Terwijl de Grand Prix-wegrace dit jaar z’n 75-jarig jubileum viert, is bandenfabrikant Dunlop voor het eerst sinds de start van het wereldkampioenschap in 1949 niet meer in de paddock vertegenwoordigd. Dunlop was de afgelopen jaren nog bandenleverancier in de Moto2 en Moto3, maar deze rol wordt nu door Pirelli ingevuld. Wij blikken terug op de pieken en dalen van 75 jaar Dunlop in de GP-wegrace.
Vanaf 1904 was Dunlop – in 1888 opgericht in Ierland – al actief in allerlei disciplines van de motorsport. Dat Dunlop – als oudste bandenfabrikant ter wereld – vanaf het eerste seizoen van het wegracewereldkampioenschap in 1949 van de partij was, zal niemand verbazen. Sterker: de allereerste 500cc-wereldtitel van Dunlop werd door de Engelse AJS-coureur Les Graham behaald. Dunlop was lange tijd in alle raceklassen vertegenwoordigd en is daardoor ook de bandenleverancier met veruit de meeste wereldtitels op hun naam. Toch moest Dunlop lang wachten op hun tweede wereldtitel in de 500cc. Na één seizoen Pirelli domineerde Avon jarenlang de koningsklasse met dertien wereldtitels op rij. Daar kwam in 1964 verandering in toen Dunlop de ’triangular tyre’ – perrband in het Nederlands – op de markt bracht en voor alle raceklassen beschikbaar stelde. Deze peerband had zijn naam te danken aan zijn driehoekige vorm. Onder andere Honda werd in hun gouden jaren (1964 t/m 1967) groot met de peerband. Ook MV Agusta stapte van Avon over naar Dunlop. Het Italiaanse motormerk behaalde weliswaar de eerste wereldtitels met Avon, maar maakte desondanks tijdens de succesperiode van Mike Hailwood de switch, met overigens onveranderde resultaten. Ook met Dunlop behaalde MV Agusta de ene na de andere 500cc-wereldtitel. Vanaf 1964 t/m 1975 ging de titel in de koningsklasse – waaronder acht keer met Giacomo Agostini – naar een rijder die op Dunlop-banden reed. Ook in de andere racecategorieën (50cc, 125cc, 250cc en 350cc) was Dunlop praktisch onverslaanbaar. Pas in de jaren 70 kreeg Dunlop er een serieuze concurrent bij.
De opkomst van Michelin
In 1973 deed Michelin haar intrede in de Grand Prix. De Franse bandenleverancier was al succesvol in de autosport, maar wilde ook naam maken in de motorsport. Dunlop had na de komst van hun peerband in 1964 weinig gedaan aan doorontwikkeling. Dat was ook niet nodig, omdat ze toch wel dominant waren. Keuze qua type banden was in die tijd ook minimaal. Er waren bijvoorbeeld nog geen slicks. In 1974 kwam Michelin met de eerste slicks, nadat Jack Findlay in 1973 de eerste winnaar van een 500cc-Grand Prix (Isle of Man) met Michelin-banden was geworden. Michelin ontwikkelde in rap tempo door en het enige wat Dunlop kon doen was volgen. Geleidelijk werd Michelin sterker en sterker. In 1976 behaalde Michelin de eerste 500cc-wereldtitel met Barry Sheene (Suzuki).
Eind jaren 70 kwam er een nieuwe, zij het tijdelijke bandenconcurrent bij. Kenny Roberts nam Goodyear-banden mee vanuit Amerika en werd daarmee drie keer op rij 500cc-wereldkampioen. Michelin en Dunlop ontwikkelden door, waarmee ze Goodyear langzaamaan buitenspel zetten.
WorldSBK 2024 voorbeschouwing: invloed nieuwe gewichtsregel en BMW-offensief
Dat Michelin innovatiever was dan Dunlop werd in 1984 opnieuw duidelijk met de eerste radiaalband. Die band zorgde ten opzichte van de diagonaalband vooral voor meer grip. Opnieuw kon Dunlop niets anders doen dan zo snel mogelijk volgen, maar de focus lag – deels noodgedwongen – vooral op de lichtere Grand Prix-klassen, waar Dunlop nog wel de beste was. Dat valt op te maken uit dit voorbeeld: vanaf 1997 ging elke 125cc/250c-wereldtitel naar een rijder met Dunlop-banden. In 1995 en 1996 was Haruchika Aoki – uitkomend voor Molenaar Racing – de laatste rijder die met Michelin-banden de 125cc-wereldtitel wist te behalen. Het is ook veelzeggend dat Dunlop na 1975 nog maar twee wereldtitels in de 500cc op hun palmares schreef. Een ander opvallend feitje: het Honda-fabrieksteam heeft sinds hun terugkeer in 1979 nooit met Dunlop gereden. De Japanse fabrikant bleef zelfs met Michelin rijden, toen deze zich begin jaren 90 voor één jaar officieel terugtrok uit de 500cc. Het Yamaha-fabrieksteam wisselde eind jaren 80 en begin jaren 90 regelmatig van Dunlop naar Michelin en weer terug, wat aangaf hoe klein de onderlinge verschillen waren. In 1991 werd Wayne Rainey de laatste 500cc-wereldkampioen met Dunlop-banden. Ook Kevin Schwantz (Suzuki) reed dat jaar met Dunlops. Dat deze banden goed waren, bewijst het ronderecord dat Schwantz in 1991 reed op het oude TT Circuit Assen. Dat record is nooit meer verbroken. Toch werd Michelin steeds dominanter en alle teams stapten in de jaren 90 geleidelijk over naar het Franse bandenmerk. In 1998 wist Simon Crafter – uitkomend voor Red Bull Yamaha – de laatste Dunlop-zege in de 500cc te behalen tijdens de Britse-GP op Donington Park.
Een nieuwe kans
In 2002 brak er een nieuw tijdperk aan toen de MotoGP-klasse werd geïntroduceerd. In die tijd was er nog een vrije bandenmarkt en niet één leverancier per klasse zoals dat tegenwoordig het geval is. Het dominante Michelin, het in de GP’s nieuwe Bridgestone en het spartelende Dunlop gingen allemaal voluit om de beste fabrikant van de MotoGP te worden. Er ontstond een ware bandenoorlog, want het vergde ontzettend veel investeringen om de beste te worden. Michelin leverde aan het sterke Honda- en Yamaha-fabrieksteam, Suzuki koos verrassend voor Dunlop. Aprilia ging ook rijden met Dunlop, maar dat was minder verrassend aangezien de Italiaanse fabrikant goede ervaringen met Dunlop had in de 125cc en 250cc. Suzuki besloot al na twee races (!) over te stappen op Michelin. De prestaties van Dunlop-banden op een droge baan bleven ver achter. Ondanks al het harde werk verloor Dunlop praktisch meteen zijn belangrijkste klant én de kans op succes in de MotoGP.
Bridgestone deed het als nieuwkomer rustig aan door onder andere samen te werken met het Kanemoto-team van rijder Jürgen van den Goorbergh. De Nederlander deed veel belangrijk testwerk en niet zonder succes. Bridgestone investeerde veel en ontwikkelde snel, waarmee ze Ducati voor hun banden wisten te overtuigen. In 2007 resulteerde dit in de eerste MotoGP-wereldtitel van niet alleen Casey Stoner en Ducati, maar ook van Bridgestone.
Terwijl Michelin en Bridgestone succes hadden, deed Dunlop nog een ultieme poging om te slagen in de MotoGP. De toegewijde servicemanager Jeremy Ferguson bleef zich inzetten voor het verbeteren van de Dunlops. Er werd veel geld geïnvesteerd in de banden en in het Tech3 Yamaha-raceteam, waar Dunlop naast bandenleverancier in 2006 en 2007 ook de hoofdsponsor van was. Maar Carlos Checa en James Ellison (in 2006) en Sylvain Guintoli en Makoto Tamada (in 2007) kwamen niet in de buurt van de prestaties van het Yamaha-fabrieksteam met Valentino Rossi en Colin Edwards, die beiden met Michelin reden. Sterker nog, de Tech3-rijders wisten nauwelijks top-tien resultaten te boeken. Ondanks alle investeringen en inspanningen bleven de gehoopte resultaten uit. Daarop besloot Dunlop zich na het seizoen 2007 – ondanks dat het nog steeds succesvol was in de 125cc, 250cc, World Superbike en 8 uur van Suzuka – terug te trekken uit de MotoGP.
Niet alleen Dunlop ging gebukt onder de dadendrang van Bridgestone. Dat deed ook het ooit dominante Michelin. Het Franse merk moest lijdzaam toezien dat steeds meer topcoureurs voor Bridgestone kozen. De meest opzienbarende overstap was die van Valentino Rossi (Yamaha) in 2008. En de Italiaan werd onmiddellijk wereldkampioen op de Japanse banden. Het gevolg was wel dat er per 2009 voor het eerst in de geschiedenis van het WK-wegracen slechts één bandenleverancier werd toegelaten. Dat gebeurde – en gebeurt – bij inschrijving. Zo werd de bandenoorlog tussen Dunlop, Michelin en Bridgestone definitief beëindigd en kwam er ook een einde aan de vrije bandenmarkt in de MotoGP. Bridgestone was tot eind 2015 de vaste bandenleverancier. Vanaf 2016 werden en tot in ieder geval tot eind 2026 worden de MotoGP-motoren van Michelins voorzien.
Andere focus
Na het terugtrekken uit de MotoGP bleef Dunlop de dominante bandenleverancier in de 125cc en 250cc. Ook in die klasse was er een vrije bandenmarkt, maar dat veranderde toen de Moto2 (2010) en Moto3 (2012) werden ingevoerd. Net als in de MotoGP kwam er één bandenleverancier en het was gezien de successen van Dunlop logisch dat zij dat werden. Dunlop bleef tot eind 2023 verzekerd van het contract om banden te leveren voor de Moto2 en Moto3. In het Moto2- en Moto3-tijdperk zijn dus alle races nog met Dunlop-banden gewonnen. Collin Veijer was de laatste Grand Prix-winnaar met Dunlop-banden – in de Moto3 in Maleisië (2023). Dat record zal de Nederlander voorlopig behouden, aangezien Pirelli de strijd voor het Moto2- en Moto3-bandencontract voor 2024 tot en met 2026 heeft gewonnen. De Italiaanse bandenfabrikant lijkt de volledige wegrace te willen overnemen, want Pirelli levert ook al jaren de banden voor alle teams in de WorldSBK-paddock. Met het Moto2- en Moto3-contract op zak blijft alleen de MotoGP nog over. Het is dan ook niet verwonderlijk als Pirelli een serieus bod gaat neerleggen voor het MotoGP-bandencontract vanaf 2027. De komst van Pirelli in de Moto2 en Moto3 betekent het einde van Dunlop in de Grand Prix. Als het GP-seizoen 2024 in Qatar van start gaat, is Dunlop voor het eerst in het 75-jarig bestaan van het WK wegrace niet meer van de partij.
Succesvolste bandenmerken in de 500cc en MotoGP
In 75 jaar van het wegrace wereldkampioenschap is Michelin het meest succesvol geweest in de koningsklasse (500cc/MotoGP). De Franse bandenleverancier behaalde er 34 wereldtitels. Na 2024 zal de teller op 35 staan, omdat Michelin momenteel alle banden levert in de MotoGP.
- 1: Michelin – 34 wereldtitels
- 2: Dunlop – 15 wereldtitels
- 3: Avon – 13 wereldtitels
- 4: Bridgestone – 9 wereldtitels
- 5: Goodyear – 3 wereldtitels
- 6: Pirelli – 1 wereldtitel
Dunlop wereldtitels in de 500cc
De 15 wereldtitels – met Dunlop als bandenleverancier – in de 500cc
- 1949: Les Graham (AJS)
- 1964 t/m 1965: Mike Hailwood (MV Agusta)
- 1966 t/m 1972: Giacomo Agostini (MV Agusta)
- 1973 t/m 1974: Phil Read (MV Agusta)
- 1975: Giacomo Agostini (Yamaha)
- 1984: Eddie Lawson (Yamaha)
- 1991: Wayne Rainey (Yamaha)
Foto’s: Henk Keulemans