Marc Márquez liet tijdens de trainingen voor de Grand Prix van Argentinië nogmaals zien helemaal terug te zijn door bovenaan de tijdenlijst te eindigen en een nieuw ronderecord te vestigen op het circuit van Termas de Río Hondo. Wat deze prestatie nog indrukwekkender maakt, is dat de Spaanse rijder openlijk toegaf dat hij aanzienlijke uitdagingen had met de afstelling van zijn Ducati. Het was voor Márquez de eerste keer dat hij met de Ducati op het Argentijnse circuit reed, wat een complexe aanpassingsperiode met zich meebracht.
“Ik had geen basisafstelling voor mijn rijstijl,” verklaarde Márquez na de sessies. Deze uitspraak onderstreept hoe verschillend zijn benadering is ten opzichte van andere Ducati-rijders. Een cruciaal onderdeel van deze aanpassing was het motorremgedrag, een aspect waarin Márquez’ rijstijl bijzonder specifiek is. In plaats van direct aan de mechanische afstelling te sleutelen, koos Márquez en zijn team voor een strategische aanpak die prioriteit gaf aan elektronische aanpassingen. Deze beslissing belicht direct ook de essentiële rol die geavanceerde elektronische systemen spelen in de hedendaagse MotoGP.
Het team richtte zich op drie hoofdaspecten. Ten eerste werd gewerkt aan specifieke motorrem-mappings, die afgestemd werden op Márquez’ ‘speciale’ rijstijl. Deze aanpassingen stelden hem in staat om met meer vertrouwen de bochten aan te vallen. Daarnaast werd de elektronische gaskleprespons verfijnd voor optimale controle en vermogensafgifte in verschillende fases van het rijden. Als derde en misschien wel belangrijkste punt werd er gewerkt aan de voorspelbaarheid van de motorfiets, zelfs als dit ten koste ging van vermogen of bochtsnelheid.