Het is amper te geloven, maar gisteren is helaas het faillissement uitgesproken over Ten Kate Racing BV. En dus staat het personeel op straat… Hetzelfde personeel dat zo loyaal bleef aan Ten Kate Racing, ook toen het slecht ging. En hetzelfde personeel dat amper vakantie heeft gehad in de afgelopen jaar omdat alles op alles werd gezet om de inhaalslag te doen laten slagen. Het is een voorlopig triest einde van een zeer trieste maand voor iedereen binnen Ten Kate en voor iedereen die iets heeft met de Nederlandse motorsport.
De Ten Kate Racing BV was de afgelopen achttien jaar verantwoordelijk voor de race-activiteiten van Honda in het WK Superbike en WK Supersport. En hoe! Het team wist namelijk tien WK-titels te winnen, met als absoluut hoogtepunt de dubbel van 2007, toen James Toseland de WK Superbike-titel won en Kenan Sofuoglu de beste was in het WK Supersport. Of is het absolute hoogtepunt toch het Supersport-kampioenschap van Michael van der Mark in 2014? Maakt ditmaal eigenlijk niet echt uit…
Zoals al in MOTO73 nummer 24 te lezen was, is dit faillissement een direct gevolg van de zeer late mededeling van Honda dat het met twee andere partners verder gaat in het WK Superbike: Moriwaki voor het technische gedeelte en Althea Racing voor de logistiek. Pas op dinsdag 30 oktober, een paar dagen na de laatste race in Qatar, kregen Ronald en Gerrit ten Kate dit nieuws te horen. Als donderslag bij heldere hemel.
Tot de laatste race van het afgelopen seizoen verliepen de gesprekken tussen Honda en Ten Kate zoals gebruikelijk was in alle voorgaande jaren. Personele vraagstukken, technische ontwikkelingen, wintertests, alles was al tot in detail doorgenomen en grotendeels besloten. Grootste vraagteken was, zoals zo vaak, de technische ondersteuning zoals die vanuit Honda Japan/HRC zou worden geboden.
Ook daar leek het de goede kant op te gaan. In april werd tijdens een bezoek van de HRC-verantwoordelijken aan de teambasis in Nieuwleusen duidelijk dat het Ten Kate-team, eindelijk na vele jaren, niet meer alleen zou staan in de ontwikkeling van de motoren, het chassis en de elektronica. Het werd dus wel alleen. Heel alleen zelfs…
Dat het voor Ten Kate steeds lastiger werd, werd eind vorige week al duidelijk. Eerst kwam het nieuws naar buiten dat Eugene Laverty had getekend bij het Go Eleven Team en daarbij de beschikking krijgt over een Ducati Panigale V4R. Die Panigale was zo’n beetje de laatste vrije machine in de paddock. Lange tijd gingen er ook geruchten dat Ten Kate zou overstappen naar Suzuki, maar dat merk richt zich voorlopig alleen op de MotoGP.
Het volgende teken was de overstap van Xavi Forés naar het BSB met Honda Racing UK. Forés leek de Honda-teamgenoot te worden van Leon Camier in het WK Superbike en wilde dat zo graag dat hij lange tijd loyaal bleef aan Ten Kate en dat team de tijd gaf om tot een oplossing te komen. Dat die oplossing er niet kwam, werd duidelijk toen Forés – nota bene regerend independent SBK-kampioen – zich klaar gaat maken voor onder andere Cadwell Park.
Net zo pijnlijk is dat er komend seizoen wel een derde HRC Honda zal worden ingezet. Die is voor de Italiaan Alessandro Delbianco. Dat dit een protegé van Althea-teambaas Genesio Bevilacqua is, mag geen verrassing heten. Op basis van zijn prestaties zou Delbianco namelijk nooit in aanmerking zijn gekomen voor die fiets.
In de afgelopen jaren heeft het management van Ten Kate meerdere malen met Honda besproken dat indien Honda zou willen stoppen met de samenwerking, deze beslissing voor de zomerstop zou moeten worden gemeld. Een tijdige melding zou voor Ten Kate immers de weg openhouden voor samenwerking met een andere fabrikant of in het uiterste geval de mogelijkheid bieden tot het vroegtijdig saneren van het team. Tijdens deze gesprekken heeft Ten Kate zich ook nadrukkelijk aangeboden voor een rol als logistiek partner in het geval Honda terug zou willen komen met een fabrieksteam.
Uiteraard heeft het Ten Kate-management de afgelopen periode met veel fabrikanten en sponsors gesproken. Gaandeweg werd echter duidelijk wat al werd gevreesd: zowel de budgetten als de WK Superbike-motoren zijn begin november al volledig verdeeld. Interesse is er zeker aanwezig bij de fabrikanten, alleen is de timing zeer ongelukkig. Het lijkt er dan ook op dat het Ten Kate-team schaakmat is gezet door ‘s werelds grootste motorfabrikant.
Hangende de juridische procedure over deze handelwijze wil Ten Kate zich voorlopig niet uitlaten over deze kwestie. Ten Kate zal echter doorwerken aan plannen om op WK-niveau te racen, hopelijk nog voor het seizoen 2019 – volledig of een gedeelte – en anders voor 2020, aldus Ten Kate. Daarmee lijkt een doorstart aanstaande en dat is echt het beste nieuws dat we op dit moment kunnen vinden.
Samen natuurlijk met het feit dat de beëindiging van de samenwerking in het WK Superbike geen gevolgen zal hebben voor het Honda-dealerschap en de afdeling Ten Kate Racing Products en Tuning.
