Verleden jaar bezweek Pecco Bagnaia op Misano onder de druk door aan de leiding rijdend ten val te komen. Die fout zorgde ervoor, dat Fabio Quartararo zich gelijk wereldkampioen mocht noemen. Dit keer bleek de Italiaanse Ducati-coureur tijdens de GP van San Marino wel stressbestendig te zijn. Het resulteerde in een knappe zege, zij het met een voorsprong van slechts 0,034 seconde op land-, merk- en toekomstig teamgenoot Enea Bastianini. En omdat Quartararo niet verder dan de vijfde plaats kwam, staat Bagnaia met nog zes races te gaan slechts dertig punten achter op de titelhouder.
Het was even wennen op het circuit aan de Adriatische zee. Geen #46-tribunes meer en dus ook veel minder toeschouwers. Precies een jaar nadat Valentino Rossi in Misano zijn laatste grand prix voor eigen publiek reed, deed Andrea Dovizioso dat dit jaar. Maar dat niet alleen. Door vroeger dan gepland afscheid van de sport te nemen was het voor de Italiaan zelfs de laatste race van een heel lange GP-carrière, waarin ‘Dovi’ maar liefst 346 keer in een GP van start ging. Zijn carrière begon in 2001 tijdens de GP van Italië te Mugello. Drie jaar later veroverde hij op een Honda de wereldtitel in de 125cc-klasse. De eindstand van dat kampioenschap in 2004 laat zien, wie op dat moment niet alleen de belangrijkste tegenstanders van de coureur uit Forli waren, maar ook degenen met wie hij de jaren erop nog vele duels zou uitvechten. Vierde in de 125cc-titelstrijd van 2004 werd namelijk Jorge Lorenzo (gestopt in 2019), vijfde Casey Stoner (gestopt in 2012) en elfde Marco Simoncelli (verongelukt in 2011). Drie coureurs uit genoemde eindstand racen achttien jaar later nog steeds. Dat zijn de toenmalige nummer zeven, Alvaro Bautista (actief in het WK-Superbike), de nummer dertien Simone Corsi (de huidige Moto2-coureur die in Misano zijn 315e GP-start maakte) en de nummer vijftien van de 125cc in 2004, Mattia Pasini, maakte dit jaar weer een éénmalige comeback in de Moto2 op zijn thuiscircuit. Naast Andrea Dovizioso werden in 2004 ook Dani Pedrosa (250cc) en Valentino Rossi (MotoGP) wereldkampioen, twee coureurs waarmee Dovizioso ook te maken kreeg. Voor dat hij in 2008 overstapte naar de MotoGP had hij de pech dat hij in de drie seizoenen die hij in de 250cc-klasse uitkwam, het met zijn langzamere Honda moest afleggen tegen de oppermachtige Aprilia’s. En dan met name de machine die werd bestuurd door Jorge Lorenzo, want de Spanjaard pakte de titel in 2006 en 2007, terwijl ‘Dovi’ zich na een derde plaats in 2005 twee keer tevreden moest stellen met de tweede plaats.
Van 2013 tot en met 2020 groeide Dovizioso uit tot het boegbeeld van Ducati onder de technische leiding van de nieuw aangetrokken Gigi Dall’Igna. Met de Desmocedici wist de voormalige Honda- en Yamaha-coureur weliswaar veertien races te winnen en drie keer vicewereldkampioen te worden (van 2017 t/m 2019), ‘Dovi’ had de pech dat hij in zijn streven om de belangrijkste wereldtitel te veroveren te maken kreeg met Marc Márquez op een Honda. Oftewel: een nagenoeg niet te kloppen combinatie. Ondanks het feit dat hij ‘slechts’ één wereldtitel achter zijn naam heeft staan, kan de immer bescheiden en vriendelijke Andrea Dovizioso terugkijken op een indrukwekkende carrière. Een carrière die hij in Misano met een respectabele twaalfde plaats afsloot.
Wie rijdt waar?
In aanloop naar de veertiende grand prix van dit seizoen werd er ook meer duidelijk over de rijdersbezetting voor volgend jaar. Zoals verwacht wordt Joan Mir (die in Misano afwezig was door een enkelblessure) voor 2023 en 2024 de nieuwe teamgenoot van Marc Márquez bij Repsol Honda en wordt Enea Bastianini bij het Ducati-fabrieksteam de opvolger van Jack Miller. Verder gaan Miguel Oliveira (die een verbeterde aanbieding van KTM/GasGas naast zich neerlegde) en Raul Fernandez de komende twee jaar voor RNF Aprilia rijden. Naar het lijkt, krijgt Takaaki Nakagami van HRC nog de kans om een vierde seizoen voor LCR Honda uit te mogen komen. Het andere zitje dat nu nog niet officieel is bevestigd, is de tweede plek bij Tech3 GasGas. Hier schijnt de huidige Red Bull KTM Moto2-coureur Augusto Fernandez de beste papieren voor te hebben. Na de korte samenwerkingsverbanden eerder met Danilo Petrucci en Iker Lecuona en nu dan Raul Fernandez en Remy Gardner lijkt het Tech3-team van Hervé Poncharal weinig stabiel en krijgen jonge talenten niet de kans (tijd) om er door te groeien. En dat is vreemd. Zeker omdat het hier om een belangrijke KTM-filosofie gaat.
Vrienden gemaakt
Bij Ducati hebben ze het op dit moment druk met een andere filosofie. En dat is om zoveel mogelijk machines aan de start brengen en zorgen dat de bestuurders ervan elkaar niet (te veel) in de wielen rijden. Zeker nu Pecco Bagnaia als hoogste geklasseerde Ducati-rijder in de WK-stand nog altijd een grote achterstand op titelverdediger Fabio Quartararo heeft. Ducati-racebaas Gigi Dall’Igna begrijpt als de beste dat iedere coureur wil winnen. Hij verklaarde voor de tweede thuisrace van Ducati in dit seizoen, dat elke van de in dit geval negen coureurs (inclusief testrijder Michele Pirro) mocht winnen. Ook als dit ten koste zou gaan van Bagnaia, maar dan wel op een verantwoorde manier. Dus zonder het nemen van onnodige risico’s.
Dat er in de racerij snel iets fout kan gaan, bleek al in de beginfase van deze grand prix. Binnen vier minuten lagen Johann Zarco, Michele Pirro, Pol Espargaró, Jack Miller (van pole gestart en aan de leiding liggend), Marco Bezzecchi, Franco Morbidelli en Fabio di Giannantonio al naast de baan. Mede daardoor schoof Fabio Quartararo achter Pecco Bagnaia, Enea Bastianini, Maverick Viñales en Luca Marini door naar de vijfde plaats. Maar ondanks al zijn inspanningen zou het voor de Yamaha-coureur daarbij blijven. Even leek Viñales met zijn Aprilia roet in het Ducati-eten te gaan gooien. Maar hij moest zich uiteindelijk tevredenstellen met een overigens zeer fraaie derde plaats. Het duel om de zege werd zo een wel heel pikante aangelegenheid tussen de foutloos rijdende Bagnaia en de steeds meer aandringende Bastianini. Oftewel landgenoten, volgend jaar teamgenoten maar nu bovenal Ducati-merkgenoten. Bastianini wilde heel graag winnen. Al helemaal in de retro-uitvoering ter ere van zijn veel te vroeg overleden teambaas Fausto Gresini. Maar Bastianini kende ook zijn verantwoordelijkheid. Tijdens een waanzinnig goede laatste ronde (nieuw record) voerde hij geen kamikaze inhaalactie uit, maar liet het aankomen op een acceleratieduel vanuit de laatste bocht tot en met de finish. En daar kwam hij 0,034 seconde te kort. Geen winst dus, maar het leverde hem zeker (nog meer) vrienden en credit op bij zijn toekomstige werkgever!
De verwachting is dat Fabio Quartararo en Yamaha het bij de GP van Aragòn nog moeilijker gaan krijgen tegen de Ducati-armada. Maar eerst nog de test in Misano, waar Marc Márquez zijn rentree maakt op de Honda RC213V. En dan ook nog op de machine voor volgend jaar.
De resultaten
MotoGP San Marino 27 RONDEN = 114,02 KM
1.Francesco Bagnaia (I), Ducati, 41.43,199; 2. Enea Bastianini (I), Ducati, +0,034; 3. Maverick Viñales (E), Aprilia, +4,212; 4. Luca Marini (I), Ducati, +5,283; 5. Fabio Quartararo (F), Yamaha, +5,771; 6. Aleix Espargaró (E), Aprilia, +10,230; 7. Alex Rins (E), Suzuki, +12,496; 8. Brad Binder (ZAF), KTM, +14,661; 9. Jorge Martin (E), Ducati, +17,732; 10. Alex Marquez (E), Honda, +21,986; 11. Miguel Oliveira (POR), KTM, +23,685; 12. Andrea Dovizioso (I), Yamaha, +29,276; 13. Raul Fernandez (E), KTM, +30,433; 14. Stefan Bradl (D), Honda, +31,768; 15. Takaaki Nakagami (J), Honda, + 32,547
Racegemiddelde winnaar: 164,0 km/u.
Snelste ronde (27e): Bastianini, 1.31,868 = 156,6 km/u. (record)
WK-STAND (NA 14 VAN 20 RACES)
1. Quartararo, 211 punten; 2. Bagnaia, 181; 3. A. Espargaró, 178; 4. Bastianini, 138; 5. Zarco, 125; 6. Miller, 123; 7. B. Binder, 115; 8. Viñales, 101; 9. Rins, 101; 10. Martin, 94.