De Motorclub Assen en Omstreken is deze dagen druk met de laatste voorbereidingen voor de finale van het wereldkampioenschap ijsspeedway. Van vijf tot en met zeven april is ijstempel Thialf weer het domein van de mannen met de vlijmscherpe spikes in de banden. Ons land heeft een lange traditie wanneer het gaat om het organiseren van ijsspeedway-wedstrijden. Maar zo vanzelfsprekend als het eens was, is dat al lang niet meer.
Tekst en foto’s: Gert Bos
In 1971 kwam de ijsspeedway overwaaien vanuit het Duitse Inzell naar Nederland. Met een kunstijsbaan in Assen zag de plaatselijke motorclub destijds direct mogelijkheden om deze spectaculaire tak van motorsport naar Nederland te halen. In 1972 werden de eerste internationale races in Assen verreden en het jaar daarop volgde al een voorronde van het wereldkampioenschap. De sport sloeg aan bij het grote publiek. Door het hele land stonden de kunstijsbanen te dringen om ijsspeedwayraces te organiseren. Van Groningen tot Eindhoven en van Den Haag tot Deventer. Overal wilde men een graantje meepikken van het spektakel dat de waaghalzen op het ijs boden. En geholpen door de sportieve successen van Assenaar Roelof Thijs dook ook de landelijke media op de sport. Heel Nederland maakte op zondagavond in de uitzendingen van Studio Sport kennis met ijsspeedway.
Bijzondere editie van ijsspeedway spektakel in Thialf Heerenveen
Maar in 1984, op het hoogtepunt van zijn roem, sloeg het noodlot toe voor Thijs. Bij een motorongeval op de openbare weg raakte hij dermate gewond dat hij de ijsspeedway sport noodgedwongen vaarwel moest zeggen. Nederland had op dat moment jammer genoeg niemand die in de voetsporen van Thijs kon stappen. Met het uitblijven van Nederlandse successen nam ook de belangstelling voor de sport af. Eind jaren 90 was de organisatie in Assen nog over. Als enige wisten zij het hoofd financieel boven water te houden.
Einde dreigde
Toch volgden ook in Assen roerige tijden. Sportief, organisatorisch en financieel waren de races in Assen buitengewoon succesvol. Maar de exploitatie van het inmiddels deels overdekte ijsstadion zorgde voor kopzorgen bij de gemeente. Het complex wisselde meerdere keren van eigenaar, maar investeringen in de ijsbaan bleven uit. De kosten voor noodzakelijk onderhoud liepen uiteindelijk zo hoog op dat de eigenaar daar niet voor op wilde draaien. Ondanks vele protesten uit de samenleving viel in 2016 definitief het doek voor de Asser ijsbaan en, zo leek het, daarmee ook de ijsspeedway sport in Nederland. “’Wij hadden ons er al bij neer gelegd’, zegt Theo Verdegem, destijds de voorzitter van de Stichting IJsspeedway Assen. ‘Wij hadden geen ijsbaan meer en de andere ijsbanen in het land konden niet voldoen aan de veiligheidseisen van de FIM of er is geen ruimte voor publiek. En Thialf, dat is zo’n schaatstempel daar komen we niet in met de motoren, dachten we.’
De ongewisse toekomst van het WK IJsspeedway
Thialf meldt zich
Dat liep toch anders. Terwijl in Assen de sloophamer definitief de ijsbaan in De Bonte Wever met de grond gelijk maakte, werd in Heerenveen de laatste hand gelegd aan de grootscheepse verbouwing van Thialf. Daar bleek men op zoek naar verbreding van de activiteiten. ’Ergens in juni 2016 werden we gebeld door de KNMV of we niet eens met Thialf wilden gaan praten. Toen is het heel snel gegaan. Binnen twee weken waren we er eigenlijk wel uit. Binnen de motorclub was ook iedereen enthousiast. Er is niemand die gezegd heeft “dit gaan we niet doen”. En in augustus hebben we de contracten getekend’, kijkt Verdegem terug.
Beide partijen stapten in een spannend nieuw avontuur. Verdegem: ‘We gingen met een partij in zee, die op het gebied van ijsspeedway van niets wist. Een enkeling kon zich nog iets herinneren van vroeger tijden. Het eerste jaar ging ook gepaard heel veel overleggen.’ Logistiek was het ook een enorme uitdaging weet Jan Karssens, als hoofd van de opbouwploeg: ‘Al ons materiaal stond in een straal van vijf kilometer rondom de ijsbaan in Assen. Waar we eerder de strobalen vanuit onze opslag met een autoambulance naar de baan konden vervoeren, gingen er nu 2.500 pakken stro in grote trailers naar Heerenveen.’ Ook voor de vrijwilligers betekende het een verplaatsing. Rondom het evenement heeft de Motorclub Assen er vele in touw. Op het hoogtepunten, tijdens de wedstrijddagen, zijn dat er zo’n 150. ‘Op opbouwdagen in de week voor de races zijn er dagelijks zo’n vijftien mensen van ons aan de slag. Daar zijn mensen bij die een week vakantie nemen om voor de Motorclub Assen in Heerenveen aan het werk te gaan’, zegt Geert Oeben, die de vrijwilligers coördineert.
Toen op 30 maart 2017 de eerste spike in het welhaast heilige ijs van Thialf werd gedrukt, waren ze ook in Friesland om. ‘In de aanloop deden de mensen van Thialf nog wat lacherig en waren ze sceptisch. Ook toen de eerste motor op het ijs kwam keken ze nog met grote ogen, maar toen kwam al snel een lach op hun gezichten. Het ijs was gebroken’, herinnert Erik Hoekstra zich, de huidige voorzitter van de Stichting IJsspeedway Assen.
Corona
Nadat in de eerste drie jaren alle kinderziektes en knelpunten waren overwonnen en de voorbereidingen voor de vierde editie in volle gang waren, kreeg de motorclub in 2020 weer een tegenslag te verwerken. ‘Ik weet het nog als de dag van gisteren’, zegt Hoekstra, ‘We waren voor een gesprek in Thialf en hebben daarna samen met de directeur de coronapersconferentie van premier Mark Rutte gekeken. Toen werd ons al snel duidelijk dat er een streep door het evenement kon. Dat was heel zuur.’ Dankzij een aantal partijen en leveranciers die geen rekeningen stuurden, viel de financiële schade achteraf gezien enorm mee. Na twee jaar waarin er niet in Thialf geracet kon worden, stond iedereen binnen de motorclub weer te trappelen om de races te kunnen organiseren. Ondanks de onzekerheid rondom de nog geldende maatregelen werd er in 2022 weer gestart met de voorbereidingen. ‘Tot drie weken voor het evenement was niet bekend of en hoeveel toeschouwers toegelaten mochten worden. Ik ben van mening dat ons dat veel publiek heeft gekost. Er zat toen nog veel angst in de maatschappij’, zegt Hoekstra.
Inval
Wie in ieder geval niet mochten komen waren de coureurs uit Rusland, de bakermat van de ijsspeed-
way. Sinds de inval van Poetin in Oekraïne zijn de Russische sporters nergens meer welkom. Hoekstra: ‘De Russen zijn onlosmakelijk verbonden met de ijsspeedway. We zagen ook veel van hen elk jaar weer terug in Assen en Heerenveen. Vele toeschouwers kunnen de Russische namen ook uit het verleden ook nog zo opnoemen. Voor de sport is het heel jammer dat ze er niet bij kunnen zijn. Zij stuwden het niveau van de Westerse rijders ook omhoog.’
Als bijkomend effect van de inval kreeg Thialf in 2023 te maken met onberekenbare energieprijzen. Dat leverde een onverantwoorde huurprijs op. Hoekstra: ‘Misschien hadden we het als club wel kunnen doen, maar wij vonden het vanuit maatschappelijke oogpunt niet verantwoord. Er zijn mensen die het huis niet warm kunnen krijgen en dan zouden wij voor de sport 275.000 kWh energie gaan verbruiken om de ijsvloer neer te leggen. Dat voelde niet goed.’ Dat betekende voor de derde keer in vier jaar een streep door de ijsspeedway.
Thialf heeft in de afgelopen periode niet stilgezeten en wekt inmiddels met zo’n 4.250 zonnepanelen op het dak jaarlijks zelf 1,2 miljoen kWh aan elektriciteit op. Mede daardoor kon voor 2024 een huurprijs worden neergelegd waarmee de motorclub Assen de organisatie weer aandurft. Ondanks de roerige periode hoopt de motorclub nog lang de ijsspeed-
waysport voor Nederland in leven te kunnen houden. ‘Want’, zo stelt Verdegem, ‘in de motorclub is iedereen groot geworden met ijsspeedway. Of we het nu in Assen of Heerenveen organiseren, de ijsspeedway zit in het DNA van de motorclub Assen en Omstreken.’
Veel kanshebbers
Zonder de Russische inbreng is het deelnemersveld de laatste twee jaar qua sterkte dichter naar elkaar toegegroeid. Het aantal kanshebbers op de titel is dan ook groot. De afgelopen twee jaar werd de Zweed Martin Haarahiltunen wereldkampioen. Of hij er een hattrick van kan maken is twijfelachtig. Haarahiltunen kwam tijdens een training eind 2023 hard ten val en liep daarbij breuken in elleboog en bekken op. Inmiddels is hij daarvan grotendeels hersteld en heeft hij de eerste meters op het ijs alweer gemaakt. Wedstrijden reed hij nog niet.
Met name de Oostenrijker Franz Zorn liet zich dit seizoen al een paar keer goed zien. Hij werd onlangs in Polen Europees Kampioen. Maar ook de Duitsers Hans Weber, Max Niedermaier en Luca Bauer, de Zweed Jimmy Olsen en de Finse nieuwkomer Heikki Huusko lijken dit jaar aanspraak te kunnen maken op eremetaal.
De Nederlandse hoop is gevestigd op Jasper Iwema. Na zijn jaar van vrijwillige opsluiten voor een reality-tv-programma, plaatste hij zich in januari in Zweden overtuigend voor de vier Grand Prix-races. Daarnaast komt de Friese jongeling Sebastian Reitsma met een wildcard aan de start. Aan de vooravond van de GP-races wordt er traditioneel gestreden om de Roelof Thijs-bokaal; een wedstrijd waarin de Nederlanders het opnemen tegen coureurs voor wie de GP nog een maatje te groot is. Naast Iwema en Reitsma komt dan ook de 21-jarige debutant Leon Kramer aan de start.
WK IJsspeedway Heerenveen |
april Roelof Thijs bokaal aanvang 18:30 6 april Grand Prix 3 aanvang 18:30 7 april Grand Prix 4 aanvang 13:30 Adres Thialf Pim Mulierlaan 1 8443 DA Heerenveen Tickets en meer info: www.ijsspeedway.nl |