Fastest is een documentaire van speelfilmlengte over de MotoGP. Centraal staan de prestaties van Valentino Rossi in het raceseizoen 2010. Maar de film bevat ook een pijnlijk interview met wijlen Marco Simoncelli. Fastest begint in 2009, met beelden van de onwaarschijnlijk spannende eindstrijd tussen Valentino Rossi en zijn Yamaha-teamgenoot Jorge Lorenzo op het circuit van Barcelona.
In een kat-en-muis-spel snoepen de gevierde Italiaan en de jonge Spanjaard elkaar keer op keer de leidende positie af. De kijker ziet het vanuit de lucht, vanaf de kant, door de ogen van de coureur èn vanuit het perspectief van diens kont. Met enige gêne merkt de toeschouwer dat hij – op het puntje van zijn luie stoel – zijn bovenlijf heen en weer beweegt op het ritme van de bochten.
Met het oog op de latere gebeurtenissen zijn de scènes waarin de dan 23-jarige Marco Simoncelli aan het woord komt ronduit pijnlijk. Een kwajongen die ontwapenend glimlacht als zijn reputatie als waaghals ter sprake komt. “Tijdens de race wil je de ander vermoorden, maar na de race schud je hem de hand en ga je samen een pilsje drinken.” Honderduit vertelt hij over zijn val op het Maleisische Sepang-circuit in 2010. Lachend voegt hij eraan toe dat hij op zo’n moment toch wel een beetje bang is. “Nou, eigenlijk meer dan een beetje.” Een jaar later zou hij op hetzelfde circuit verongelukken.
Meer lezen? Mis dan de nieuwe MOTO73 (nummer 16) niet!
Tekst: Fanta Voogd