Gezien de riante verkoopaantallen heeft sportmerk Ducati op overtuigende wijze een allroad in de markt gezet. Tegelijkertijd verloochent de Multistrada geen moment zijn sportieve genen. De naam Multicircuito past de L-twin net zo goed.
Wat goed is komt snel, en dat gaat letterlijk op voor de Ducati Multistrada. Onwaarschijnlijk, wat loopt dit in 2010 geïntroduceerde ding als vergif. De Italiaan beschikt over het dubbele vermogen en koppel van pakweg een Suzuki V-Strom, maar weegt evenveel. Veelzeggende cijfers en die worden door de praktijk gestaafd. Op een circuitdag staat de rode machine dan ook zonder twijfel zijn mannetje. Voor een dagje offroad is een andere allroad misschien een betere keuze. Onder de verkooptoppers mag de Multistrada zich de meest geavanceerde, krachtigste, meest futuristische, duurste, compromisloze, sportiefste en meest exotische noemen. Door het ontwerp en alle elektronische snufjes aan boord lijkt de Ducati niet uit de Laars van Europa te komen, maar uit het heelal. Het dashboard lijkt direct uit een ruimteschip geschroefd en naar zoiets essentieels als een contactsleutel zoek je tevergeefs. De nabijheid van een elektronische sleutel is voldoende om de twin op contact te zetten.
Toch zijn het vooral alle instellingsmogelijkheden die de machine typeren. Je kunt met een druk op de annuleringsknop van het knipperlicht vier verschillende mappings (Sport, Touring, Urban en Enduro) voor het motorblok kiezen. Het systeem grijpt effectief in op vermogen (van maximaal 150 tot minimaal 100 pk), mate van tractiecontrole en gasreactie. Bovendien kun je de elektronische vering oftewel Ducati Electronic Suspension (DES) helemaal naar eigen smaak afstellen door wat menu’s op het dashboard door te scrollen. De elektronica mag dankzij chronisch ontstemde weergoden direct zijn waarde bewijzen, als een typisch Hollandse regenbui de straten blank zet. Voordat het alle hens aan dek is op het gladde asfalt, lozen we digitaal een stal paardekrachten. De Italiaanse bruut met 150 pk en pittige gasreactie transformeert in standje Urban tot een handelbare motor. Met honderd pk is het nog steeds geen ‘pussy’, maar het wilde karakter van standje Sport is hij kwijt.
Anno 2012 lijkt het huidige Multistrada-model zijn nukken achter zich te hebben gelaten. In de MOTO73 Megatest van 2010 wilde de allroad maar niet lekker sturen en kon de giftige gasreactie ook niet op veel bijval rekenen. In de herkansing deed de L-twin het al beter, maar nooit helemaal foutloos. Dit exemplaar snoert zelfs de grootste criticasters de mond. De injectie luistert keurig naar wat de rechterhand hem influistert en het stuurgedrag geeft wel het vertrouwen dat bij eerdere exemplaren ontbrak. De verbeterde manieren veranderen een rondje Assen van een stevige dobber in een feestje van ongeveer twee minuten. Multicircuito zullen we maar zeggen. Al zul je de handen vol hebben om het voorwiel aan de grond te houden bij het uitaccelereren van de Strubben. Want het blok verloor niets van zijn gepeperde karakter. Avontuurlijk? Jazeker, maar het blijft een potente racer.
Ook bij het remmen heb je meer associaties met een sportmotor dan met een allroad. Enorme Brembo’s zetten de Ducati moeiteloos stil, maar het ABS grijpt soms iets te snel in. Zelfs het antiblokkeersysteem toont zijn gretige kant. Daarbij sluit het perfect aan bij de rest van de fiets. Het blijft onwaarschijnlijk (en verslavend) hoe fel deze motorfiets van zich afbijt. Geef in de eerste twee versnellingen een flinke draai aan het gas en het voorwiel kiest geheid het luchtruim. Een wrede brul begeleidt het acceleratiegeweld en het is werkelijk vastklampen aan het stuur om aan boord te blijven. Bloedstollend allemaal, maar ook vermoeiend. Niet voor niets gaven we steeds vaker de voorkeur aan de toermodus boven de sportmodus. Maar wees gerust, het is nog altijd toeren op z’n Italiaans: razendsnel en razendscherp.
Een wrede brul begeleidt het acceleratiegeweld en het is werkelijk vastklampen aan het stuur om aan boord te blijven.
Gemaakt voor
Ufo-spotters. Hij vliegt inderdaad, al blijft het bij laagvliegen. De zithouding drukt je weer met de neus op de feiten: je zit wel degelijk op een allroad, alleen een bloedsnel en krachtig exemplaar.
Motor
Het welbekende Testastretta-blok uit de 1198. Net als bij de Diavel is de klepoverlap teruggebracht van 41° naar 11° voor meer bottom-power. De tank bevat een allroad-waardige twintig liter en dat komt goed uit gezien het gemiddelde gebruik. Wij kwamen ongeveer veertien km ver op een liter sap.
Wie mooi wil zijn…
De zit is niet zo ruim als op andere allroads en het elegante ruitje zet je ook minder uit de wind. Overstappers van een traditionele supersportieve Duc zullen de zitpositie echter de hemel in prijzen.
Bekijk hier de technische gegevens (en die van 10.000 andere motoren!)