Hoe gek het misschien ook klinkt, maar het MotoGP-weekend op het TT Circuit Assen is voor Nieuw-Zeelander Paul Trevathan (52) een thuiswedstrijd. De crew-chief van Miguel Oliveira woont namelijk al jaren aan de andere kant van de wereld, in het Gelderse Druten. Motor.NL ging bij hem op bezoek, om te horen hoe hij daar belandde en hoe zijn privéleven eruitziet als hij zich niet op een circuit of vliegveld bevindt.
Backpacken door Europa met je vriendin en uiteindelijk in de motorsport belanden. Het is in het kort het levensverhaal van Paul Trevathan. Voor het begin moeten we ruim een halve eeuw terug in de tijd. Paul wordt geboren in Balclutha, een klein dorpje op het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland. Het is ook de plek waar hij de liefde voor motoren ontdekt, via een tv-programma notabene. ‘Ik mocht een keertje wat langer opblijven en op tv verscheen een reportage over minibikes met een grasmaaierblokje. Dat vond ik helemaal te gek, waarna ik continu bij mijn ouders bleef zeuren. Ik moest ook zo’n ding.’
Uiteindelijk komt er zo’n minibike, maar al snel wisselt hij deze om voor een crossmotor. Trevathan schopt het tot het Nieuw-Zeelandse kampioenschap bij de junioren en senioren, maar als hij 20 is, stopt hij daarmee. Hij wil letterlijk zijn wereld verbreden. En dus boekt hij in 1991 een vliegticket om Europa te gaan ontdekken, samen met zijn toenmalige vriendin. ‘Ik had een groot verlangen om het eiland te verlaten’, geeft Paul aan. ‘Wat is er allemaal nog meer te zien? Als ik aan het slapen was, gebeurde er van alles in de rest van de wereld. Door het tijdsverschil. Het initiële plan was om een wereldreis te maken, maar dat verliep toch iets anders.’
Wereldreis ‘on hold’
Na een korte trip door de Verenigde Staten komt het Nieuw-Zeelandse stel in Europa terecht. Op aanraden van een Zwitserse vriend besluiten ze om hun reis per fiets af te leggen. Vanuit het Italiaanse Rome trekken ze door Zwitserland, Frankrijk, België en eindigen in Nederland. Eenmaal in de Lage Landen zijn de toeristische trekpleisters niet het einddoel. Nee, het stel is onderweg naar het Brabantse Valkenswaard. Voor een bezoekje aan de MX of Nations. Paul: ‘Als crossliefhebber wilde ik graag naar die wedstrijd toe. Ik kende de crossers van het Nieuw-Zeelandse team en die stonden natuurlijk met hun mond vol tanden toen ze mij ineens in Valkenswaard zagen opduiken.’
Op hetzelfde evenement raakt Paul in gesprek met Graham Kent, fabrieksmonteur van KTM in het WK motorcross. ‘Ik was helemaal niet naar Europa gekomen om iets in de motorsport te gaan doen. Ik wilde gewoon lekker reizen en veel ontdekken, maar hij kwam met het idee om in de winterperiode wat geld te verdienen. Dat kon inderdaad geen kwaad. Aangezien ik een gekwalificeerd motorfietstechnicus ben, regelde Graham een werkplek bij een Belgische motorzaak. De eigenaren van die zaak gaven me een week om ze te overtuigen.’
Die week blijkt Paul niet nodig te hebben, want na slechts twee werkdagen ontvangt hij al de sleutels van een auto en een appartement. Ook zorgt de motorzaak ervoor dat zijn vriendin aan de slag kan in een restaurant. ‘Ze was al chef-kok, maar in Sint-Truiden heeft ze enorm veel geleerd. Het restaurant bleek namelijk in het bezit te zijn van een Michelin-ster.’ Het was Pauls bedoeling om enkel de winterperiode te werken, maar al snel is het duidelijk dat de wereldreis ‘on hold’ wordt gezet. Wederom is het Graham Kent die ’m koppelt aan een nieuwe werkgever. ‘Ik werd de vaste monteur van een Duitse WK-rijder, Bernt Eckenbach. Het waren heel fijne mensen, maar toch klikte het niet met Bernt. We waren te verschillend, vooral op het gebied van mentaliteit. Na drie maanden stopte ik en gelukkig kon ik weer bij die Belgische motorzaak aan de slag.’
Ander werk
Die comeback zorgt ervoor dat Trevathan uiteindelijk de monteur wordt voor verschillende Nieuw-Zeelandse crosstalenten. Zij verblijven op de achterplaats van de Belgische shop en kunnen wel wat hulp gebruiken in hun zoektocht naar Europees succes.
‘In 1994 draaide ik mijn eerste volledige seizoen in het WK, met Darryl King. Alleen zaten we halverwege het seizoen met een probleem. King raakte geblesseerd en kon geen wedstrijden meer rijden. Zodoende was het voor hem ook niet meer mogelijk om mij te betalen.’
Wederom moet Paul op zoek naar ander werk en vindt dat bij SPES Exhaust, waar hij veel werk op de dynobank verricht. ‘Jan de Groot kwam daar ook over de vloer en hij wilde schoon schip maken in het Kawasaki-team waar hij destijds technisch manager van was. Ik werd uiteindelijk zijn eerste medewerker. Samen met dat nieuwe team wonnen we Kawasaki’s eerste wereldtitel in de motorcross. Met Stefan Everts in de 250 cc. Later pakten we nog twee kampioenschappen met Sebastian Tortelli. Een geweldig mooie periode in mijn carrière.’ Door een aanbieding om het Molson Kawasaki-team te leiden, scheiden de wegen van Jan en Paul. ‘Een moeilijk besluit, maar uiteindelijk bleek het een juiste beslissing te zijn. Ik wil altijd proberen te blijven groeien en wilde meer leren over het commerciële aspect. Dat wist ik voor elkaar te krijgen door een eigen team te leiden.’
Geen ervaring
Trevathan: ‘Ik zat prima op mijn plek in de motorcrosswereld, maar was behoorlijk geïnteresseerd in de MotoGP door de gebruikte technieken. Toch weer next level. Ik was dus blij verrast toen ik een telefoontje van Christophe Bourguignon (huidige crew-chief van Alex Márquez, red.) kreeg. Hij komt eveneens uit de motorcrosswereld en was destijds werkzaam voor WCM. Hij vroeg me of ik een keertje een Grand Prix wilde bezoeken. Dat heb ik dus gedaan.’
Het leidt uiteindelijk tot een rigoureuze paddock-switch, van het WK motorcross naar de MotoGP. ‘Peter (Clifford, teameigenaar van WCM) wilde me gelijk crew-chief maken, maar dat vond ik toch wel een beetje te ambitieus. Ik had totaal geen ervaring met de wegrace, dus wilde ik liever op de achtergrond beginnen. Het liep totaal anders. Uiteindelijk zat ik tijdens het eerste raceweekend van 2004 naast de coureur.’
Paul herinnert zich nog heel goed hoe zijn eerste training als crew-chief voor WCM verliep. ‘Chris Burns kwam binnen en gaf aan dat hij last had van chatter en pumping. Ik wist alleen helemaal niet wat dat betekende, termen waar ik nog nooit van had gehoord. Gelukkig kende ik mensen van Öhlins, dus na die sessie ben ik naar hun servicetruck gegaan. Ze vroegen aan me hoe het ging. Ik zeg, nou hij heeft last van chatter en pumping. ‘Ach ja Paul, daar heeft iedereen last van’, zeiden ze. Toen ik vroeg wat het überhaupt inhield, lieten ze spontaan hun spullen vallen en begonnen te lachen. Gelukkig hebben ze me daarna uitleg gegeven.’
Hoewel Paul in deze nieuwe wereld nog veel moet leren, blijkt hij al snel progressie te maken. Geholpen door de meest technische man van het team, François Charlot. ‘Niemand wilde me eigenlijk echt helpen, omdat ik als buitenstaander ineens op een belangrijke functie zat. En dat was niet eens mijn eigen keuze. Gelukkig hielp François me en dat was zeer belangrijk om grote stappen te kunnen zetten.’
Jeffrey Herlings wilde geen favoriet zijn in Valkenswaard 2010
Flinke verandering
In diezelfde periode, 2005 om precies te zijn, vindt ook een belangrijk moment aan het thuisfront plaats. Paul en zijn vrouw Nicole verwachten hun eerste kind, een jaar nadat ze in Druten zijn gaan samenwonen. ‘Ik was natuurlijk in Europa terechtgekomen en was helemaal verliefd geraakt op dit continent. Zoveel culturen op relatief korte afstanden, dat vond ik zo mooi. Mijn toenmalige vriendin had juist het gevoel dat ze terug naar Nieuw-Zeeland wilde en dat zorgde natuurlijk voor een lastige situatie. Uiteindelijk zijn we dan ook uit elkaar gegaan.’
Eind jaren negentig ontmoet Paul zijn vrouw Nicole, in de befaamde Danssalon in het centrum van Eindhoven. ‘Ik woonde in Sint-Oedenrode en zij in Nijmegen. In het begin reden we naar elkaar toe, maar besloten uiteindelijk om daar precies tussen te gaan zitten. Dat werd dus Druten.’ Hoewel de komst van hun dochter Eva een flinke verandering teweegbrengt, blijft Paul werkzaam in de MotoGP-paddock. Nadat het WCM-avontuur door financiële problemen stopt, gaat hij aan de slag bij Öhlins. ‘Mijn vrouw vindt die racewereld maar gek, maar ze steunt me op alle mogelijke gebieden. Ik vind het ergens eigenlijk ook wel fijn dat zij niets met motoren heeft. Zodoende blijft mijn privé- en werkleven goed gescheiden.’
Hoewel Nicole na de geboorte van Eva nog vier dagen in de week blijft werken, verandert dit als ze drie jaar later Niek op de wereld zet. ‘Dat was nogal een “challenge”. Hoe gaan we dit aanpakken, met twee kinderen? Uiteindelijk legde Nicole haar eigen carrière stil, om zich volledig te concentreren op de kinderen. Mijn gezin is uiteraard het belangrijkste in mijn leven, maar door te werken in de MotoGP moet je op dat gebied helaas ook een offer brengen. Ik ben meer dan tweehonderd dagen van huis, maar gelukkig accepteert mijn vrouw deze situatie. Zij weet dat ik zo’n soort baan in mijn leven moet hebben. Ik word niet gelukkig van een 9 tot 5-baan. Ook dat heb ik in het verleden gemerkt.’
Niet vanzelfsprekend
Paul doelt op 2016, het tweede seizoen dat hij zich voor KTM inzet. In dat jaar maakt hij onderdeel uit van het testteam dat voorbereidingen treft voor KTM’s entree in de MotoGP. ‘Ik moest veelal op de fabriek aanwezig zijn, waardoor ik van maandagochtend tot vrijdagavond van huis was. Dat voelde aan als een 9 tot 5-baan en ik merkte dat ik daar uiteindelijk niet gelukkig van werd. Ik was dus ook erg blij dat we in 2017 daadwerkelijk in de MotoGP mee gingen doen.’
Dat Trevathan bij de Oostenrijkse fabrikant terechtkwam, was niet heel vanzelfsprekend. Hij was al jaren tevreden met zijn werk bij Öhlins. ‘Ik had er prima vrede mee gehad als ik bij Öhlins met pensioen was gegaan, maar uiteindelijk kwam deze kans voorbij. Pit Beier (sportdirecteur van KTM, red.) was zeer enthousiast en wilde me graag aan boord hebben. Pit en ik kennen elkaar heel goed vanuit de cross, want in het verleden was ik namelijk zijn crew-chief bij het Kawasaki-team van Jan de Groot. Uiteindelijk gaf mijn vrouw de doorslag, want zij stelde me de belangrijkste vraag. Wil je nog iets proberen in je leven of blijf je aan de veilige kant staan?’
Inmiddels draagt Paul Trevathan al zeven seizoenen het oranje shirt van KTM. Na chef-monteur te zijn geweest van Pol Espargaró is Paul nu de belangrijkste man voor Miguel Oliveira. Met de Portugees pakte hij zijn eerste MotoGP-zege als crew-chief. Hopelijk volgen er nog meer, want de Kiwi voelt zich thuis bij de oranje getinte fabrikant. ‘De meeste medewerkers zijn freelancers, maar zo behandelt KTM ons totaal niet. Ik voel me echt onderdeel van de familie. Doordat ze goed voor me zorgen, is het ook mogelijk om telkens met veel energie in deze hectische wereld te stappen. Wat dat betreft heb ik altijd een reden om te lachen. Als ik van huis vertrek, glimlach ik vanwege het feit dat ik naar een interessant raceweekend ga. En als ik het circuit weer verlaat, zijn het mijn vrouw en kinderen die zorgen dat ik met een lach thuiskom.’
De knop omzetten
Paul Trevathan is minder vaak thuis dan de gemiddelde echtgenoot/vader, maar hoe zit het met zijn werk als hij in Druten is? Kan Paul de MotoGP-wereld dan even opzij zetten? ‘Niet echt, als crew-chief ben je eigenlijk 24/7 met je werk bezig. Dat is natuurlijk wat overdreven, maar je denkt er wel veel over na. Wat kan ik nog verbeteren om betere resultaten te boeken? Als ik thuis ben, kan ik flexibel werken. Hierdoor kan ik er ook echt voor mijn vrouw en kinderen zijn als het nodig is. Nu de kids wat ouder worden, is dat ook gemakkelijker. Vroeger werkte ik vooral als zij op bed lagen.’ Als Paul Trevathan een vrij weekend heeft, gaat hij naar de voetbalwedstrijden van zijn zoon Niek kijken. Ook maakt hij tijd vrij voor zijn dochter Eva, als ze competitie met haar paard rijdt. ‘Al is dat vooral een gezamenlijk passie van de dames in huis’, bekent Paul. Hoewel hij nog enige arbeid voor zijn werkgever KTM moet verrichten als hij thuis is, zoals meetings en rapportages schrijven, beschikt hij ook over de nodige vrije uren. Die vult hij graag in met fietsen, squashen of een lekkere maaltijd koken. ‘Maar mijn grootste hobby is eigenlijk gewoon mijn gezin. Ik ben natuurlijk al veel op pad, dus als ik thuis ben, probeer ik wel kwaliteit te geven aan de tijd die we samen hebben.’