Het wereldkampioenschap motorcross in de klassen MX1 en MX2 gaat op de schop. Dit jaar gaat dat gelden voor de vier overzeese GP’s, te weten Qatar, Thailand, Mexico en Brazilië. Hier gaan namelijk de MX1 en MX2 samen rijden. Dat houdt in dat niet alle vaste GP-rijders aan de start kunnen komen. Omdat slechts een beperkt aantal teams een vergoeding krijgt voor de hoge kosten, zal de rest ongetwijfeld thuis blijven en voor hen zal Valkenswaard tijdens het paasweekend de eerste GP van 2013 zijn.
Door het samenvoegen van de beide klassen hoeven er niet allerlei regionale rijders aan de deelnemerslijst te worden toegevoegd om de plaatsen achter het starthek opgevuld te krijgen. Weinigen zullen hen missen, want over het algemeen is hun niveau zoveel lager dan dat van de vaste rijders, waardoor soms al na twee of drie ronden de eersten worden gedubbeld. Die langzame rijders komen vanaf nu sowieso niet meer aan de start, omdat net als in de wegrace voortaan ook een limiettijd geldt van 108% (van het gemiddelde van de snelste tien rijders). Het is maar goed dat er niet alleen naar de snelste wordt gekeken, want dat had afgelopen jaar in Lierop betekend dat Jeffrey Herlings slechts met negentien andere rijders in de baan was gekomen.
Dit samen rijden in die vier GP’s is een test voor 2014. Vanaf dan zal een Europese Grand Prix nog slechts bestaan uit drie races: eenmaal MX2 (start 12.00 uur), eenmaal MX1 (start 13.00 uur) en dan om 16.00 uur een Superfinale met de beste rijders uit beide klassen. Gehoopt wordt dat dit een zodanig interessante race wordt dat veel televisiestations dat uurtje motorcross willen uitzenden. Dat is niet alleen de wens van promotor Youthstream, maar ook van hoofdsponsor Monster Energy. Per klasse wordt een uitslag opgemaakt en worden de WK-punten toegekend.
Aan de Superfinale mogen veertig rijders deelnemen, twintig uit elke klasse. Dat zijn niet de eerste twintig van de eerder verreden race. Zou daarvoor wel worden gekozen, dan zou uitvallen in de race van de MX1 of MX2 desastreus zijn, omdat dat zou betekenen dat in die GP niet één punt kan worden gescoord. Daarom zijn de eerste tien van de WK-stand verzekerd van een start in de Superfinale. Uit beide klassen komen daar dan nog tien rijders bij om op veertig starters te komen.
Voor de toprijders lijkt deze nieuwe opzet mooi te zijn, maar voor de wat mindere goden wordt deelname aan de GP’s stukken minder interessant. Iemand die meestal zo rond de twintigste plaats eindigt loopt het risico in heel veel wedstrijden niet in aanmerking te komen voor de Superfinale. Bovendien bestaan er plannen om het aantal GP’s buiten Europa uit te breiden. Dat betekent minder GP’s in Europa. Hoe lang houdt een rijder (en zijn team en zijn sponsors) het dan vol om bij een handjevol Europese GP’s slechts eenmaal een manche te mogen rijden?
Jan Boer
Foto: KTM