Benelli is weer op weg. Met hulp van het Chinese Qianjiang en (motor)scooter importeur Moteo (Peugeot, SYM Tomos en Derbi), die het illustere merk naar Nederland heeft gebracht. Prachtig toch, een Benelli op onze wegen tegenkomen. Nadat we een paar maanden eerder de Leoncino 502 en de TRK 502 introduceerden, zijn nu de Leoncino Trail en TRK 502 X aan de beurt. In de Ardennen hopn we antwoord te krijgen op de vraag: is Benelli op de góede weg?
Mink Bijlsma
Nou… in de Ardennen wel. Zo dicht bij huis en zo mooi. Fraai heuvellandschap, mooie wegen, strak asfalt. Vooral in het Luxemburgse. We kennen het al een halve eeuw, maar het blijft steeds weer verbazen. En Benelli kennen we ook al een hele eeuw, maar de Leoncino en Trail en TRK 502 X zijn nieuw.
Ben
Alias de Leoncino Trail. Het zal helder zijn dat hij in grote lijnen hetzelfde is als de standaard Leoncino. Wat afwijkt zijn het 19 inch voorwiel, de draadspaken in plaats van gegoten wielen, de langere veerwegen en dus een gestegen zithoogte. Ook zijn de radiaal opgehangen remklauwen vervangen door axiaal geplaatste. Woest en ruig uitziende noppenbanden om de velgen en de Trail is klaar om op pad te gaan. Maar eerst nog even een rondje om de motor waarbij we duidelijk zien dat het design uit Italië komt. Wat niet te zien is, is dat de motor in China wordt gebouwd. De gebruikte materialen zijn van hoge kwaliteit, althans de uitstraling. Vooral de lampen zien er ongewoon uit, achterlicht en knippers neigen wat naar die van de Husqvarna Svartpilen, waarbij de vraag wie er het eerst mee kwam helemaal niet belangrijk is. De tank is fraai, het zadel mooi gestikt. Voor zo’n open en bloot motor hadden wel de stroomdraden en slangen om het blok wat mooier weggewerkt mogen worden. Het uitlaatsysteem is tussen bochten en demper ronduit lelijk. Dat voor 3 euro aan plastic zo uit het zicht gehaald kunnen worden.
Bijzonder blok
Dat blok ziet er aan de buitenkant heel normaal uit, maar onder’metaals’ is het toch bijzonder. De zuigers van de parallel twin gaan namelijk gelijktijdig op en neer en ontsteken om de 360 graden. In gewone motortaal: klinkt als een BMW F 500 GS, het niet bestaande boertje van de 800 GS, die op zijn beurt weer klinkt als zijn grote broer, de boxer. Wat misschien nog wel belangrijker is: het blijkt een fantástich blokje te zijn. Stil, soepel, uiterst goed gemanierd met geweldige draai-eigenschappen. Het is af te knijpen tot 45 km/u in zijn zesde versnelling, waarna het weliswaar niet heel snel, maar wel dapper, onbevangen en onbevreesd en zonder zich te verslikken of te haperen richting begrenzer begeeft. Trillingen zijn pas vanaf zo’n 6.000 omwentelingen voelbaar, maar dankzij de geringe roterende massa wordt dat nooit (zo) hinderlijk (als bijvoorbeeld wel op de F800 GS). Bovendien blijkt al gauw dat doortrekken weinig zin heeft omdat het maximale koppel al bij 6.000 tpm wordt afgegeven. Schakelen en koppelen, het gaat allemaal zoals het zou moeten. Het enige wát op het blok is aan te merken, is de lange slag van het gashendel waardoor het wat lastig wordt om het toch al niet overdadige potentieel van 48 pk ter verantwoording te roepen.
Vrek
Hoewel je ze duur moet betalen zou je voor de banden die om de Trail liggen geen cent geven. Vrekkengedrag bedriegt, want als je niet gezien had wat eronder lag, had je je er niet naar gedragen. De Leoncino Trail stuurt ondanks de dikke rubberblokken makkelijk, vanzelfsprekend en vertrouwd. En ook met de grip lijkt weinig mis, zeker voor huis, keuken en tuinpad gebruik. Het zal ongetwijfeld met het mes tussen de tanden zijn grenzen eerder bereiken dan de Pirelli Angel GT’s die onder de gewone Leoncino zitten, maar dan gebruik je de motor voor andere doeleinde dan hij bedoeld is. De vering doet zijn werk naar behoren, beter dan de in eerste instantie nogal plakkerig aanvoelende UPS-voorvork doet vermoeden. In de praktijk heb je daar nauwelijks last van. Achter is de demper volledig instelbaar, maar helaas is dat pure theorie: het schroefje van de ingaande demping komt pas na 20 minuten sleutelwerk in het zicht, de stelknop van de voorspanning is wél goed te bereiken.
Elli
Alias TRK 502 X. Het zal helder zijn dat hij in grote lijnen hetzelfde is als de standaard TRK en dat de X voor Cross Over staat. En dat staat op zijn beurt weer voor: een 19 inch voorwiel, draadspaken in plaats van gegoten wielen, langere veerwegen en dus een gestegen zithoogte. Ook zijn de radiaal opgehangen remklauwen vervangen door axiaal geplaatste. Allemaal gelijk de Leoncino Trail. Waarom de TRK dan niet Trail heet? Misschien omdat de uitlaat bij de TRK omhoog geplaats is, zodat er aan de onderkant meer bodemvrijheid ontstaat? Juist: daarom! Want één blik op de TRK X maakt duidelijk dat we hier niet met een scrambler -achtige, maar met een offroad-waardige motor te maken hebben waarbij het uiterlijk duidelijk meer stoer dan chique is.
Ergo
Om de X te beklimmen moet je redelijk ver vooraan in de rij hebben gestaan toen de lichaamslengtes werden uitgedeeld. Toch is dat voor de gemiddelde Noord-Europeaan prima te doen. De maten zijn ruim, voor alles is plaats, de ergonomie is prima. Alleen het stuur is wat merkwaardig gevormd en tamelijk smal. Wellicht dat het Leoncino Trail stuur ook op de TRK goede sier gemaakt zou hebben. Het zadel is ruim en comfortabel, de kniehoek meer dan aangenaam, de driehoek zadel-stuur-voetsteunen zelfs weldadig. Allemaal nét een tikje ruimer dan bij de Trail. Het is een volwassen aanvoelende motorfiets waarbij niets er op duidt dat het om slechts een 500-tje gaat. En dat was in den beginne ook niet de bedoeling, zie later. Het dashboard is een combinatie van analoog en digitaal waarbij de analoge duidelijkheid van de toerenteller door geen enkel digitaal exemplaar overwonnen kan worden. Het ruitje ziet er uit alsof heeft het maanden in de windtunnel heeft verbleven, maar is niet in hoogte instelbaar. Het remhendel wel. Ook deze Benelli is behoorlijk basic in deze tijd van (overdreven?) hulpmiddelen. Geen ride by wire, geen verschillende rijmodi, geen verschillende ABS standen. Over Quick Shifters en Launch Control maar helemaal gezwegen. Dat heeft de 502 ook helemaal niet nodig, maar dat geldt misschien ook wel voor motoren die het toch hebben… Eenvoud troef, geen What you see is what you get motor, maar gewoon een Wat je ziet is wat je krijgt-motor. Is daar iets mis mee?
De doodsteek
Dat lijkt er niet op. In de TRK huisvest hetzelfde blok als in de Leoncino. Die doet het in het rijwielgedeelte van de TRK dus net zo goed. Wel lijkt het er op dat het in de TRK iets minder pit heeft, maar dat kan ook (zal…) komen door het hogere gewicht en bij hogere snelheden natuurlijk de luchtweerstand. De 48 pk die voor de Leoncino als voldoende bestempeld kan worden, is voor een geroutineerde en ervaren motorrijder op de TRK net voldoende. Daar kan het Benelli-blok niks aan doen, want die meet nu eenmaal niet meer dan 500 cc, maar als je veelvuldig met duo en/of passagier onderweg bent, dan is het misschien beter te wachten op de TRK 752 (of iets dergelijks) die volgend jaar verwacht wordt. En waarvan het oorspronkelijk de bedoeling was dat dát blok in de TRK zou komen. Verder valt er niks op het blok aan te merken, wat voor een zichzelf kritisch noemende journalist ongeveer de doodsteek is…
Helder
Hetzelfde levensbedreigende scenario voor het rijden en sturen. Dat laatste gaat duidelijk wat minder licht, makkelijk en flitsend dan bij de Leoncino Trail, maar hé: ‘Wat wil je?’ Er zit rond, boven en voor het balhoofd allemaal gewicht dat de bedoeling heeft je te beschermen tegen wind, regen, vliegen en ander feest, pret en vreugde bedreigende elementen. Waarvoor hij bedoeld is, slaagt hij met vlag en wimpel, waarbij je relatief weinig last hebt van turbulenties en herrie. Wat over blijft is een vertrouwd sturende motor die na die eerste, wat meer nadrukkelijke aanzet net zo vertrouwd, voorspelbaar en geruststellend stuurt als de Leoncino Trail. En ook hier geven de gemonteerde allroad banden (Metzeler Tourance) meer dan voldoende vertrouwen en grip en had na een middagje stevig harken (wat ondanks de redelijk zachte vering mogelijk is) alleen de middenbok de bodem geraakt.
Helder verhaal dus. Na een dagje Ardenneren bestaat er geen enkele twijfel: Benelli is (eindelijk weer) op de juiste weg. Een weg die ze nog maar net zijn ingeslagen. En er komt nog veel aan. Als dat allemaal dezelfde prijs en kwaliteit heeft, betrouwbaar blijkt en een uitgebreider dealernetwerk, dan…
Dit vindt Mink
Wil je dat ik eerlijk ben? Vooruit: ik keek tamelijk sceptisch naar deze introductie. De eerste wederopostanding van Benelli met de Tornado 900 en later de TNT 1030 was bepaald geen succes. In zowel technische als commerciële zin. En nu de Chinezen er zich mee bemoeien? Kan niet goed zijn en goed gaan. En dan meteen al met merkkleding met het oude, fraaie, emotionele en beladen logo erop… Jongens, moeten jullie je niet eerst eens bewijzen? Dat deden ze na een paar honderd meter al. De bekende Italiaanse flair van dat varkentje wassen we wel (moet ik merken noemen?) lijkt plaats gemaakt te hebben voor: ‘Het wordt moeilijk, we zullen vallen, maar ook weer opstaan. En het gaat lukken!’ Als je perfecte motoren verwacht voor dit geld, dan kom je bedrogen uit. Maar wanneer je dat verwacht van een zelfde motor voor een paar duizend meer, ook…Qua betrouwbaarheid en levensduur moet Benelli zich nog bewijzen. Bij de eerdere introducties waren er nog wel wat mankementen, maar het mooie is, is dat ze zich er niet achter verschuilen (pré-productie, exemplarisch, blablabla,) maar er voor uit komen en… het oplossen. Ik heb er wel vertrouwen in.
Specs
Benelli Leoncino Trail (TRK 502 X)
Motorblok vloeistofgekoelde 360 graden parallel twin met dubbele bovenliggende nokkenassen en vier kleppen per cilinder.
Cilinderinhoud 500 cc
Vermogen 48 pk/8.500 tpm
Koppel 46 Nm/6.000 tpm
Tankinhoud 13,5 (20) liter
Rijklaar gewicht 210 (235 kilo)
Zithoogte 835 (850 mm)
Prijs (2018) € 7.499,-.( € 7.999,-)
Plussen en minnen
+ motorblok
+ stuurgedrag
+ prijs/kwaliteitverhouding
– Remwerking
– Lange slag gashendel
– Bereikbaarheid veerinstellingen achter