Vanaf 3 januari wordt de 46e editie van de Dakar Rally verreden. Net als de vijf voorgaande keren is ook nu Saoedi-Arabië weer het land waar de rally zich afspeelt. Er is ruimte zat en bovendien kan de deelnemers een zwaar parcours worden geboden.
Hoewel Dakar al heel lang niet meer de finishplaats is (in de beginjaren werd vrijwel elk jaar van Parijs naar de Senegalese hoofdstad gereden) staat de naam ‘Dakar’ nog altijd garant voor ’s werelds zwaarste rally. Niet alleen vanwege de lengte van twee weken, maar ook vooral door de keuze van het terrein. Zoals onafzienbare vlaktes met duinen, na elke duintop wacht weer een nieuwe duintop. Voor de motorrijders op eencilinders van maximaal 450cc is het nog zwaarder dan voor de deelnemers op vier of meer wielen, want zij moeten hun blik gericht houden op het terrein, maar ook op het routeboek.
Net als dit jaar zal er ook in de komende Dakar geen Nederlandse deelname zijn, althans niet bij de motoren. Belangstelling om deel te nemen is er wel in andere landen, want op de deelnemerslijst prijken 136 namen. Een klein gedeelte van hen zijn rijders verbonden aan een fabrieksteam, daarnaast zijn er rijders die deel uitmaken van een team en zoals altijd zijn er ook weer de eenlingen, die met beperkte steun willen proberen de finish te halen. Na een lange dag rijden gaan ze bij binnenkomst meteen sleutelen, even eten en daarna weer aan hun motor werken om die te prepareren voor de volgende etappe, de zogenaamde kistrijders. De organisatie neemt hun materiaal mee naar elke finishplaats.
Terugblik crossjaar 2024: ongekend succesvol jaar voor Nederland
De fabrieksteams
Voor de ereplaatsen mag op voorhand worden gerekend dat daar slechts de fabrieksrijders voor in aanmerking komen. Van de Japanse fabrikanten doet uitsluitend Honda mee. De belangrijkste Europese inbreng komt van KTM. Verder zetten uit ons continent Sherco en Fantic fabrieksteams in. Uit China komen Kove en Hoto. Verder is er nog het Indiase Hero, dat dit jaar uitstekend voor de dag kwam met de uit Botswana afkomstige Ross Branch (38), die tweede werd. Branch: ‘In de Dakar op het podium komen is altijd mijn doel geweest en die droom werd in de laatste editie bewaarheid. Het is fantastisch om te zien dat het harde werken van het team tot resultaat leidt. Ik prijs me gelukkig dat ik deel uitmaak van deze gepassioneerde familie.’ Branch heeft als teamgenoten de Spanjaard José ‘Nacho’ Cornejo (30), die aan zijn tiende Dakar begint en de Duitser Sebastian Bühler (30). Cornejo: ‘Helaas kreeg ik dit jaar in de Dakar technische problemen, waardoor ik teruggeworpen werd naar de zesde plaats in het klassement nadat ik drie etappes had gewonnen. Daarna verruilde ik Honda voor Hero. Het hele jaar heeft in het teken gestaan van het wennen aan de Hero. Ik ga mijn best doen om mijn beste resultaat tot nu toe – vierde in 2020 – te verbeteren.’
Winst was er dit jaar (en eerder in 2020) voor de Amerikaan Ricky Brabec (33), die ook nu weer de kopman is van Monster Energy Honda HRC. Zijn voorbereiding lijkt niet optimaal, want in oktober liep hij een knieblessure op in de Rally van Marokko. Brabec zelf ziet het anders: ‘Als we 100% in orde zijn trainen we soms zo hard dat we min of meer opgebrand zijn als de rally begint. De Dakar een tweede keer winnen was geen gemakkelijke opgave. Een derde keer zal dat zeker ook niet zijn, want iedereen wil je verslaan.’ Honda komt met een team van maar liefst vijf rijders. Naast Brabec rijden ook de Chileen Pablo Quintanilla (38), de Spanjaard Tosha Schareina (29), de Amerikaan Skyler Howes (32) en de Fransman Adrien van Beveren (33) voor Honda. Quintanilla gaat voor de dertiende keer van start in de Dakar. Dit jaar leek hij op een hoge klassering af te stevenen, maar raakte door een lege tank ver achterop. ‘Ik probeer nu geen fouten te maken en ga er elke dag voor 100% tegenaan. Mijn doel? De overwinning!’ Van Beveren heeft twee wedstrijden die hij graag wil winnen: de strandrace van Le Touquet en de Dakar. Le Touquet won hij in 2014 en de twee jaren daarna. Hij startte negen keer in de Dakar en kan bogen op prima resultaten: zesde bij zijn eerste deelname in 2016, daarna vierde, vervolgens haalde hij vier keer de finish niet, maar daarna werd hij achtereenvolgens vierde, vijfde en derde. Van Beveren: ‘Ik ben begonnen in het zand, maar nu kan ik op elke ondergrond meestrijden. Ik hou ervan risico’s te nemen, maar probeer de zaak wel onder controle te houden. Ik wil nu winnen, maar als je achteraf kunt zeggen dat je het beste uit jezelf hebt gehaald, dan is je Dakar een succes geweest.’
KTM vertrouwt op de Australiër David Sanders (30) en de Argentijnse broers Kevin (35) en Luciano Benavides (29). Sanders won in oktober de Rally van Marokko voor Schareina, Luciano Benavides, Van Beveren, Cox en Branch en werd dit jaar achtste in de Dakar. Sanders: ‘Na mijn dijbeenbreuk was het nog onzeker of ik in de Dakar van start kon gaan. Het was een risico om mee te doen. Marokko verliep goed, een zege voor mij en natuurlijk voor het hele team. Dat geeft aan hoeveel werk er de laatste maanden in is gestopt.’ Kevin Benavides zegevierde in 2021 op Honda en in 2023 op KTM en was dit jaar vierde. Hij kijkt uit naar de editie van 2025: ‘Mijn broer zit nu in hetzelfde team als ik (dit jaar kwam hij uit op Husqvarna; red.). Dat is een geweldige motivatie voor mij, nu ik dit jaar langdurig geblesseerd ben geweest na een trainingsongeluk in mei. Als ik me goed voel zullen de resultaten zeker komen.’ Luciano Benavides: ‘Voor het eerst samen met mijn broer in één team. Marokko verliep goed, maar toen was ik nog niet op het niveau waar ik wil zijn. Bij de start straks zal ik 100% fit zijn. Ik moet proberen goed geconcentreerd te blijven. Mijn doel is de beker.’
De route
Zo lang als de Dakar wordt verreden zijn er onderweg problemen geweest tussen motoren, auto’s en trucks. Het gebeurde met enige regelmaat dat de motorrijders amper de ruimte werd gegund en vaak hadden ze last van de grote stofwolken die de auto’s en de trucks opwierpen. Problemen zullen er dit jaar minder zijn, want in vijf van de twaalf etappes is er een afzonderlijke route voor de motorrijders.
De 46e Dakar begint in Bisha op 3 januari met een korte proloog over hard terrein. Vanuit dezelfde plaats begint etappe 1, die na ruim 400 km ook weer in Bisha eindigt. Er wordt over tal van verschillende ondergronden gereden, met uitzondering van zand. Halverwege wordt er veel gevraagd van de navigatiekunsten van de deelnemers.
De dit jaar ingevoerde 48 uurs-etappe krijgt in 2025 een vervolg. In twee dagen moet ruim duizend kilometer worden gereden. Onderweg zijn rustpunten ingesteld. Vanaf vijf uur ’s middags moet men bij het eerstvolgende rustpunt overnachten. Daar gaan de rijders kamperen. Vanaf het krieken van de dag wordt de etappe vervolgd. Er wordt beide dagen (met gescheiden routes) ten noorden van Bisha gereden over een gevarieerd terrein. De duinen zijn niet angstaanjagend. Per dag zitten er zo’n honderd kilometer duinen in de route. Na deze twee dagen is de finish opnieuw in Bisha. Deze plaats wordt verlaten op 7 januari als er een lange etappe van 848 km (waarvan 350 km verbindingsroute) naar het noorden op het programma staat naar Al Henakiyah. Het terrein biedt niet veel moeilijkheden. Er kan veel volgas worden gereden.
De grootste moeilijkheid van de etappe naar Alula zit bij binnenkomst in het bivak. Na een dag door vulkanisch terrein te hebben gereden, mag er in het bivak geen assistentie door serviceteams worden verleend. Anderhalf uur krijgen de rijders de tijd om aan de motoren te werken om die goed te prepareren voor de volgende dag. Het is toegestaan om elkaar te helpen. Na een snel begin begint het zand, gevolgd door steenachtig terrein richting de finish in Hail. Daar kunnen de rijders op adem komen, want vrijdag 10 januari is een rustdag.
Op 11 januari staan twee ‘specials’ van samen iets meer dan 600 km op het programma. Daartussen een verbindingsroute van 172 km. In de tweede geklokte route bestaat de kans zich vast te rijden in het zand. Tijdens vier van de vijf volgende dagen is er een aparte route voor de motorrijders. Vanuit Haradh wordt koers gezet richting ‘Het Lege Kwartier’ (Rub al-Khali), een – zoals de naam aangeeft – totaal verlaten, zanderig gebied. Na elke duin is het een verrassing wat er dan weer te wachten staat. De volgende dag wordt er nog steeds in Het Lege Kwartier gereden. Deze dag is er ook voor de trucks een aparte route uitgezet. Etappe twaalf op 17 januari begint in Shubaytah met een massastart. Op deze laatste dag van de rally wordt na 132 km weer op dezelfde plaats gefinisht en is bekend wie de winnaar van de komende Dakar zal zijn. Wie de Dakar elke dag wil volgen kan terecht bij RTL7 en Eurosport.
Foto’s: ASO, KTM, Honda
Routeschema DAKAR 2025
Datum Etappe | Van | Naar | Proef | Totaal |
---|---|---|---|---|
3-01 | Bisha | Bisha | 29 | 79 |
4-01 | Bisha | Bisha | 412 | 500 |
5/6-01 | Bisha | Bisha | 958 | 1006 |
7-01 | Bisha | Al Henakiyah | 496 | 848 |
8-01 | Al Henakiyah | Alula | 415 | 588 |
9-01 | Alula | Hail | 428 | 491 |
10-01 | Rustdag | |||
11-01 | Hail | Al Duwadimi | 606 | 829 |
12-01 | Al Duwadimi | Al Duwadimi | 460 | 724 |
13-01 | Al Duwadimi | Riyadh | 485 | 731 |
14-01 | Riyadh | Haradh | 357 | 589 |
15-01 | Haradh | Shubaytah | 117 | 636 |
16-01 | Shubaytah | Shubaytah | 321 | 553 |
17-01 | Shubaytah | Shubaytah | 62 | 132 |