De grijns op Brad Binder z’n gezicht spreekt boekdelen. John Hopkins is net voorbij komen bulderen op een Harley-Davidson Bagger, het voorwiel gericht naar de meest nabije Starlink. En gedurende de dag bulderen de Harley’s verder en worden de gezichten op vele MotoGP-oudgedienden steeds breder. Harley-Davidson lijkt vastbesloten het gegeven uit te diepen. En gelijk hebben ze!
De MotoGP-paddock in Barcelona hijgt nog na van de haastig georganiseerde seizoenfinale. Valencia viel iets te hard in het water. Morgen beginnen de eerste 2025-testritten voor alle MotoGP-teams. Zowat elke MotoGP-rijder ligt wellicht met een kater in z’n bed. Of dat van iemand anders. Maar een bruut ontwaken dient zich aan. Een paar Yamaha’s worden nog snel richting de Pramac-pitbox geduwd. Hier en daar wordt een Ducati warmgedraaid. En in een Moto2-pitbox wordt een film gedraaid. En hebben die even de verkeerde dag uitgekozen om wat pakkende close-ups in te blikken.
Bigger is Better
Twee pitboxen verderop worden immers drie Harley-Davidson 131R’s aangewakkerd. Dat klinkt initieel als een Spitfire wiens startmotor moeite heeft om de compressie ter grootte van een middelgrote oerknal te overbruggen. Kort daarop gevolgd door wat moet klinken als de eigenlijke Big Bang. Maal drie. Een langharige Japanner die achter één van de Harley’s staat, ziet z’n haar naar de achterkant van de pitbox geblazen. De rest van de aanwezigen, mezelf incluis, spurt de pitbox uit met handen over de oren. M’n linkeroor was al beschadigd met tinnitus. Ik denk dat zonet driekwart van m’n organen seismologisch tot bloeden zijn gebracht.
Elk van de Harley-monteurs die lustig aan de gas hangt, uiteraard met enorme oorkappen, lacht zich de pleuris. Ze zijn hier om indruk te maken, zoveel is duidelijk. Maar welke indruk? In de VS is de ‘King of the Baggers’-raceklasse behoorlijk populair. Bigger is altijd better aldaar. En met een cilinderinhoud van 2144cc, een kopkuip met de frontale oppervlakte van een Peterbilt-truck en niettemin een topsnelheid die met de 300 km/u flirt op Daytona is ‘big’ in het geval van deze bagger-racers een understatement van jewelste.
Nog vragen?
Baggers gaan ook – nou ja – vlot over de toonbank in de States, maar hier in Europa nauwelijks bekend buiten wat ‘Sons of Anarchy’-bingers. Wat komt Harley hier dan zoeken? De Harley’s worden het zwijgen opgelegd en Jochen Zeit, de behoorlijk Europees aandoende CEO van Harley-Davidson gaat even zitten met vader en zoon Espeleta, de bestuurders van MotoGP-promotor Dorna. Er worden wat vriendelijkheden uitgewisseld, ze komen terug op de Bagger-race die in Cota/Texas werd verreden als voorprogramma van de MotoGP en dat er verder goede gesprekken gaande zijn, maar dat er verder nog niks is beslist, noch gezegd kan worden. En of er nog vragen zijn.
Een paar, zo blijkt vanuit het opgedaagde MotoGP-journaille, maar op geen enkele volgt een sluitend antwoord. We komen dus te weten dat Dorna en Harley zelf nog niks weten. Goed, lunch dan maar? En straks in de huurauto terug naar de luchthaven en weer huiswaarts? Of wacht even. Zie ik daar Randy Mamola z’n pak aantrekken? Komt daar John Hopkins aanhobbelen? Is die adolescent uitziende kerel niet Marco Melandri? Jawel. En de nummers op de Harley’s doen vermoeden dat zij nog gaan rijden ook. In dat geval blijf ik nog even rondhangen…
Randy Mamola, part-time GP-legende en fulltime clown in het zadel zien kruipen van een Harley met een zadelhoogte waarvan Armand Duplantis even moet slikken, het is een event op zich. Hilariteit alom. De filmcrew verzoekt iedereen nogmaals om stilte. Mamola reageert door z’n Harley aan te vuren en ik meen een paar figuranten flauw te zien vallen. Mamola stuift weg, gevolgd door Kyle Wyman, de meest succesvolle Bagger-rijder uit de nog jonge geschiedenis. Dit terwijl MotoGP-commentator én voormalig GP-winnaar Simon Crafar z’n lange benen ook nauwelijks over het zadel gehesen krijgt. Maar ook hij stuift vol gas weg. Het doppler-effect tussen de immense tribune en pitgebouw kan enkel omschreven worden als ‘Bijbels.’ De filmcrew roept ‘action’ in een poging nog iets van hun dag te maken.
IJdele hoop, want je kan de Harley’s elk apart volgen over het hele circuit, tussen suizen van m’n nog steeds geteisterde trommelvliezen door. En dan komen ze het rechte stuk op. Alle aanwezige MotoGP-monteurs hangen reeds over de muur. Mamola, showman als hij is, rijdt tot vlak naast de muur en opnieuw zie je overal monteurs wegduiken of naar hun oren grijpen voor een geluid dat ik deze keer omschrijf als Motörhead die een ode brengt aan Zeus met Dikke Bertha als basdrum. De regisseur van de filmcrew staat z’n klapbordje intussen op te vreten. Gé-weldig.
Bagnaia vs. Martin: twee MotoGP-kampioenen, maar slechts één wereldtitel
Dwars
Na een rondje of vijf staan ze terug in de pits. En ik zie Mamola en Crafar lachen van oor tot oor. Crafar zegt dat hij smoorverliefd is op het blok. Zo makkelijk te doseren, krachtig en trillingsvrij. Hij hengelt meteen naar een versie om in een straatmotor te gebruiken. Mamola ratelt aan één stuk door. Kyle Wyman zegt dat hij onder de indruk was hoe dwars Mamola de Harley zette bij het uitkomen van bocht vier. En Mamola vertelt nadien aan Crafar dat hij remmend moet insturen om het ding naar de apex te krijgen, iets wat de man niet scheen te lukken. De filmcrew heeft intussen al drie man gevorderd om hen het zwijgen op te leggen, maar faalt andermaal in z’n missie. Het enthousiasme is te groot en laat zich niet indijken.
Ik gebruik het moment om de enige werkloze monteur aan te spreken. ‘Goose’ staat er op z’n schort en ik steek van wal met ‘Talk to me Goose,’ wat hij geinig schijnt te vinden. Ik kom te weten dat het blok in wezen een standaard CVO-blok als basis heeft, maar dat er intern behoorlijk wat veranderd is. Ik krijg niet te weten wat, maar als je weet dat dit ding de aerodynamica van een schuur heeft en minimaal 288 kilogram moet wegen, dan weet je dat vermogen en koppel alvast ‘adequaat’ is als je 300 kan aantikken. TWEE-ACHT-ACHT. Dat zijn twee WK Superbike motoren.
De gebruikte Dunlops zijn ook dezelfde die gebruikt worden in het AMA Superbike en die krijgen het behoorlijk voor de kiezen. Elke race telt een rondje of acht, negen omdat de banden nadien niet meer ‘veilig’ bevonden worden. Ze worden letterlijk aan gort getrokken en het karkas plooit als een wankele klapstoel. Het maakt wel dat de 131R’s wel erg makkelijk dwars gaan staan wat het spektakel enkel mooier maakt.
Er zitten zes versnellingen op, maar doorgaans gebruiken ze slecht twee tot vijf. De één is zelfs om te starten nauwelijks van toepassing wegens koppel in overvloed. Van de rijders hoor ik dat de quishifter enkel goed werkt als de motor rechtop staat en dat je bij terugschakelen altijd tussengas moet geven, omdat de compressie het achterwiel blokkeert nog voor je ‘shit’ kan roepen.
De hele handel wordt afgeveerd met superbike-spec UPSD’s voor en twin shocks achter, met tussen de koffers en het achterspatbord gemonteerde piggy-back reservoirs. Het frame is standaard maar de achterbrug is een kunstwerk. Een uit massief aluminium gefreesd stukje Art Nouveau dat niettemin nog 8 kilo mag wegen. De afstelling is een compromis hoor ik van James Rispoli, de andere aanwezige voltijds Bagger-racer. ‘Je gaat op zoek naar het stuurgedrag van een echte racefiets, maar dat werkt gewoon niet. De afstelling voor is daarom vrij zacht, terwijl de achterkant het simpelweg niet trekt, wat je ook aanpast. Je hebt ook geen link om mee te spelen. Daarom krijgen de banden het nog harder te verduren.’ Niettemin worden soms hellinghoeken van 59 graden genoteerd. Daarom zijn de koffers onderaan de helft ingekort…
Geen blik waardig
Terwijl ik op m’n knieën het monster monster, wijs ik naar het mechanisme van de schakelpook. ‘Goose’ draagt me nadrukkelijk op vooral niet het gefreesde carterdeksel aan te raken. Z’n vingertoppen zijn nog maar net aangegroeid nadat hij het ding aanraakte terwijl het 400 (!) graden warm bleek te zijn. Niks aan deze Harley 131R valt te bevatten volgens normale race-normen en waarden.
Ik word opgedragen weer even wat afstand te nemen, want John Hopkins en Melandri zijn aan de beurt. Melandri zie je letterlijk niet zitten op het ding en hij komt minstens 20 centimeter voet tekort om de grond te raken. Maar hij vertrekt toch en wordt in de pitlane al voorbijgestoven door Hopkins, die het schijnt te menen. De filmcrew is intussen aan het inpakken. Bij de eerste passage houdt Hopkins in op het rechte stuk, gaat staan en zet dan de Harley kaarsrecht op het achterwiel. Oude gewoontes leer je kennelijk niet af. Goose vertelt me dat hun rijders geen wheelies mogen maken omdat nadien elke keer de dichtingen van de voorvork voor de vuilnisbak zijn.
Hopkins herhaalt z’n kunstje echter een ronde of acht na elkaar en iedereen vindt het geweldig. Zo ook Brad Binder, die luid staat te lachen langs de kant. Hopkins vindt het helemaal geweldig nu hij de laatste restanten van de filmcrew naar huis heeft gejaagd. Melandri vindt het helemaal niks. Hij krijgt z’n knie niet aan de grond, voelt de limiet niet en druipt stilletjes af. Maar Hopkins, Mamola, Rispoli, Crafar en Wyman staan te kirren van plezier. En ik doe vrolijk mee.
Want ik ben gevallen voor deze baggers. Ik heb geen idee wat de bedoeling is, maar een soort BMW BoxerCup op deze verloederde hellehonden met een paar gestoorde, gepensioneerde en nog katers verwerkende rijders in het zadel: waar kan ik intekenen? Bekijk het zo. Toen ik aankwam in Barcelona stond er een Ducati MotoE ergens in een hoekje van de paddock. Ik wist geeneens dat die dingen dit jaar nog hadden gereden. En jij wellicht evenmin. Niemand gunde het ding een blik waardig. Voor de Harley’s stond de hele aanwezige paddock op de banken. Op een geïrriteerde filmcrew na dan.
Ik snap het hele klimaatverhaal wel en vooruitgang moet er zijn. Maar hebben we intussen niet genoeg met de tanden zitten knarsen omtrent de huichelarij van een elektrische raceklasse in een mondiale motorsport die per seizoen een keer of zes rond de aardbol vliegt? Gooi wat synthetische Repsol in die Harley’s en blaas het MotoGP-publiek van de sokken met wat de minst geschikte racemotoren aller tijden moeten zijn. En in al hun van-de-pot-geruktheid zijn de Harley-Davidson Baggers misschien net wat een MotoGP-publiek verdient als opwarmer. Laat ons weer gewoon weer ongeremd gelukkig zijn waar het nog kan en misschien wel thuishoort. Uitbaggeren die handel!
Foto’s: MotoGP