan de achterkant is alleen de veervoorspanning in zeven standen te verstellen. De vering staat vrij comfortabel afgesteld. Voor mijn persoontje prima, maar ik hoor de wat zwaardere journalisten klagen dat de veer aan de achterkant wat aan de zachte kant is. Dat is natuurlijk wel een beetje afhankelijk van de snelheid waarmee je over verkeersheuvels rijdt. Want tjonge-jonge daar kunnen ze wat van hier in Zuid-Spanje. Het lijken wel hoge vierkante stoepranden en zijn echte ruggenbrekers.
De tank van de Vulcan S is een plaatje, met zijn mooie druppelvorm. De spatborden lopen mooi laag door. De Vulcan S is verder ook een plaatje trouwens. Een mooi strak uiterlijk, zonder tierelantijnen. De koelribben op de cilinderkop zijn puur ter decoratie aangebracht, want de Vulcan heeft een radiator. De uitlaatpot is groot en vierkant en heeft een stoere zwarte einddemper. Sommige onderdelen zijn van kunststof en hadden wel van metaal mogen zijn, maar je ziet het er zeker niet vanaf. De motor wordt er niet ‘cheap’ van. De Vulcan Sexy, dáár zou die S op kunnen slaan. Alleen de passagier komt er bekaaid vanaf. Het duo zadeltje lijkt niet alleen klein, het is ook klein. Voor korte stadsritjes voldoet het zitje misschien voor je passagier, daarbuiten heb je als duo achterop niks te zoeken.
Dikke accessoirelijst
De dubbele vijfspaaks aluminium gietwielen zijn voorzien van enkele remschijven. Aan de voorkant is de 300 mm remschijf uitgevoerd met een tweezuiger remklauw. Achter meet de diameter van de remschijf 250 mm. Ik had eerlijk gezegd verwacht dat deze rempartij een beetje onderbemeten zou zijn, maar de remmerij functioneert prima. Die ene remklauw grijpt goed aan op de schijf in het voorwiel. Bij goed hard doorknijpen blijft het voorwiel strak vooruit sturen, zonder te torderen. Ook prettig; standaard wordt de Vulcan S geleverd met ABS.
De tellerpartij van de Vulcan is overzichtelijk en duidelijk afleesbaar. Verschillende triptellers, totaalstand, het benzineverbruik en de actieradius kun je keurig aflezen. De grote versnellingsindicator en de 12-Volt output zijn optioneel. Ze zijn gelijk aan die van de Versys. Die optionele dingetjes moeten trouwens echt beter kunnen. De bevestiging is wel verbeterd in vergelijking met de bevestiging bij de Versys, maar de uitvoering is erg ‘plastic’ en de verwachting is dat bij de eerste-de-beste regenbui de boel ermee op zal houden. Stekkerverbindingen zijn slordig en de boel sluit gewoon niet mooi op elkaar aan.
Er zijn, zoals we van Kawasaki wel gewend zijn, ook voor deze Vulcan S vele accessoires voor handen. Tegen een geringe meerprijs kun je dus opteren voor het genoemde Ergo-fit stuur en de verschillende zadels, daarnaast kun je ook zaken aanvinken als een bagagerek, een groot en middelgroot windscherm, een rugsteun, lederen zadeltasjes en zo kunnen we nog wel even doorgaan. De standaard Vulcan S kost € 8.299,00. Je kunt kiezen uit drie kleuren: Wit en matzwart met een groene pin-stripe langs de velgranden, en mijn favoriet: metallic donkerpaars.
Dit vindt Annemiek
De Vulcan S is een urban-cruiser, aldus Kawasaki. De motor voelt zich thuis in een stadse omgeving sluit qua karakter en looks mooi aan bij de huidige hang naar retro bij een jongere doelgroep. De Vulcan S ziet er stoer uit en door de zithouding wordt dit benadrukt. De Vulcan S heeft een vriendelijk karakter. De 650 cc staande twin is een soepel draaiend blokje zonder al teveel praatjes. Het stijve frame, de fijne versnellingsbak, dankzij goede en beproefde onderdelen laat de motor zich zeer makkelijk rijden. Ook is’ie zuinig en tegelijkertijd vlot genoeg. Dankzij Kawasaki’s ‘ergo-fit’ is’ie ook echt geschikt (te maken) voor iedere motorrijder.De Vulcan S haalt het beste in iedere rijder naar boven, namelijk: Genieten, of je nu jong, oud, twee meter hoog of anderhalve meter kort bent. En dat ook nog eens voor een prima prijs.