KTM claimt dat de € 17.599 kostende Super Duke R op straat een heel handelbare motorfiets is. Pk’s in overvloed, maar de Oostenrijkers stellen dat ze de krachtpatser wel de nodige manieren hebben geleerd. Na de testrit van vandaag moeten we de Oranje lieden daarin gelijk geven.
De Super Duke neemt geen loopje met z’n bestuurder, mits die bestuurder de elektronica ongemoeid laat. Het is de tractiecontrole die met een driftig knipperend oranje lampje het voorwiel aan de grond houdt, terwijl ABS haastige remacties tot een goed einde brengt. De stelmogelijkheden van de elektronica zijn beperkt. De tractiecontrole past zich wél in drie standen aan naar gelang de gekozen rij-modus, maar het ABS werkt daarentegen in elke rij-modus met precies dezelfde gevoeligheid, al kun je wel los kiezen voor standje ‘supermoto’, zodat je de achterkant kunt blokkeren.
Je kunt de rij-modi echter niet naar eigen voorkeur instellen, zoals dat bij diverse andere motorfietsen wel kan. Het is ook een klein beetje irritant dat je deze veiligheidssystemen elke keer opnieuw moet instellen, want hoewel je zowel ABS als tractiecontrole uit kunt zetten, gaan ze vanzelf weer aan zogauw het motorblok is afgeslagen. Zelfs wanneer je alleen even de dodemansknop beroert om bij het stoplicht je motormaat wat te kunnen vertellen, moet je opnieuw de elektronica induiken. Echt ‘hooliganproof’ is dit niet, en passend bij een motor die KTM zelf ‘The Beast’ noemt, ook niet.
Van de 180 paardenkrachten zullen er weinig gelogen zijn. Laat je de toerentellernaald nagenoeg verticaal staan dan is de versnelling gigantisch. En toch zijn die pk’s niet het meest indrukwekkende van de Super Duke. Nee, die rol is voorbehouden aan het gigantische koppel. Al vanaf belachelijk lage toerentallen sleurt het motorblok als een Friese knol die uit het medicijnenkastje van Lance Armstrong heeft gesnoept. Allemachtig, vergeet het topvermogen: dit is een werkpaard pur-sang, eentje die een keurig betegeld trottoir zonder moeite aan flarden trekt. Koppel, koppel, koppel, overal en altijd. Daarbij is de gasreactie erg goed en bovendien drievoudig instelbaar. Kijk, zo willen we het zien. Qua souplesse heeft de Super Duke ook een stapje vooruit gemaakt, want de V-twin laat zich vanaf tweeduizend toeren per minuut rijden. Compleet vlekkeloos en zonder hikjes is het dan nog niet, dat komt na zo’n drieduizend toeren per minuut.
Net zo positief zijn we over het stuurgedrag. Ondanks de lange veerwegen is het gevoel vanuit de veerpartij duidelijk en laat het geheel zich bijzonder kwiek op één oor leggen. De Duke wil bij snelle kantwisselingen wel een klein beetje dansen als je bijzonder lomp bent, maar het rijwielgedeelte scoort toch echt bijzonder hoog. Gelukkig is er een stuurdemper aanwezig en die heb je nodig ook, want de luchtvaart van het voorwiel is gigantisch wanneer je de tractiecontrolehebt uitgeschakeld. Wheelies tot aan de horizon!
Het is knap hoe de Oostenrijkers een aarschok in dit segment hebben veroorzaakt. De Super Duke lijkt op eenzame hoogte in dit segment te staan. Er zijn wel wat kanttekeningen wanneer je in de papieren duikt, want de Oostenrijker is nogal duur geprijst. € 17.596 is niet te duur wanneer je de uitrusting bekijkt, maar het is jammer dat er geen goedkopere versie op de markt is. Zo kun je bij Ducati steevast kiezen uit de ‘kale’ en de S-versie, maar KTM biedt alleen de R-uitvoering aan. Dus tja, heb je het geld dan doe je er goed aan de KTM te kopen. Maar veel geld is en blijft het.
[justified_image_grid ids=20181,20182,20183,20184,20185,20186,20187,20188,20189,20190,20191]