De YZ250F treedt vol trots in de voetsporen van z’n grote broer, de YZ450F. Diens techniek, die we gemakshalve betitelen als ‘de omgekeerde cilinderkop’, is overgeheveld naar de YZ250F. Deze MX2-machine profiteert niet alleen van de configuratie waarbij het luchtinlaattraject ook daadwerkelijk aan de voorzijde van het motorblok zit, maar ook van de wijze lessen die Yamaha heeft geleerd. Want na de introductie van deze omgekeerde cilinderkop op de 450, bleek diezelfde 450 een machine die je niet zonder handschoenen aan kon pakken. De wijze lessen hebben tot gevolg dat de het uitlaattraject zich nu vanaf de achterzijde van het motorblok een baan linksom het motorblok kronkelt, om via de rechterzijde naar de uitlaatdemper te reiken. Het zorgt voor een meer gemoedelijk karakter, met behoud van de voordelen.
Belangrijk hierbij, is dat de Keihin-carburatie is ingeruild voor een digitaal gasklephuis met daarbij een enkele injector, wederom van Keihin. Hierdoor is de YZ250F niet langer het analoge buitenbeentje in de MX2-klasse. En dat werpt z’n vruchten af, want de gasreactie is gewoon aangenaam en van onderuit trekt het motorblok bijzonder fraai richting het middengebied. Daar zwelt het motorgeweld op vlakke wijze aan en dat gaat gepaard met een werkelijk fraaie inlaatbrul, wat een aanzuiggeluid! Qua karakter en vermogen is het YZ-blok goed te vergelijken met het Kawasaki-exemplaar. Het vermogen vlakt bovenin wat af, maar is erg bruikbaar en goed te doseren.
Kwestie van pro’s
Het rijwielgedeelte laat geen steken vallen. Standaard staat de vering mooi allround afgesteld. Het is duidelijk te merken dat deze YZ is ontwikkeld door absolute crosstoppers zoals ontwikkelingsrijder Erik Eggens. Want hoewel de Yamaha toegankelijk is, kun je er ook verschrikkelijk hard mee vegen zonder dat het een moment eng wordt. De rust in het rijwielgedeelte wordt nog eens versterkt door het nieuwe in rubbers opgehangen stuur. Één en ander zorgt voor veel vertrouwen waardoor je vanzelf harder en harder gaat rijden. We betrappen onszelf erop dat het insturen op de Yamaha op het eerste gevoel niet het meest flitsend is, maar we na verloop van tijd juist op deze YZ harder dan hard durven in te sturen. De Kayaba-vering en de afstelling daarvan lijken daarin een belangrijke rol te spelen. En dat zorgt ervoor dat we uiteindelijk steeds redelijk fris van de Yamaha afstappen.
De veelzijdigheid van deze YZ250F is opvallend. De nieuwe techniek werpt duidelijk vruchten af en alhoewel de echte YZ250-fanaat die overstapt van een analoog exemplaar naar dit nieuwe digitale wonder zal wel even moeten wennen, maar zich uiteindelijk vol tevredenheid schikken in z’n lot.
Foto’s: Raymond de Haan, MOTO73