Dubbeltest: Indian Scout Bobber Twenty vs. Harley-Davidson Street Bob
Bobbers in de clinch
Het lijkt David tegen Goliath. Een reus uit Milwaukee van 1746 cc en 145 Nm tegen een ‘dwerg’ van 1133 cc en 97 Nm: bruut versus beschaving, geweld versus finesse en zwaar versus licht. Maar is dat ook zo?
Testen ten tijde van corona
Zolang Covid-19 rondwaart, testen we anders. Een rijtest vergt minimaal twee personen: een fotograaf en een redacteur. Dat minimum houden we strikt aan. Maximaal twee man en twee motoren dus. Dat betekent dat een dubbeltest het hoogst haalbare is (onze fotografen zijn zelf ook enthousiaste motorrijders). Helaas kunnen we voorlopig niet alle superbikes of nakeds tegenover elkaar zetten. We laten natuurlijk wel de meest relevante duo’s de degens kruisen en hopen dat we weer snel ouderwets kunnen testen.
Testlocatie
Geen Route 66, maar Holland
Omstandigheden
Zo’n warme Pasen hadden we nooit eerder
Temperatuur
Tussen de tien en twintig graden
Testkilometers
280
Bijzonderheden
Pas als je zelf op een custom rijdt, zie je hoeveel er rond rijden
Harley-Davidson Street Bob
Deze instap-Amerikaan is gestript tot op het bot. Raakt hij ons ook tot op het bot?
Indian Scout Bobber Twenty
De Scout Bobber kennen we al een tijdje, maar de Twenty is nieuw dit jaar. Het hoge stuur voegt een extra dosis bravoure toe aan een verder gelikt model.
Dubbeltest
‘Screw it, let’s ride’, is Harley-Davidsons officiële slogan. Het is overduidelijk geen politiek correcte en daardoor dodelijk saaie slagzin, zoals andere motorfabrikanten die voeren. Maar het zou ook het motto van de Street Bob kunnen zijn. Dat straalt de machine al op de zijstandaard uit. Harley-Davidson zet een motorfiets neer die gestript is tot de pure essentie. Zijn gechopte voorkomen is politiek incorrect, voer voor discussie, maar maakt hem allesbehalve saai.
Circusbeer
‘Allemachtig, wat is hier aan de hand?’ Iedereen die plaats neemt op een Street Bob weet direct hoe een circusbeer op een fietsje zich voelt. Zou de chef-ergonomie van Harley-Davidson ook iets hebben gehad van Screw it? Dat het luchtfilter tegen de rechterknie drukt voelt vertrouwd en dus niet erg, maar het zadel staat achterlijk laag en de voetsteunen relatief hoog. Hoeveel motoren ken jij waar je knieën hoger zitten dan je achterste? Het stuur reikt dan weer flink naar de hemel. Natuurlijk voelt het allemaal niet, opmerkelijk is het wel.
Terwijl ik nota bene heen en weer schuif om mijn geplaagde gat wat rust te geven, groeit onverwacht de liefde voor deze gekke fiets. Het liefdesspel kan niet lang duren, daarvoor is het te oncomfortabel, maar het sluit naadloos aan bij het gevoel van Screw it. Het voelt puberaal, maar op de Harley voel ik me stoerder dan op de Indian. De prijs voor beste compensatiemotor gaat naar de Street Bob.
De opmerkelijke zithouding levert een concreet voordeel op. Door de hogere voetsteunen beschikt de Harley-Davidson over meer grondspeling dan de Indian. Frappant dat juist de mindere stuurfiets dat voordeel heeft. Aan de hand voelt de Street Bob flink zwaarder dan de Scout. Eenmaal aan de zwier wordt dat gewichtsverschil minder, maar de Harley stuurt toch echt zwaarder en minder precies. Prima te verklaren door een wielbasis van een Rijnaak, een groter voorwiel, luiere balhoofdhoek en naloop dan de Indian.
Gekke professor
Volledig neutraal stuurt de Harley niet, maar het voelt lekker en het meest natuurlijk om het ding in de bochten onder je weg te drukken. Het draagt weer bij aan het stoere gevoel. De hoofdleverancier van bravoure is vanzelfsprekend de luchtgekoelde V-twin die ogenschijnlijk driekwart van de gestripte motorfiets bepaalt. De stille standaard uitlaatdempers dragen geen enkel steentje bij qua stoerheid, maar het blok wel. Dit ding trekt echt als een lier. De gasreactie is direct en de motor schiet vooruit als je gas geeft. Wat een gespierde bullebak is dit: tussensprintjes zijn een feest en ook bij het uitkomen van bochten wil je automatisch slingers en ballonnen ophangen.
Rustig tokkelend op provinciale wegen heeft het blok wel de vervelende neiging wat te jojoën. Het valt niet mee om constant dezelfde snelheid aan te houden. Het is een smetje dat aan het machtige blok kleeft. Terugschakelen behoort ook tot de categorie smetje. In plaats van met kordate tikjes van de linkervoet terug te schakelen, is het een proces met een handleiding. Gelukkig gaat het opschakelen wel probleemloos en je schakelt überhaupt amper op deze motorfiets. Bij zo’n 2.000 à 2.500 toeren kies je al de volgende gang. Met honderd kilometer per uur staan er 2.300 toeren op de teller. Doortrekken tot 4.000 toeren voelt al als misbruik. Het rustige en mechanische karakter van het blok past prima bij de essentiële Street Bob. Het is niet voor niets dat het blok van de Indian ook in een gewone naked als de FTR1200 zit en dat Harley-blokken verder in de buitenissige creaties van een gekke professor terecht kwamen. En we weten allemaal hoe het keer op keer met Eric Buell afloopt.
Bocht uitdreunen
Saai wordt het geen moment op de Street Bob. Het ene moment vervloek je de waardeloze standaard, het andere moment lach je breeduit als je bedrieglijk rap potato-potato de bocht uitdreunt. Dan weer verbaas je jezelf over sommige lompe bouten en moeren en dan weer bewonder je de werkelijk prachtige wielen en gerimpelde zwarte lak. Je prijst je gelukkig met de onzichtbare, maar goed functionerende achterschokdemper en ergert je voor de verandering nog maar eens aan de zijstandaard. Saai wordt het niet.
De mening van:
Jacco van de Kuilen
Huisfotograaf en gepassioneerd motorrijder Jacco fungeert in corona-tijden tijdelijk als testrijder. Wat vindt hij van de Harley-Davidson? ‘Al jaren droom ik van een eigen Harley, maar deze Street Bob gaat het niet worden. Daarvoor vind ik hem niet mooi genoeg en de afwerking staat niet op hetzelfde niveau als de Indian. Op de Scout kan ik mijn lichaam amper kwijt, maar op deze Harley al helemaal niet. Het is wel fantastisch hoe dat blok leeft. Het schudt en stampt en trekt de stenen uit de straat. De V-twin trekt de rijbeleving desondanks niet op naar het niveau van de Indian. Toch blijf ik dromen.’
+ Authentieke dikke klappen, geeft een onoverwinnelijk gevoel, achtervering
– Zithouding grenst aan het ongelooflijke, zwaarder dan concurrent, zijstandaard
Indian Scout Bobber Twenty
‘Heeft een kabouter proef gezeten op dit ding?’, vroeg gastrijder (en mijn broer) Ton zich af, toen hij twee jaar geleden van de Indian Scout Bobber stapte. Hoe kon hij weten dat diezelfde motorfiets plotseling als een comfortabele zetel aanvoelt in direct vergelijk met de Harley-Davidson Street Bob. Hij oogt kleiner, heeft ook een kortere wielbasis, maar de verhoudingen tussen zadel, stuur en voetsteunen kloppen beter. Als het om een plekje aan boord gaat, scoort de David al direct overtuigend een punt tegen Goliath.
Hardtail
Helemaal hetzelfde zijn de Scout van twee jaar geleden en deze nieuwe Scout Bobber Twenty niet. Meest in het oog springen het hogere stuur, het zwevende zadel en de spaakwielen. Gelukkig blijft er qua uiterlijk vooral heel veel bij het oude. Je moet ook wel een gaatje in je hoofd hebben om te morrelen aan dit lijnenspel. De motor is van voor tot achter een lust voor het oog en een charmeur van wereldklasse. Indian heeft oog voor detail en afwerking hoog in het vaandel staan, zoveel is wel duidelijk.
De Scout Bobber Twenty ziet er dus gelikt uit. Kijk alleen maar eens naar de benzinetank die mooi tot aan het balhoofd loopt en naadloos aansluit op het zweefzadel. Bij de Harley gapen daar – bewust – grote gaten. Het geeft de Street Bob een ruiger voorkomen, maar toch kiezen de meeste passanten de Scout uit als favoriet. Daarmee zet David Goliath al op een 2-0 achterstand.
Toch kan Indian de wedstrijd niet achterover leunend uitspelen, want Harley-Davidson slaat direct terug. Op een gebied nog wel waar ze niet vaak als winnaar uit de bus komen: het comfort. Oké de Indian zit nog wel beter, maar de vering is gruwelijk hard. Er zitten stereoschokdempers op, maar na de eerste verkeersdrempel had ik gezworen op een hardtail te rijden. Een veerweg van vijftig millimeter stelt al niets voor, maar het zijn noodzakelijkerwijs ook nog eens snoeiharde millimeters. Dat de dempers bijna horizontaal liggen, helpt ook niet mee.
Inches tegenover toeren
Met zijn straffere vering, dikke aluminium frame en ‘sportievere’ geometrie is de Indian de betere stuurfiets. Al doen de laag geplaatste voetsteunen er alles aan om dat voordeel teniet te doen. Natuurlijk is dit geen motor om de kronkeligste wegen op racetempo af te raffelen, maar zo’n minimale grondspeling is bijna een straf. Er gaat geen rotonde voorbij zonder krasgeluid. Snelwegopritten zijn goed voor één lange kraspartij en dat maakt een mens toch nerveus. In het achterhoofd bivakkeert altijd de gedachte: ‘Wanneer ga ik onderuit omdat ik iets raak dat niet opklapt?’ Jammer dat de betere stuurfiets zijn capaciteiten niet volledig kan uitbuiten.
Zelfs aan de hand is de Scout de betere stuurfiets. Nonchalant zet je hem overal neer, terwijl je bij dezelfde actie zeult met de Harley. Hij voelt een pak lichter en dat vertaalt zich ook in het stuurwerk. De Indian stuurt lichter in en is ondanks die noppenbanden neutraler in de bocht.
Toch zijn de verschillen in stuurgedrag peanuts vergeleken met de andere karakters van de V-twins. Het Indian-blok is veel geciviliseerder dan dat van de Harley. De waterkoeler is mechanisch stiller dan de luchtkoeler en trilt beduidend minder. De twee blokken schelen qua inhoud maar liefst 613 cc. De bullebak uit Milwaukee profiteert van zijn cubic inches, de Indian zet daar toeren tegenover. Al blijft dat relatief, want bij honderd kilometer per uur geeft de teller slechts 3.100 omwentelingen aan. Toch loopt het blok overtuigend door waar de Harley stopt. Het voelt niet als misbruik om lekker door te trekken, omdat het blok boven de 5.000 tpm zowaar een iets grotere mond krijgt.
Arsenaal wapens
Waar de Harley je heen en weer slingert tussen pure adoratie en ergernis, is de Indian amper op foutjes te betrappen. Althans, zo lang er geen verkeersdrempels liggen of je dol bent op hellingshoeken. Alles draait in olijfolie, het leven aan boord is net zo mooi als de machine zelf. Het is duidelijk: deze David laat zich niet imponeren door Goliath. Hij verslaat hem niet met zijn eigen wapens, maar kiest voor een geheel eigen arsenaal wapens om de strijd aan te gaan.
De mening van
Jacco van de Kuilen
Huisfotograaf en gepassioneerd motorrijder Jacco fungeert in corona-tijden tijdelijk als testrijder. Wat vindt hij van de Indian? ‘Laat ik voorop stellen dat mijn twee meter lange lijf totaal niet op deze motoren past. Toch doet deze Indian me wel wat. Het is voor mij sowieso de mooiste en subliem afgewerkte van de twee motoren. Dat positieve gevoel zet zich door in de rijbeleving. Die is gepolijst, maar nog net ruw genoeg om mij te bekoren. Ondanks het miniformaat zie ik me wel op deze motor rondtoeren. Hij heeft dat stoere waar ik gevoelig voor ben en rijdt beter dan de Harley.’
+ Licht, geciviliseerd blokkarakter, afwerking, zithouding
– Geen hellingshoek mogelijk, snoeihard afgeveerd
Conclusie
‘Kun je wel tegen zo’n kleintje?’, kreeg de Harley-Davidson tijdens dit vergelijk vaak voor de voeten geworpen. Het lijkt op voorhand een ongelijke strijd, maar dat vinnige Indiaantje slaat hard van zich af. Zo stevig zelfs dat hij de scalp van de Street Bob aan zijn verzameling kan toevoegen. Niet Goliath wint deze strijd, maar David. Niet op punten, maar overtuigend en bijna op alle fronten. Het rijwielgedeelte is beter, de ergonomie is wel voor elkaar en het blokje blijft een pracht van een V-twin.
In eerste instantie lijkt dit een vergelijk tussen twee motoren die tweelingbroers hadden kunnen zijn. Twee Amerikaanse eenzitters met een bijna identiek prijskaartje en een uitstraling van ‘had je wat?’ Zoom je meer in, dan vergroten niet de gelijkenissen maar alleen de verschillen. Het is plots een dikke luchtkoeler tegenover een kleine waterkoeler.
Meer nog dan technische verschillen komen de verschillende karakters bovendrijven. De Harley is en blijft de ruige jongen van het stel, de Indian de gladdere nieuwkomer. Het kan door de lockdown komen, maar de ‘minste’ motor van de twee trekt het hardst aan me. Ondanks die onmogelijke en clowneske zithouding. Misschien is in tijden van verplichte opsluiting de noodzaak van er helemaal uit zijn groter. Op de Street Bob ben je er helemaal uit: het ding schudt je volledig wakker in de goede zin des woords. Alle zintuigen staan op scherp en zo fris als een hoentje kun je de volgende persconferentie van Mark Rutte weer aan. Toch kan er maar een winnaar zijn en dat is het kleintje van dit duo, de Indian dus. Technisch is hij de Street Bob in bijna alles de baas en dus de winnaar.
Technische gegevens
Harley-Davidson Street Bob
Indian Scout Bobber Twenty
Motor
Type
luchtgekoelde V-twin Milwaukee Eight 107
vloeistofgekoelde 60˚ V-twin, DOHC
Cilinderinhoud
1746 cc
1133 cc
Boring x slag
100 x 111 mm
99,0 x 73,6 mm
Kleppen/cilinder
2
4
Compressieverh.
10:1
10,7:1
Carburatie
injectie injectie
60mm-gasklephuis
Koppeling
natte multiplaat
natte multiplaat
Transmissie
zesbak
zesbak
Eindoverbrenging
tandriem
tandriem
Prestaties
Maximaal vermogen
n.o.
100 pk
Maximaal koppel
145 Nm @ 3.000 tpm
97 Nm @ 5.600 tpm
Elektronica
Motor
–
–
Rijwielgedeelte
ABS
ABS
Rijwielgedeelte
Frame stalen buizenframe
aluminium ruggengraatframe
Vering voor
telescoopvork 41mm
telescoopvork
Stelmogelijkheden
–
–
Vering achter
stereoschokdempers
stereoschokdempers
Stelmogelijkheden
veervoorspanning
veervoorspanning
Veerweg v/a
–
120/50 mm
Rem voor
300mm-schijf met dubbelzuigerklauw
298mm-schijf met tweezuigerklauw
Rem achter
260mm-schijf met enkelzuigerklauw
298mm-schijf met enkelzuigerklauw
Banden v/a
100/90-B19, 150/80-B16
Pirelli MT60RS; 130/90-16, 150/80-16
Maten & Gewichten
Gewicht
297 kg (rijklaar, lege tank)
256 kg
Tankinhoud
13,2 liter
12,5 liter
Prijs & Info
Prijs
€ 17,500 (zwart) € 17,890 (kleur) € 18,500 (two tone)
€ 17.990
Prijs België € 14.900,- (zwart); € 15.230,- (kleur); € 15.770,- (two tone) € 15.390,-
Importeur
Harley-Davidson Benelux
Indian Benelux
Internet
www.harley-davidson.nl
www.indianmotorcyclebenelux.com
Afmetingen
Wielbasis
1.630 mm
1.576 mm
Balhoofdhoek
30˚
29˚
Naloop
157 mm
119,9 mm
Zithoogte
680 mm
695 mm