Hortend en stotend komt de staande twin tot leven: de Triumph Bonneville SE verloochent zijn historische afkomst geen moment. Maar het komt altijd goed met deze komediant, daar zorgt de injectie wel voor. Om te zien of de rest van deze fiets ook met zijn tijd is meegegaan, nemen we ’m mee terug naar zijn geboortegrond: Groot-Brittannië.
De oorspronkelijke Bonneville maakte in 1959 zijn debuut als T120. De naamgeving van de 650 cc zware motor refereert aan de topsnelheid van 120 mijl per uur. Op de zoutvlakte van het Amerikaanse Bonneville zette de – zwaar gekietelde – twin zelfs een topsnelheid van dik over de driehonderd kilometer per uur neer. Zulke snelheden doen natuurlijk wonderen voor het imago van een motorfiets en jarenlang gingen de Triumphs als warme broodjes over de toonbank. De uiterlijke gelijkenis tussen het oude en het nieuwe model is frappant. Het kleurenschema, de vorm van het blok, het fantastische tankembleem en de gehele lijnvoering lijken letterlijk van elkaar gekopieerd. Toch wringt er iets aan het uiterlijk van de nieuwe Bonneville SE. Het is het eigenlijk nét niet. Reden om ’m links te laten liggen? Nou, nee. Daarvoor presteert hij veel te goed.
De Triumph is helaas net geen exacte kopie van het origineel. Je kunt er niet precies de vinger opleggen. Misschien zijn het de gietwielen, die bestonden ‘vroegâh’ nog niet. Of had er meer chroom op gemoeten, of metallic-lak. De achterzijde van de Triumph komt voor het oog te laag over. Gecombineerd met de hoge tank en dito stuur geeft het hem een beetje het voorkomen van een, euh… cruiser. En van cruisen was in de jaren zestig beslist geen sprake. Het waren juist de jaren van rock ’n roll. Eenmaal aan de rol is de Bonneville wél een ruige jongen, een wolf in schaapskleren. Hij remt goed, stuurt goed, is strak, heeft een prima blok en hij zit als een vorst. Adel verplicht, want de originele Bonneville staat zo’n beetje persoonlijk symbool voor een winnaarstype. En een beetje winnaar wil zijn thuispubliek natuurlijk niet teleurstellen.
Op waarschuwingsborden hebben ze het op het Britse platteland niet zo. Waarschijnlijk weten ze dat bij Triumph ook, want afremmen voor een plotseling opdoemende bocht doe je op deze retro met gemak. De dubbelzuigers grijpen resoluut in de 310 mm grote schijf vooraan en de 255 mm grote schijf aan de achterzijde. De Bonnie vertraagt – zij het met wat handkracht – meer dan voldoende voor een naked. Geheel in stijl met zijn klassieke inborst, doet de Bonneville SE het zonder ABS. Maar je haalt de snelheid er zo ook wel uit. Goed genoeg om met overtuiging de meest haakse bocht in te duiken.
Sommige rijders ervaren de combinatie van hard zadel en harde vering als minder comfortabel, maar het werpt zijn vruchten af in het weggedrag. Bochtenwerk is een feest op de Bonneville. Hij laat zich niet afleiden door slecht asfalt en volgt gewoon de lijn die jij in je hoofd hebt zitten. Daarbij maakt het niet uit of de bocht kort of lang is. Hoewel het gewicht hem in het korte keer- en draaiwerk wat parten speelt en het schakelen een krachtige linkervoet vereist, laat de retro vanaf de tweede versnelling zien dat hij wel degelijk een moderne motorfiets is. Het geheel wekt dermate veel vertrouwen, dat je eenvoudig een wat hoger tempo aan de dag legt. Dankzij het optionele windscherm is het bij snelheden boven 120 km/h ook nog goed toeven op de Triumph. Dat maakt hem tot een prettige reisgezel.
Eenmaal aan de rol is de Bonneville een ruige jongen, een wolf in schaapskleren.
Gemaakt voor
Bochtenridders met een hang naar het verleden. De meest gehoorde openingszin na een blik op de Bonnie is: “Mijn broer/vader/oom had ook zo’n ding.” Het rijwielgedeelte biedt een prima weggedrag, dat helemaal van deze tijd is.
Motor
Past perfect bij een moderne retrofiets. De staande twin start alsof je ’m vakkundig staat af te stellen. Rijdt hij eenmaal, dan verslikt hij zich niet één keer. Zijdezachte injectie, die mooi is vermomd als een setje carburateurs. Bottom-power en topvermogen zijn ruim voldoende aanwezig, maar een krachtig geluid ontbreekt helaas.
Oude glorie
Triumph heeft met de Bonneville SE een goed compromis gevonden tussen de gloriedagen van weleer en de hedendaagse vereisten. Alleen de niet-afsluitbare tankdop en het separaat stuur- en contactslot wekken wrevel op. Soms kun je ook teveel doorslaan in het retro-concept.