Leon Kramer emigreerde als zestienjarige jongen met zijn ouders en zusje naar Zweden. Daar kwam hij via een buurman in aanraking met ijsspeedway. Nu hoopt de 22-jarige Fries in het eerste weekend van april te kunnen schitteren op zijn geboortegrond. Dan blazen de ijsspeedwaycoureurs het laatste restje ijs uit Thialf. En Leon Kramer is daar voor de tweede keer bij.
Leon groeide op in het Friese Oldeholtpade, op een steenworp afstand van schaatsmekka Heerenveen. Vader Koen was een verdienstelijk motorcrosser en ook Leon trok al vanaf zijn vijfde zijn sporen in het zand. Aan ijsspeedway werd eigenlijk nooit gedacht. Dat veranderde toen het gezin Kramer zich in 2018 vestigde in Vikarbyn, een klein dorp in het midden van Zweden. Vanuit de woonkamer hadden ze zicht op het immense Siljanmeer, het zesde grootste meer van Zweden. Daar zou Leon zijn eerste meters op het ijs maken.
WK ijsspeedway Inzell, Duitsland: Jasper Iwema stunt met podiumplaats in Inzell
Een ontmoeting met buurman Hans-Erik Lassis veranderde alles. Hans-Erik is een fitte tachtiger die nog regelmatig met zijn antieke ijsracer het bevroren Siljanmeer opgaat. Kramer: ‘Hij probeert elk jaar minstens één keer op het meer te rijden. Hij heeft een oude Jawa-ijsracer van meer dan zestig jaar oud. Het is een machine zonder achtervering en met banden van minstens twintig jaar oud. Maar ik mocht er van hem mee het meer op. De eerste keer dat ik erop zat, was heel bijzonder. Het ging gelijk best goed.’ Dat viel de buurman ook op, en hij moedigde de Kramers aan om een moderne motor voor hun zoon aan te schaffen. ‘Daarmee heb ik eerst een jaar zelf een beetje op het meer gereden. Vorig seizoen zijn we begonnen met het rijden van wedstrijden.’
Met een machine zonder remmen, die alleen maar linksaf wil en met honderden vlijmscherpe spikes in de banden, is racen niet voor iedereen weggelegd. ‘Je moet een knop omzetten, want je denkt dat het glad is op het ijs. Maar met deze banden heb je juist heel veel grip. Dat is heel onnatuurlijk. Je hoofd wil het eerst niet begrijpen. Misschien moet je wel een beetje dom zijn, in ieder geval niet bang.’
Veel trainen helpt om te wennen aan de wetten van de ijsspeedway. Coureurs uit Scandinavië zouden in het voordeel moeten zijn. ‘Maar dit jaar hadden we een heel slechte winter. Voor januari lag er helemaal geen ijs, en daarna waren er afwisselend plus- en min-graden. Daarnaast heb ik dit jaar veel wedstrijden gereden en was er dus weinig tijd om te trainen. Voor het Zweeds kampioenschap kon ik op ons meer nog net een nieuwe voorband losrijden. In de winter wordt het al vanaf half vier donker. Vanuit mijn werk ging ik dan direct door naar het meer. Daar stond mijn vader al klaar met de motor, die hij thuis al had warmgedraaid. Omkleden en snel wat rondes rijden voor het echt donker werd. Dat was de enige keer dat ik dit jaar op het meer heb gereden.’
Saamhorigheid
In zijn eerste volledige seizoen reed Kramer met uitstekende resultaten in de kijker. Doordat hij met een Zweedse licentie racet, mocht hij dit jaar deelnemen aan het trainingskamp van de Zweedse bond, wat de weg naar een start in de Superliga, het hoogste niveau in Zweden, vergemakkelijkte. ‘Ik heb dit jaar tien wedstrijden kunnen rijden en mocht ook deelnemen aan de Noordse en Zweedse kampioenschappen. Daardoor heb ik dit jaar eigenlijk veel meer geleerd. Van het rijden van wedstrijden met de ervaren coureurs steek je veel meer op dan van alleen maar rondjes rijden op het meer. Je probeert hun tempo bij te houden en gaat daardoor automatisch harder dan wanneer je alleen rijdt. Ik kan lijnen afkijken, maar ook zien hoe zij hun machines afstellen. Het ijsspeedwaywereldje is eigenlijk een kleine, hechte familie. De ervaren coureurs willen ook best helpen. Tijdens de eerste Superliga-wedstrijd waren mijn banden kapot, maar dat had ik zelf helemaal niet door. Ik wist niets van die banden. Max Koivula wees me daar toen op. Het rubber was versleten, te zacht. De spikes konden daardoor te veel buigen en de motor begon op de band te rollen. Ik kreeg helemaal geen grip en was alleen maar aan het glijden. Gelukkig had ik die dag net een nieuwe set banden gekocht en daar reed ik de laatste twee heats mee. Dat ging stukken beter.’
Het maken van de ijsspeedwaybanden is een tijdrovende klus. In de voorband worden ongeveer 160 spikes geslagen, in de achterband gaan er 200, voornamelijk aan de linkerzijde. Tot voor kort kocht Kramer zijn banden bij andere (oud-)coureurs. ‘Maar dat wordt te duur. Voor een set banden, voor- en achterband, ben ik zo 1.200 euro kwijt. De WK-rijders gebruiken voor elke wedstrijd een nieuwe set banden en verkopen de oude set dan weer. Zo heb ik vorig jaar een set gekocht van Martin Haarahiltunen, de wereldkampioen. Mijn vader heeft daar een mal van gemaakt en het patroon op een band getekend. Daar moeten dan de spikes in worden gezet. Dat is geen leuke klus. Een set banden maken kost wel drie dagen en regelmatig heb je bebloede handen.’ Op motorisch gebied wordt Kramer ondersteund door tuner Jan Bergsma uit Heerenveen. ‘Jan is wel twintig jaar weggeweest uit de ijsspeedwaysport, maar is nu weer helemaal enthousiast. Volgende winter wil hij een maand naar Zweden komen om samen allerlei dingen te proberen.’
Hulp van vrienden
Binnen de ijsspeedwaysport heeft Jawa het monopolie op krachtbronnen. Begin deze eeuw ontwikkelde Bergsma een alternatief op basis van een uit de speedway bekende GM-motor. De Rus Vjatcheslav Nikulin boekte hiermee successen. ‘Jan wil ook met dit project weer aan de slag gaan. Het is de bedoeling dat ik volgende winter hiermee ga testen.’ Naast de steun van zijn ouders en Bergsma kan Leon in Zweden ook rekenen op de steun van voormalig GP-crosser Sjaak Verwaaijen en Martin Nijboer, twee Nederlandse vrienden die ook naar Zweden zijn verhuisd. ‘Ik heb ook nog veel sponsors in Nederland, veel nog uit de tijd dat mijn vader croste. In onze sport moet het je gegund worden. Door een stickertje op mijn motor zullen ze niet meer gaan verkopen, denk ik. Daarom ben ik al die mensen ook enorm dankbaar.’
Met het prijzengeld worden de gemaakte kosten in ieder geval niet gedekt. ‘We wonnen met ons team van Bölnass eindelijk weer eens een wedstrijd, in Gävle. Ik scoorde op één punt na maximaal. Nou, daar kregen we allemaal een pak koffie. In Bollnäs krijgen de rijders van het winnende team een worst en een tray Stromsund-bier. Bij het Zweeds kampioenschap kregen we wel wat geld. Daar werd ik vijfde en kreeg 3.000 kronen, omgerekend zo’n 275 euro. Maar bij het Noordse kampioenschap in het Finse Varkaus kregen we weer helemaal niks, terwijl het toch een heel duur weekend was. Alleen de bootovertocht kostte ons al bijna 500 euro.’

Respect voor Thialf
De races in Heerenveen vormen een smakelijk toetje op het seizoen. Vorig jaar debuteerde Kramer in Thialf. Zijn eerste blik op het 400-meter lange ovaal zorgde voor grote ogen. ‘Ik stond in de eerste bocht op het ijs, keek naar de andere kant en dacht: “Waar is de tweede bocht? Het zijn zulke lange einden, hoe moet dit ooit goed komen?” De baan in Heerenveen is veel langer dan we in Zweden gewend zijn. Er zijn banen waarbij de motor nauwelijks rechtop komt. In Thialf heb je lange rechte stukken en gaat het echt heel hard. Dan moet je bijna haaks een bocht insteken. Nou, ik heb wel respect voor de baan in Thialf.’
Met de steun van familie en vrienden op de tribunes mikt Kramer tijdens de races om de Roelof Thijs-bokaal op vrijdagavond op een plek op het podium. ‘Maar dat gaat zeker niet makkelijk worden, want ik heb al gezien dat er een aantal snelle mannen op de startlijst staan.’ Tijdens de GP-races in het weekend staat Kramer op voordracht van de KNMV al als eerste reserve ingeschreven. ‘Maar de kans is groot dat ik dan nog wel een keer de baan op mag.’
Tekst en beeld: Gert Bos
WK ijsspeedway Heerenveen |
Voorafgaand aan het eerste weekend van april draaien de ijsmachines in Thialf weer op volle toeren. Een ijslaag van twintig centimeter ligt klaar voor de beste ijsspeedwayers ter wereld. In drie dagen tijd rijden ze het ijs aan gort, en dan weten we wie zich de wereldkampioen van 2025 mag noemen. Eind vorig jaar ondertekenden de Stichting IJsspeedway Assen en ijsstadion Thialf een meerjarig contract, waardoor het wereldkampioenschap ijsspeedway de komende drie jaar in Nederland gegarandeerd is. In dit nieuwe contract is ook een verlengingsoptie tot en met 2029 opgenomen. ‘We zijn verheugd over de samenwerking met Thialf en het nieuwe hoofdstuk dat we voor de ijsspeedwaysport gaan schrijven,’ aldus voorzitter Erik Hoekstra. ‘Met deze meerjarige overeenkomst bouwen we verder aan de toekomst van de sport, niet alleen in Nederland, maar ook internationaal.’ Door het aanhoudende conflict in Oekraïne zijn Russische coureurs nog steeds niet welkom op het WK. Hierdoor is het deelnemersveld de afgelopen jaren qua sterkte dichter naar elkaar toegegroeid. Het aantal kanshebbers op de titel is dan ook groot. Onder de Nederlanders die zich hebben gekwalificeerd voor de races om de wereldtitel zijn Jasper Iwema (Erica) en Sebastian Reitsma (Westhoek). Niek Schaap (Callantsoog) heeft de wildcard voor de races in Heerenveen gekregen. Traditioneel wordt er aan de vooravond van de GP-races gestreden om de Roelof Thijs-bokaal; een wedstrijd waarin de Nederlanders het opnemen tegen coureurs voor wie de GP nog net te groot is. In de vijfentwintigjarige geschiedenis van deze bokaal wist Jasper Iwema deze vorig jaar als eerste Nederlander te winnen. |
Aanvangstijden WK ijsspeedway | Race | Tijd |
Vrijdag 4 april Zaterdag 5 april Zondag 6 april | Roelof Thijs bokaal Grand Prix 3 Grand Prix 4 | 18:30 18:30 13:30 |
Meer informatie
Thialf
Pim Mulierlaan 1
8443 DA Heerenveen
Meer info: www.ijsspeedway.nl
Tickets: www.ticketpoint.nl/ijsspeedway