vrijdag 22 november 2024

MotoGP Spanje 2023: Pecco Bagnaia #1 in Spaans spektakel

De Grote Prijs van Spanje leverde een fantastisch spektakelstuk op. Met als grote winnaars Pecco Bagnaia (Ducati) en een verrassend sterk Red Bull KTM-team met zijn coureurs Brad Binder en Jack Miller. De Yamaha-rijders Franco Morbidelli en Fabio Quartararo zorgden er ieder voor, dat niet alleen de Sprint maar ook de GP-race al in de eerste ronde werd afgebroken en opnieuw gestart. Maar de grootste verliezer in Jerez was Honda.

Fotografie: Henk Keulemans en MotoGP.com

De totaal onverwachte zege van Alex Rins (en Honda) bij de GP van de Americas bracht direct al heel wat teweeg. Met de GP van Spanje voor de deur werd er in het geboorteland van de coureur en het Repsol Honda Team gesuggereerd dat Rins van het Honda-satellietteam van Lucio Cecchinello zou worden overgeheveld naar Repsol Honda, dat sinds 1994 te boek staat als het fabrieksteam van de Honda Racing Corporation. De tot nu toe weinig succesvolle Joan Mir en Alex Rins zouden dan van plaats ruilen. Hoewel Rins net als Mir direct bij HRC onder contract staat, sloeg deze suggestie natuurlijk nergens op. Al was het alleen maar omdat oliegigant Castrol één van de hoofdsponsors van het LCR-team is en daarmee een directe concurrent van Repsol. Het bericht werd dan ook direct door Cecchinello naar het land der fabeltjes verwezen.

Wel is het zo dat de status van Rins na zijn zege in Austin binnen Honda groter is geworden. De vraag is of de ontwikkeling van de Honda RC213V vanaf nu ook meer op hem zal worden afgestemd en niet langer in de eerste plaats op Marc Márquez. Hij mag dan wel 59 GP’s en zes wereldtitels met de RC213V hebben gewonnen, maar de basis van Honda door de gekozen werkwijze is heel smal, dat is de laatste drie jaar meer dan duidelijk geworden. Vanaf het moment dat de sterrijder geblesseerd raakte en meerdere keren voor langere tijd was uitgeschakeld, is Honda in grote problemen gekomen. Zo eindigde de Japanse motorgigant zelfs de laatste drie seizoenen als hekkensluiter in het constructeurskampioenschap. En juist aan die titel hecht Honda heel veel waarde. Sinds het vertrek van Dani Pedrosa – eind 2018, nadat hij 31 MotoGP-zeges met Honda had weten te boeken – won buiten Marc Márquez zelfs geen enkele Repsol Honda-coureur meer een GP-overwinning. Of die nu Jorge Lorenzo, Alex Márquez of Pol Espargaró heette. En in dit seizoen geldt dat ook voor Joan Mir. De enige Honda-rijder die in de laatste zes (!) jaar buiten MM93 wist te winnen, was Cal Crutchlow. In de kleuren van Cecchinello’s LCR-team pakte de Brit drie zeges. De laatste was in Argentinië 2018. Na vijf jaar werd Alex Rins dus (eindelijk) zijn opvolger.

Niet voldoende

Reikhalzend werd er dan ook uitgekeken naar de GP van Spanje. Zou Marc Márquez in Jerez voor eigen publiek weer van de partij zijn? Zo ja, zou er dan direct een intern Honda-duel met Alex Rins volgen? Om over de duels met de andere vier merken maar niet te spreken. Helaas gebeurde dat niet, want de bij de eerste GP van 2023 opgelopen handblessure van Márquez bleek toch nog niet voldoende genezen. Zo zal zijn rentree niet eerder dan in Le Mans plaatsvinden. In Jerez werd de zesvoudig MotoGP-wereldkampioen niet, zoals gewoonlijk, door HRC-testrijder Stefan Bradl vervangen, maar door Honda Superbike-coureur Iker Lecuona. De Duitser had via een wildcard zelf een start voor deze GP.

MotoGP Amerika 2023: Alex Rins (en zo Honda) verrassen

Dat het ene circuit het andere niet is, ondervond in Jerez met name Alex Rins met zijn Honda. Want de winnaar van Austin kwam er voor eigen publiek totaal niet aan te pas. Tot overmaat van ramp kwam hij in de GP-race ook nog eens al in de eerste ronde ten val. Nog slechter verging het zijn merkgenoot Joan Mir. Na twee schuivers in de training ging de Repsol-coureur ook in de race onderuit. Het enige lichtpuntje voor Honda (maar wel een heel kleintje) was de negende plaats van Takaaki Nakagami.

Terwijl Marc Márquez en Pol Espargaró er in Jerez dus nog niet bij waren, was Enea Bastianini dat wel. Maar de Ducati-fabriekscoureur gooide op zaterdagochtend de handdoek in de ring, omdat hij nog te veel pijn ondervond van zijn in Portugal opgelopen schouderblessure. Zo leek het erop dat de druk op zijn teamgenoot, Pecco Bagnaia alleen nog maar groter werd. Maar dat bleek niet het geval te zijn. Want ondanks het feit dat de regerend wereldkampioen aan de leiding liggend in Austin onderuit was gegaan, zat het in Jerez toch wel goed met zijn zelfvertrouwen. Want vooraf tipte Bagnaia, die verleden jaar in Jerez won, zichzelf als de nummer één in de kwalificatie, de Sprint en de GP-race. De eerste twee doelstellingen zou de Italiaan niet halen. De laatste (en belangrijkste) wel. Maar daar ging wel heel wat aan vooraf.

Comeback en invloed

De tegenstand kwam voor Bagnaia toch wel enigszins uit een verrassende hoek. Degene die daar zeker ook voor verantwoordelijk was, was Dani Pedrosa. De nu 37-jarige Spanjaard zette eind 2018 een punt achter zijn (indrukwekkende) GP-carrière om vervolgens testrijder voor KTM te worden. In de volgende vier seizoenen maakte Pedrosa in 2021 een éénmalige GP-comeback. Met een wildcard nam hij dat jaar deel aan de GP van Stiermarken, die plaatsvond op de Red Bull Ring, het thuiscircuit van KTM en haar hoofdsponsor. Op de ook door hem ontwikkelde KTM RC16 werd Pedrosa tiende. Dit jaar had de kleine Spanjaard aangegeven met een wildcard deel te willen nemen aan de Spaanse GP. Jerez ligt hem goed, want hij vierde er met drie zeges en in totaal tien podiumplaatsen grote MotoGP-successen. Volgens Pedrosa (en ook het ontwikkelingsteam van KTM) was Jerez een ideale testmogelijkheid. Net als de andere coureurs had hij hetzelfde aantal banden tot zijn beschikking, maar hij zou er ook de o zo belangrijke aerodynamica in aanwezigheid van meerdere rijders kunnen testen. Voor deze grand prix werkten Pedrosa en KTM al een uitvoerig testprogramma op Jerez af. Dat dit zo zijn invloed had, werd al duidelijk tijdens de kwalificatie. Want achter polesetter Aleix Espargaró (Aprilia) stonden de Red Bull KTM-coureurs Jack Miller, Brad Binder en Dani Pedrosa, respectievelijk tweede, vierde en zesde. Zowel in de Sprint als in de GP-race bleek het uiteindelijk alleen Bagnaia te zijn die de strijd met Binder en Miller kon aangaan. Onder een brandende zon trakteerde het drietal het uitzinnige en in groten getale aanwezige publiek op keiharde, maar faire duels. Hoewel… Bagnaia moest in de GP-race een keer zijn tweede plaatst teruggeven aan Miller, omdat hij hem bij een passeeractie (niet opzettelijk) had geraakt. Terwijl Binder na Argentinië zijn tweede Sprint won, stelde Bagnaia, die niet alle risico’s wilde nemen, zich tevreden met de tweede plaats. Als derde was Miller heel blij met zijn eerste podium voor KTM. Op zondag volgde nagenoeg een kopie van de race op zaterdag. Alleen was die ruim twee keer zo lang en heette de winnaar Pecco Bagnaia. Met nog iets meer dan drie ronden te gaan wist de Ducati-rijder Brad Binder te passeren. Op zijn beurt wist Jack Miller opnieuw Jorge Martin (Ducati) net achter zich te houden.

In Jerez zorgden beide Yamaha-coureurs voor een curieus voorval. In de Sprint was Franco Morbidelli volgens de stewards schuldig aan een valpartij bij het uitkomen van de tweede bocht, waardoor niet alleen hijzelf maar ook Alex Márquez en Marco Bezzecchi ten val kwamen. Bovendien werd daardoor de race stilgelegd en vervolgens opnieuw gestart. Op zondag was het vervolgens Fabio Quartararo, die volgens de stewards bij het ingaan van de tweede bocht te veel wilde. Hiervan werden Miguel Oliveira (arm uit de kom en niet meer gestart) en opnieuw Bezzecchi het slachtoffer. Ook nu werd de race stilgelegd en volgde er een herstart. Hierin moesten Morbidelli en Quatararo voor straf (waar niet iedereen het mee eens was) een long-lap rijden. Voor laatstgenoemde werden het er zelfs twee, omdat hij de eerste niet correct had uitgevoerd. Naast Johann Zarco kwam ook Marco Bezzecchi in deze race ten val. Zo verspeelde de ongelukkige VR46-rijder onder het oog van zijn leermeester Valentino Rossi zijn leidende positie in de WK-tussenstand aan een andere coureur van de VR46 riders academy , wereldkampioen Pecco Bagnaia.

Vooruitgang

‘s Maandags na de GP vond er in Jerez één van de slechts twee testdagen, die tijdens het seizoen worden afgewerkt plaats. De tweede is na de GP van San Marino in september. Grote vraag was in de eerste plaats natuurlijk wat Honda ging doen nu Marc Márquez zich opnieuw moest afmelden. In ieder geval gaf de teamleiding aan dat het testschema gewijzigd ging worden. Logisch, maar hoe dan? Gingen Mir en ook Rins eindelijk het zo lang verwachte Kalex-frame testen? Daar werden (natuurlijk) geen mededelingen over gedaan. In ieder geval zal teammanager Alberto Puig zich nog wel eens achter de oren krabben waarom hij Dani Pedrosa na 2018 niet als testrijder voor Honda vast heeft willen houden. De volgende GP in Le Mans moet uitsluitsel gaan geven of niet alleen Honda, maar ook Yamaha vooruitgang heeft weten te boeken. Want tijdens een bewogen GP in Jerez moesten de twee Japanse fabrikanten het duidelijk afleggen tegen de drie Europese merken Ducati, Aprilia en KTM.

MotoGP Spanje 2023

Sprint Spanje

1. Brad Binder (ZAF), KTM, 18.07,055 min.;
2. Francesco Bagnaia (I), Ducati, +0,428;
3. Jack Miller (AUS), KTM, +0,680;
4. Jorge Martin (E), Ducati, +0,853;
5. Miguel Oliveira (POR), Aprilia, + 1,638;
6. Dani Pedrosa (E), KTM, +1,738;
7. Maverick Viñales (E), Aprilia, +3,248;
8. Johann Zarco (F), Ducati, +3,380;
9. Marco Bezzecchi (I), Ducati, +5,711.

  • 11 ronden = 48,653 KM.
  • Racegemiddelde winnaar: 161,1 km/u

MotoGP Spanje

1. Bagnaia, 39.29,085;
2. Binder, +0,221;
3. Miller, +1,119;
4. Martin, +1,942;
5. Aleix Espargaró (E), Aprilia, +4,760;
6. Luca Marini (I), Ducati, +6,329;
7. Pedrosa, +6,371;
8. Alex Marquez (E), Ducati, +14,952;
9. Takaaki Nakagami (J), Honda, +15,692;
10. Fabio Quartararo (F), Yamaha, +15,846;
11. Franco Morbidelli (I), Yamaha, +17,209;
12. Fabio di Giannantonio (I), Ducati, +17,911;
13. Augusto Fernandez (E), KTM, +19,010;
14. Stefan Bradl (D), Honda, +27,294;
15. Raul Fernandez (E), Aprilia, +36,371.

  • 24 ronden =  106,152 KM
  • Racegemiddelde winnaar: 161,3 km/u
  • Snelste ronde (19e): Bagnaia, 1.37,989 = 162,4 km/u

Stand MotoGP na 8 van 42 races

1. Pecco Bagnaia (I)    Ducati 87
2. Marco Bezzecchi (I)            Ducati 65
3. Brad Binder (ZAF)   KTM    62
4. Jack Miller (AUS)    KTM    49
5. Maverick Viñales (E)           Aprilia 48
6. Luca Marini (I)        Ducati 48
7. Jorge Martin (E)     Ducati 48
8. Alex Rins (E)           Honda 47
9. Johann Zarco (F)     Ducati 46
10. Alex Marquez (E)  Ducati 41
11. Fabio Quartararo (F)        Yamaha          40
12. Franco Morbidelli (I)        Yamaha          34
13. Aleix Espargaró (E)           Aprilia 29
14. Miguel Oliveira (POR)       Aprilia 21
15. Fabio di Giannantonio (I) Ducati 17

Quotes

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen