Indian Challenger
Onthoud vooral het woord PowerPlus want met dit blok zet Indian iets speciaals neer in de glanzende wereld van de baggers. De vloeistofgekoelde 60-graden V-twin met een cilinderinhoud van 1769 cc levert 122 pk en 178 Nm aan koppel. Eerlijk gezegd weet ik niet of je dit een motorblok moet noemen of gewoon machtsvertoon. Voor een dikke Amerikaanse twin reageert het blok van de Indian Challenger wel heel erg gretig.
Hoofdrekenen
We blijven eerst even hangen bij het blok, want Indian combineert een klassiek en strak uiterlijk met moderne technieken. Het blok van de Indian Challenger heeft hydraulische klepstoters en kettingspanners op de distributieketting voor minimaal onderhoud. De koppeling is bekrachtigd en daar kan niemand bezwaar tegen hebben want je hebt je handen sowieso wel vol aan deze Amerikaanse zwaargewicht. De zesversnellingsbak heeft een overdrive om lekker laagtoerig rond te ploffen. Het is een kunstje dat de Indian perfect beheerst, maar er is er nog eentje; spierballenvertoon. Zet bij tweeduizend toeren het gas er op en je weet niet wat je overkomt. Het ene moment zit je op een sloom voorttokkelende cruiser, het volgende moment trekt hij de armen uit je lijf. De pure kracht die moeiteloos uit het blok rolt is heerlijk. Bovenin dondert het vermogen ook niet in elkaar. Waar het Harley-blok alweer afbouwt, gaat de PowerPlus nog gezellig even door.
Indian Challenger
De V-twins van Indian maken altijd diepe indruk. Hoe goed is het nieuwe Challenger-blok? We zetten hem tegenover zijn tweelingbroer uit Milwaukee en kijken hoe de Indian het ervan af bengt.
Harley-Davidson Road Glide Special
Indian knaagt nadrukkelijk aan de stoelpoten van Harley-Davidson, maar de Road Glide Special is een van de beste paarden van stal. Met deze topper moet Harley toch zeker wel een vuist kunnen maken?
Het blok oogt klassiek, maar beschikt wel over elektronische beschermengeltjes. De gasrespons kent drie voorgeprogrammeerde rijinstellingen: Rain, Standard en Sport. De tractiecontrole past zich aan de gekozen instelling aan. De elektronica speelt echter geen beslissende rol in dit vergelijk en de vraag dient zich aan voor hoeveel kopers van een dikke bagger de elektronica wel een doorslaggevende factor speelt.
Het is ronduit fascinerend dat op de moderne Challenger een indicatie van het brandstofverbruik ontbreekt. Elk menu ploegde ik door, maar het zit er echt niet op. Met een tankinhoud van 22.7 liter zit het wel goed met de actieradius, maar bij de benzinepomp is ouderwets hoofdrekenen het devies.
Testlocatie | Nederland |
Omstandigheden | De boeren snakken naar regen |
Temperatuur | Negentien graden |
Testkilometers | 706 |
Bijzonderheden | Prent van € 52,- bij flitspaal in Doorn |
Kolenschoppen noodzaak
Verder verwent de Challenger zijn bestuurder wel met een enorme hoeveelheid informatie. Het 7” touchscherm biedt weers- en verkeersinformatie, voertuiginformatie, Bluetooth en USB-koppeling voor mobiele telefoons. Net als de Harley-Davidson beschikt de Indian ook over twee gewone klokken voor snelheid en toerental. Die van de Harley zijn beter afleesbaar omdat ze niet reflecteren in de zon. Bovendien is het touchscreen van de Road Glide wel met winterhandschoenen te bedienen en die van de Challenger niet.
Blijven we aan de voorzijde van de motor dan zien we daar een vette upsidedown-vork en imposante Brembo-remklauwen. Vooral die laatste creëren hoge verwachtingen. Indian zet met het PowerPlus-blok een nieuwe maatstaf in bagger-land, geldt hetzelfde voor de remmen?
Het blijkt tegen te vallen. De Challenger remt zoals gebruikelijk voor dit slag motoren. De remmen op de Harley-Davidson grijpen zelfs krachtiger aan. Overigens komen de op het oog anonieme remklauwen op de Road Glide ook gewoon van Brembo. Kolenschoppen van handen zijn op de Harley wel noodzaak bij het intrekken van koppeling- en remhendel. Bij Indian is het remhendel instelbaar, maar is de pook van de achterrem hoog geplaatst. De eerste keer trap je er – dat is schrikken – geheid naast en je hebt toch echt alle schijven nodig om tijdig tot stilstand te komen. Dat zelfs baggers anno 2020 over bochten-ABS beschikken maakt dit vergelijk duidelijk.
De remmen van beide motoren huizen in opvallend slanke gietwielen met lage banden. Natuurlijk zijn er verschillen, maar dit duo heeft verdomd veel weg van een eeneiige tweeling. Het begint natuurlijk met de vorm van het kuipwerk. Gelukkig zijn beide fors bemeten stroomlijnen op het frame bevestigd om het stuurgedrag niet te beïnvloeden. Toch zijn er wel degelijk verschillen. Het ruitje van de Indian is elektrisch in hoogte verstelbaar. Het gaat om slechts een paar centimeter, maar het maakt een wereld van verschil. De windbescherming op de Indian is goed, de stroomlijn van de Harley-Davidson is vooral goed voor turbulentie.
Niets in de weg
Los van de windbescherming verschilt de zitpositie van deze motoren niet al te veel. De Indian is groter maar dat komt niet tot uitdrukking in een veel grotere plek. Het stuur van de Challenger is iets lager en dat is fijn, maar een wereld van verschil maakt het niet. Op beide motoren prikt de opstaande rand van het zadel al snel irritant in de rug. Een duo zit goed op de Indian en vervloekt de Road Glide door het naar achter aflopende zadel. De treeplanken op de Harley-Davidson bieden meer ruimte omdat je je voeten helemaal naar achter kunt plaatsen. Bij de Indian zit het carter dan in de weg.
Verder zit er weinig in de weg op de Indian. Het tekent hoe doordacht het model direct in de eerste keer in elkaar steekt. De elektronische sleutel sluit bijvoorbeeld op afstand de zijkoffers (68L totaal). Al blijft het vreemd dat je een stuurslot met een sleutel moet bedienen. Maak dat dan ook elektronisch.
Harley-Davidson Road Glide Special
Chinezen hebben het stempel van kopieerexperts, maar in de Verenigde Staten kunnen ze er ook wat van. Indian kan onmogelijk met droge ogen beweren dat ze bij de ontwikkeling van de Challenger niet naar deze Road Glide Special keken. Want het staat als een paal boven water dat deze Harley-Davidson Road Glide Special inspirerend werkt en tegelijk het enige/echte origineel is. Gelukkig hebben we een Road Glide in een bijzonder originele kleurstelling om dit duo makkelijk uit elkaar te houden. Op de foto is het trouwens niet even goed zichtbaar, maar de metallic lak van de Challenger knalt er met wat zonlicht ook werkelijk prachtig uit.
Kunst of kitsch
Als deze Harley-Davidson Road Glide Special ergens in uitblinkt is het wel in zichzelf zijn. Tot de komst van de Challenger was de Road Glide Special met zijn Batman-kuip echt uniek, maar ook nu is de bagger nog altijd een speciaal exemplaar. Kijk alleen maar eens naar de knipperlichtbediening met een knop links en een rechts. Geen enkele andere motorfabrikant gebruikt het (meer), maar het werkt na wat gewenning verrassend goed. Aan de rest van de knoppen – het zijn er stiekem heel wat – ben je direct gewend. De cruisecontrol zit links in plaats van rechts zoals op de Indian en links voelt toch altijd logischer. Het touchscreen steekt al net zo logisch in elkaar. Voor je het weet tover je moeiteloos zaken als motorgegevens, bandenspanning, hoogtemeters, navigatie, audio en telefoon tevoorschijn. Bij deze motorfiets achterhaal je in tegenstelling tot de Indian wel het gemiddelde verbruik met een druk op de knop. Na alle rustige snelwegkilometers valt er 1:23.8 af te lezen. Dat is niet alleen indrukwekkend laag, maar ook nog eens goed voor een theoretische actieradius van 540 kilometer.
De zithoogte van 695 mm is eveneens indrukwekkend laag. Toch is de zithouding vrijwel identiek aan die van de Challenger. Het hogere stuur valt direct op en ook de kleur ervan. Ravenzwart zijn het stuur en de bedieningselementen van de Road Glide terwijl het bij de Challenger een glimmende verchroomde boel is. Het brengt de grens tussen kunst of kitsch in beeld. De Harley-Davidson heeft sowieso minder tierelantijnen en frutsels. Hij voelt puurder – minder modern zo je wilt – dan de Indian en dat voelt bij dit soort baggers zeker niet als een nadeel.
Verstopte knoppen
De V-twin kan puur op vermogen en motorloop de strijd niet aan met de twin van de Indian. Het voelt minder krachtig, niet zo elastisch en meer rudimentair. Dat laatste is voor de één een voordeel en voor de ander een nadeel. Je voel je de Milwaukee-Eight meer werken en dat heeft zo zijn charme. Toch loopt ook deze dikke twin nog steeds extreem mooi rond. Het is bijna onvoorstelbaar als je bedenkt dat iedere cilinder een verplaatsing heeft van 934 cc. Dat de versnellingsbak nog altijd over een luidruchtige eerste versnelling beschikt voelt vertrouwd. Alleen vraagt de koppeling – zeker in vergelijk met de Indian – om een stevige hand.
In cilinderinhoud is de V-twin van de Road Glide groter, maar de Indian steekt hem qua maten voorbij. Een 114”-blok die niet de grootste is blijft wennen. Dat iets kleinere gevoel zet zich door in het stuurgedrag. Al blijft dat kleine natuurlijk relatief bij motorfietsen van vierhonderd kilo en een wielbasis van een vrachtwagen. Toch voelt de Harley-Davidson levendiger en directer sturend dan de Indian. Het moet komen door de steviger gedempte vering. Met zijn aluminium frame en upsidedown-vork moet de Indian minstens even goed kunnen presteren. Het spreekt voor zich dat de zijdezachte vering rechtdoor garant staat voor veel comfort. De Harley-Davidson reageert stuiteriger. Het blijft ook altijd verbazingwekkend dat zo’n grote fiets aan de achterzijde over slechts 54 millimeter veerweg beschikt. De Indian heeft meer dan twee keer zo veel.
Bij de bagage is het wel een gelijkspel. De zijkoffers op beide motoren zijn allemaal kunststof bovenladers met nagenoeg dezelfde inhoud. Ze zijn slank om de kont van de motoren niet nodeloos breed te maken. De koffers van de Road Glide moet je nog ‘ouderwets’ afsluiten met een sleutel en niet met een druk op de knop. Dat geldt ook voor de benzinedop. Bij de Indian opent die elektronisch, bij de Harley gewoon met een sleutel. Vraag voor het wegrijden bij de dealer eerst naar de knop die de tankdop van de Indian opent. Die ga je in je eentje nooit vinden. Waarschijnlijk sta je op dat moment al diep op reserve bij een benzinepomp.
Verlengde achterbrug
Bij de Harley-Davidson heb je geen uitleg nodig. Hoe eigenzinnig ook, alles werkt wel logisch. Het illustreert nogmaals het pure van de fiets. Een Road Glide heeft geen lichtgevend indiaantje op zijn voorspatbord nodig en al helemaal geen lampje dat na het uitzetten van de motorfiets een tijdje op de grond schijnt. Het is vast heel praktisch bedoeld om ’s avonds niet ‘blind’ rondom de motorfiets te hoeven schuifelen, maar het komt erg blingbling over. Het levert direct associaties op van special paint en verlengde achterbruggen. Daar heeft de Road Glide allemaal geen last van. Die is meer van de – turbulente – wind in de haren en gaan naar de verre einder.
Conclusie
De eerste paar kilometers op de Indian Challenger zetten een mens makkelijk op het verkeerde been. Het nieuwe PowerPlus-motorblok is in één woord geweldig. Het is geciviliseerd, oogt prachtig, maar is vooral krachtig en een genot om te rijden. Tegen zo veel geweld kan het Milwaukee Eight 114-blok niet op. Omdat de Indian ook nog eens moderner is, lijkt de uitslag van dit vergelijk al vroeg vast te staan. Alleen is het fijner sturen aan boord van de Road Glide. Met zijn pluchen vering voelt stuurwerk op de Indian iets afstandelijker. Dit mogen dan wel typische Amerikaanse rechtdoormotoren zijn, maar het is toch leuk als je her en der nog een bocht meepikt en daar lol aan beleeft. Net als bij de Tritons van weleer is de Harley-Davidson met het PowerPlus-blok de ideale mix.
De einduitslag ligt dus dichter bij elkaar dan vooraf voor mogelijk gehouden. De Indian is moderner en het blok krachtiger, maar qua zithouding is het een gelijkspel en dat geldt ook voor de bediening van de elektronica. De windbescherming van de Indian is beter, maar als toerfietsen doen ze qua comfort verder weinig voor elkaar onder. Het klinkt vreemd bij motoren van bijna vierhonderd kilo, maar de Harley voelt iets levendiger dan de Indian al blijft het PowerPlus-blok briljant. Alle plussen en minnen bij elkaar opgeteld laat de Indian de Harley-Davidson achter zich, maar het is gevoelsmatig een fotofinish. Dat blijft ongemakkelijk aanvoelen omdat de combinatie Challenger-PowerPlus zoveel moderner aanvoelt, maar de Road Glide compenseert het met authentiek karakter en een vlotter stuurkarakter. Toch is dat onvoldoende om de Indian af te houden van de bagger-kroon.