Daniël Willemsen is één van Nederlands succesvolste motorsporter aller tijden. Hij reed de Dakar Rally en won daarin het marathonklassement. Hij kreeg verschillende onderscheidingen waaronder Ridder in de orde van Oranje Nassau. Met name in de zijspan-motorcross behaalde Willemsen zijn successen. Nu is er een biografie van De Kannibaal uit. Op de boekpresentatie waren een aantal van zijn bakkenisten, die herinneringen ophaalden.
Tekst: Emil Bilars
Fotografie: Emil Bilars, Jan Boer, NMBA
GP-zijspancrosser Daniël Willemsen viel al snel op door zijn rijstijl en benadering van de sport. Hij reed niet in maar over de sporen en vloog als eerste met een zijspan op plekken waar men dit eerder niet voor mogelijk hield. Hiermee behaalde Willemsen niet alleen een heleboel zeges, maar veranderde hij de zijspancross definitief. Frames moesten sterker worden, want hij sprong ze letterlijk krom. De zijspancrossers moesten nog fitter worden om bij machte te zijn om Willemsen, die soms jaren voorop leek te lopen, bij te kunnen houden.
Willemsen boekte in de zijspancross vele zeges in Duitsland en Frankrijk, en werd Sidecar-kampioen in België. In Nederland werd hij in 1998 voor het eerst Nederlands kampioen om dit 22 jaar na dato in 2020 voor de tiende keer nog eens te herhalen. Vele malen haalde Willemsen met team Nederland ook de Europese Zijspan-titel binnen. Het grootste succes had Daniël echter op wereldniveau. Maar liefst tien keer werd Willemsen wereldkampioen zijspanmotorcross. Kortom: hij at alle punten en titels op die hij onderweg tegen kwam. Het Zijspancross-wereldtoneel was als zijn driesterrenrestaurant, waarin hij zij aan zij met zijn bakkenist punten opat. Willemsen werd zo al snel ‘De Kannibaal’ gedoopt. Niet zelden ‘beet’ de nietsontziende Kannibaal namelijk ook zijn bakkenisten. Soms vrat hij, zelfs tot zijn eigen frustratie, een aantal bakkenisten helemaal op als er te weinig punten werden gesnoept.
Alleen de beste en meest taaie atleten hielden het in het zijspan van Willemsen vol tot aan het toetje en werden zo als kers op de taart wereldkampioen zijspancross. Alleen zij weten echt hoe het is om op wereldniveau te dineren met De Kannibaal!
Marcel Willemsen
Het jongere broertje van Daniël. Was bakkenist bij Daniël vanaf de jeugd en behaalde in 1999 de eerste wereldtitel met Daniël. Moest noodgedwongen stoppen als bakkenist na een blessure en werd later zelf internationaal toprijder.
‘Ik heb natuurlijk van kinds af aan naast mijn broer in de bak van alles meegemaakt. Van het prille begin tot aan onze eerste wereldtitel in 1999. Maar als je vraagt naar wat Daniël nou typisch “zijspancrosser” maakt, kan ik mij nog goed één van onze allereerste NK-wedstrijden herinneren. We kwamen midden jaren negentig als jonge broekies ons wel even laten zien tussen de Nederlandse toppers. In Oldebroek zei iemand ons dat er nog nooit een zijspan helemaal over de grote tafelberg was gevlogen. Ik zag direct de twinkeling in de ogen van Daniël. Ik dacht zo iets van “ah oh” en ik wist eigenlijk direct al hoe laat het was. Meteen al in de tweede ronde van de training zette Daan aan en we vlogen als allereerste zijspan ooit die dikke tafelberg in Oldebroek over! Dat was destijds een gigantische stunt op de eigenlijk simpele BSU-Zabel-zijspan.’
Kaspars Stupelis
In 2003 werd deze Letse, voor het grote publiek onbekende bakkenist door Willemsen opgepikt en ze werden meteen wereldkampioen. In 2004 wonnen Willemsen/Stupelis wederom de WK-titel. Stupelis werd later met Etienne Bax nog tweemaal wereldkampioen en is nog steeds internationaal topbakkenist.
‘Mijn eerste seizoen in 2003 was ongelofelijk! Ik stond net bij Daniël in de bak, reed voor het eerst op topniveau en direct wonnen we de eerste GP in Spanje. Dat gevoel wat ik daar had was het allermooiste ooit! Een droom die uitkwam. Het gevoel was zelfs beter dan toen we aan het einde van 2003 wereldkampioen werden. Het ging sowieso boven verwachting in de eerste paar Grands Prix in 2003 en met een aardige voorsprong in het WK kwamen we in de zomer aan in Markelo voor de Nederlandse GP. Ik had met Daniël overlegd en we zouden niet te gek doen om de voorsprong sowieso te behouden. Maar ja, die Willemsen is een beetje gek, natuurlijk. Dat had ik toen allang al door. Dus Daniël Willemsen in Nederland tijdens de Grand Prix. En dan rustig aan. Haha, natuurlijk niet! Het ging er vol op. Concurrent Sergis was alleen veel sneller. Het circuit in Markelo reden we toen nog andersom. We kwamen het bos uit en ik merkte dat Daniël vol gas de aanval wilde inzetten. We namen een gigantische sprong het startveld op, maar kwamen veel te ver neer! De machine veerde uit na de landing en we stuiterde daardoor zo met een salto het VIP-terras op! Alle stoelen vlogen door de lucht en wij natuurlijk hard van de motor. Alles krom en kapot. Gelukkig geen gewonden, wij ook niet. Daan leek zo geobsedeerd daar. Hij had geen oog voor het verwoeste terras om hem heen. Alles was gericht op verder rijden! Hij sprong op de motor. Sloeg de hendels aan het stuur een beetje recht en we konden weer door. We scoorde nog een top-10-plek en heel wat punten, en werden zo ook door deze punten later wereldkampioen.’
Sven Verbrugge
Deze Belgische bakkenist werd wereldkampioen met Willemsen in 2005, 2006 en 2011. Verbrugge en Willemsen hadden een haat-liefdeverhouding. Ze hebben samen de grootste successen gekend maar hun karakters botste nogal eens.
‘Daan en ik, dat is altijd vuurwerk geweest. Zowel op als naast de baan (glimlachend). Samen konden wij ongelofelijke dingen presteren op een motorcrosszijspan. Daniël is natuurlijk heel gedreven, maar dat kan te ver gaan en iemand als ik pikt dat niet altijd. In Zweden moesten we eens een snelle ronde zetten in de kwalificatie en ik zag al dat er iemand in ons spoor gecrasht was. Daniël bleef maar in hetzelfde spoor gas geven en wilde pas op het einde het zijspan uit het spoor tillen. Dit kon toen echt niet en we doken er dus uiteindelijk bovenop. Ik was zo kwaad dat ik met het wegrijden uit het zijspan stapte. Daniël had dit niet door en ging alleen de volgende bocht in en ging daar uiteraard op zijn kant. Dat vond hij niet zo leuk….
Jannick de Jong terug na positieve dopingtest: ‘Ik ben weer een gelukkig mens’
Meestal als bij ons de spanning erop zat voor de titel, konden we ons wat meer verzoenen met elkaar en reden de sterren van de hemel. Daniël benoemde net op de boekpresentatie ook dat hij met mij in Gdansk zijn beste race ooit heeft gereden. Dat zegt wel genoeg.
Echter als bij ons de buit binnen was en de druk dus een beetje weg, dan begon het weer te wrijven. Daan was destijds zo gedreven dat hij je dan geen tijd gunde om bijvoorbeeld na een misstap even een halve seconde in te houden, zodat je weer goed in de bak kon staan. Ik was een keer zo zat dat ik hem toen een kopstoot heb gegeven met mijn helm en gezegd dat dit door een gat in de baan kwam, waardoor ik omhoog stuiterde in het zijspan… Zo fel reageerde ik zelf dan ook weer. Daniël was ook heel duidelijk op zijn manier. Hij bepaalde het tempo. In 2011 was de titel al binnen en begon het in Denemarken weer uit de hand te lopen en kregen we weer woorden. In de laatste GP in Rudersberg dat jaar was ik er zo klaar mee. In de eerste ronde van de kwalificatie had hij al vijf keer geschreeuwd en de zesde keer was de druppel. Ik deed mijn arm om zijn nek, duwde even zijn keel dicht en sprong bij de chicane de bak uit. Ik was er definitief klaar mee. Ik kon ook totaal niet meer genieten van de gouden WK-medaille die we aan het einde van die GP om de nek kregen. Ik heb mooie dingen meegemaakt in deze sport, maar door de altijd aanwezige spanning tussen Daniël en mij heb ik nooit helemaal kunnen proeven van de wereldtitels in 2005 en 2006. Ik dacht altijd dat je een totaal euforisch gevoel zou krijgen bij een wereldtitel, maar helaas heb ik dat nooit zo gevoeld, ondanks dat we dus wel vaak fantastische races reden samen.’
Reto Grütter
Deze destijds onbekende Zwitserse bakkenist werd door Willemsen gespot als talent en direct werd Willemsen met Grütter in 2007 wereldkampioen. In 2008 was men ongenaakbaar en reden Willemsen/Grütter nogmaals naar een wereldtitel toe. Na 2008 besloot Grütter te stoppen als bakkenist om voorrang te geven aan zijn bedrijf.
‘Daniël was een goede, maar hele harde leermeester. Dat maakte mij niet uit, ik hield me wel vast. Het eerste seizoen in 2007 kwam dit bij mij tot totale euforie in Kegums in Letland waar we in de eerste heat nog crashte, maar in de tweede heat de wereldtitel pakte. En dat in mijn eerste seizoen met Daniël!
In 2008 had ik ook zo’n gevoel in Strassbessenbach tijdens de GP, maar dat sloeg later om in totale mineur. Tijdens de tweede heat crashten we toen twee keer, waarbij mijn handschoen totaal kapot ging en ik deze uit gooide. Met maar één handschoen aan zette ik de knop om en hadden we een geweldige inhaalrace. We wonnen alsnog die manche! Pas toen we over de finish kwamen, voelde ik de pijn, maar de zoete smaak van de overwinning was allesoverheersend. Toen later bekend werd dat we gediskwalificeerd werden, omdat concurrent Sergis protest had aangetekend, was ik gebroken. (Sergis protesteerde omdat Willemsen/Grutter niet voldeden aan de volgende regel….’deelnemers moeten ten alle tijden beschermende kleding dragen’. De FIM-jury kon niet anders dan Willemsen/Grutter uit de uitslag halen, omdat Grutter maar één handschoen aan had in het laatste deel van de manche, E.B.) Ik voelde me daar zo slecht toen dat bekend werd. Die diskwalificatie was gewoon echt niet eerlijk! Ik was er kapot van. Ik wist me daar echt geen raad met mijn gevoel. Alsof de wereld in één keer onder je voeten wegzakt. Van alles naar niks in één seconde. Ik was doodongelukkig en werd toen letterlijk kotsmisselijk ineens. De meeste mensen nu zeggen wel dat we moreel de winnaar daar waren, maar in de boeken staat gewoon diskwalificatie, terwijl dat mijn beste prestatie als bakkenist was.
Gertie Eggink
Stapte in 2010 vrijwel onverwachts het zijspan in bij Willemsen. Raakte een aantal keer totaal uitgeput, maar bleef tot bijna letterlijk de dood aan toe zijn job doen. De oorzaak van de slechte fysieke toestand van Eggink blijkt later door de ziekte van Pfeiffer te komen. Ondanks dat wordt hij wel wereldkampioen met Daniël in 2010.
‘Mijn tijd met Daniël was wel een belevenis! We wonnen aan het begin van het seizoen direct de thuis-GP in Oldebroek. Ik was die aandacht helemaal niet gewend, joh! Dat hele weekend ging als een soort roes voorbij. En dan direct na de winst een tv-camera van de landelijke tv onder mijn neus. Haha. Maar dat gevoel was heel mooi, maar ook wel een soort van lastig. Ik ben niet het type dat graag in de aandacht staat.
Later dat seizoen ben ik echt een aantal keer helemaal stuk gegaan en dat frustreerde Daan enorm, en dat liet hij ook blijken. Ik snapte zijn frustratie heel goed, want ik had dat zelf ook. Ik baalde dat ik zo vaak stuk zat. Achteraf bleek natuurlijk dat ik de ziekte van Pfeiffer had opgelopen, maar dat wisten we toen nog niet! In België kreeg ik ook nog eens een steen op mijn oog en in Polen ging ik letterlijk knock-out na de race en lag ik zelfs even kantje boord toen mijn hartslag helemaal weg viel. Een arts wilde op de baan een infuus aanleggen, liet deze vallen in het zand, en wilde alsnog datzelfde infuus bij mij inbrengen. Daniël zag dat en gaf die arts zo’n harde duw dat die bijna zelf een dokter nodig had. Haha. Ook dat is Daan. Wel balen van de situatie en in de race keihard naar zijn bakkenist zijn, maar wel direct mij in bescherming nemen na de vlag. Gelukkig maar, want een eventuele infectie erbij had ik toen in Polen echt niet kunnen gebruiken.
Over ‘Daniël Willemsen – De Kannibaal’
Auteur Monique Rademaker heeft in een kleine 200 pagina’s de glansrijke carrière van tienvoudig Wereldkampioen Daniël Willemsen beschreven. De docente Journalistiek aan het ROC Twente lijkt er perfect in te zijn geslaagd om Willemsen niet alleen maar op te hemelen om zijn prestaties in de zijspancross, maar ook om de bij tijd en wijle meedogenloze sportman Willemsen op een objectieve manier te portretteren. Hiermee is dit boek niet alleen een must-have voor motorsportfanatici, maar ook een prachtig verhaal over overgave en bereidwilligheid om als sportman het uiterste van jezelf te vragen. De talrijke foto’s in het boek maken het verhaal ook visueel helemaal compleet.
Daniël Willemsen werkte graag mee aan het boek en is tevreden over het eindresultaat. ‘Het is nogal een vraag of je mee wilt werken aan een boek dat over jezelf gaat, maar ik ging overstag en ben super tevreden over het resultaat. Monique komt natuurlijk niet uit deze sport en daarom kon zij mijn verhaal goed optekenen, meer van buitenaf gezien zonder vooroordelen en dat soort zaken. Ik wilde ook graag dat het verhaal werd verteld zoals het nu eenmaal is gegaan. En tsja (glimlachend), iedereen weet wel dat ik ook naar mijn bakkenisten en mensen om mij heen op momenten een rotzak kon zijn. Maar ik wilde gewoon altijd winnen en dat is me vaak gelukt ook natuurlijk! Zo is in ieder geval mijn verhaal echt gegaan en ik heb nu, daags na de officiële presentatie, al heel veel positieve geluiden ontvangen. Ik wil iedereen bedanken die mee heeft gewerkt aan dit mooie boek!’
‘Daniël Willemsen – De Kannibaal’ is voor 20 euro onder andere te koop via bol.com en uitgeverij Hermans.