De 93e Dutch TT Assen verliep perfect voor Pecco Bagnaia. De regerend wereldkampioen pakte er niet alleen de pole, hij reed vervolgens zowel tijdens de Sprint als in de GP-race alle ronden aan de leiding. En passant brak de Italiaanse Ducati-coureur ook nog eens de twee baanrecords van het Assercircuit.
In Duitsland ging de Sprint weliswaar naar Jorge Martin, maar omdat de Spanjaard in de GP aan de leiding liggend onderuitging, pakte Bagnaia hier niet alleen weer de zege maar nam ook de WK-leiding van Martin over.
Moto2 Nederland en Duitsland 2024: Bendsneyder krijgt duidelijkheid over nabije toekomst
Heel uitzonderlijke coureurs zijn niet alleen het snelst op de baan, maar krijgen er buiten ook zaken voor elkaar die voor een ‘doorsnee’ coureur niet zijn weggelegd. Neem Valentino Rossi. Na vier keer met Yamaha MotoGP-wereldkampioen te zijn geworden, keerde de Italiaan eind 2010 zijn Japanse werkgever de rug toe, omdat hij vond dat hij te weinig waardering kreeg voor het ontwikkelingswerk wat hij met de M1 had verricht en de successen die hij ermee had behaald. Immers, de acht jaar jongere Jorge Lorenzo behaalde in 2010 de titel voor Yamaha. En Rossi vond dat zijn Spaanse teamgenoot dat had gedaan met ‘zijn’ machine. En dat stak ‘The Doctor’. Daarop stapte hij verbolgen over naar Ducati. Zoals bekend volgden er twee desastreuze jaren voor de Italiaanse combinatie. Ondanks het feit dat de verhouding tussen Rossi en Yamaha na de scheiding danig was bekoeld, kwam het voor 2013 al snel tot een verzoening en tevens hereniging. Waarom? Gewoon omdat ze elkaar nodig hadden. Yamaha verlengde het contract met de Amerikaan Ben Spies niet en zo werd de Italiaanse superster opnieuw de teamgenoot van Jorge Lorenzo, die door het veroveren van een tweede MotoGP-wereldtitel inmiddels ook de status van ‘superster’ had bereikt. En hoewel #46 geen wereldtitel meer zou weten te veroveren, volgden er – zeker uit publicitair oogpunt – nog negen fascinerende seizoenen voor de combinatie Rossi en Yamaha.
Een ander voorbeeld van een uitzonderlijk coureur die heel veel macht heeft, speelt dit seizoen. Beter gezegd voor 2025. Ducati-CEO Claudio Domenicali en de racebaas van het Italiaanse merk, Gigi Dall’Igna, dachten het voor hen perfecte MotoGP-teamplaatje voor de komende twee seizoenen te hebben. Omdat Jorge Martin al in een eerder stadium had aangegeven na vier seizoenen niet langer voor het Pramac Ducati satellietteam uit te willen komen, zou de Spanjaard naast wereldkampioen Pecco Bagnaia het fabrieksteam gaan vormen. Vervolgens zou Ducati-nieuwkomer Marc Márquez met het nieuwste fabrieksmateriaal plus technische ondersteuning bij Pramac worden ondergebracht. Maar de achtvoudig wereldkampioen gaf direct aan dat niet te willen. Hij wilde maar één ding: dat was een roodgekleurde fabrieks-Ducati! Bang om MM93 aan de concurrentie te verliezen, besloten de Ducati-bazen onmiddellijk aan de wens van Márquez te voldoen. Dat viel (en valt) te begrijpen, want hij heeft uit commercieel oogpunt veel meer te bieden dan Jorge Martin. Hoe goed die als coureur dan ook mag zijn. En dat geldt al helemaal voor de Aziatische markt. Want vooral in dit deel van de wereld is Marc Márquez na het stoppen van Valentino Rossi enorm populair. Ook blijkt de ontwikkeling van de machine, die voor 2027 aan een nieuw technisch reglement moet voldoen, een rol bij de keuze voor Márquez te hebben gespeeld. Al met al was de beslissing van de Ducati-leiding voor Martin aanleiding om (voordat die keuze openbaar was gemaakt) een fabriekscontract met Aprilia te ondertekenen. En dat kan logisch worden genoemd.
Verlies
Tijdens de 93e Dutch TT werd duidelijk dat het vertrek van Martin niet het enige verlies voor Ducati is. Nadat eerder al bekend was geworden dat Enea Bastianini – die bij het Italiaanse merk plaats moet maken voor Marc Márquez – overstapt naar Red Bull KTM Tech3, kwam in Assen de bevestiging dat na een samenwerkingsverband van maar liefst twintig jaar het Prima Pramac-team Ducati ingaande 2025 inwisselt voor Yamaha. En dat voor een periode van maar liefst zeven jaar. Zo zorgt Lin Jarvis in zijn laatste jaar als Managing Director van Yamaha Motor Racing ervoor dat zijn Japanse werkgever het zo gewenste tweede MotoGP-team krijgt. Ook krijgt Pramac het Moto2-project van Yamaha, met als doel het opleiden van MotoGP-coureurs, onder haar hoede. Dit project wordt nu nog, zonder grote successen, uitgevoerd door de VR46-organisatie van Valentino Rossi. En het blijft vreemd dat laatstgenoemde niet het tweede Yamaha-MotoGP-team wilde hebben. Ook al omdat Rossi sinds verleden jaar merkambassadeur voor zijn vroegere werkgever is. In dit kader reed de negenvoudig wereldkampioen onlangs nog in Jerez tijdens een evenement van de Yamaha Racing Heritage Club op een Yamaha YZR500 waarmee Eddie Lawson in 1988 500cc-wereldkampioen werd. Ook bedient Rossi’s VR46 Motor Ranch in Tavullia zich van motoren, die door Yamaha beschikbaar zijn gesteld en worden er meer zaken voor het Japanse merk georganiseerd. Het wordt interessant om te zien hoe de relatie tussen Rossi en Yamaha zich ontwikkelt nu Pramac-eigenaar Paolo Campinoti verantwoordelijk wordt voor de inzet van het tweede Yamaha-MotoGP-team.
Waarom de succesvolle Italiaanse zakenman en bovenal raceliefhebber gebroken heeft met Ducati kwam langzamerhand naar buiten. Zo ergerde hij zich aan het feit dat een deel van de Ducati-leiding uit hun dak ging toen Enea Bastianini in de laatste bocht van de Italiaanse Grand Prix Jorge Martin naar de derde plaats verwees. Uiteindelijk is Martin niet alleen een Pramac-rijder, maar ook een Ducati-coureur die zelfs bij de fabriek op de loonlijst staat. Omdat ze niet voor Martin maar voor Márquez hebben gekozen, voelt Campinoti, die nota bene met zijn team regerend wereldkampioen bij de teams is, zich door Ducati in de steek gelaten. De Italiaan, die zijn team altijd als opleidingsinstituut voor het fabrieksteam heeft gezien, vindt dat Jorge Martin die plaats verdient. Zoals eerder met de vroegere Pramac-coureurs als Danilo Petrucci, Jack Miller en Pecco Bagnaia is gebeurd. Buiten Martin en Bastianini verliest Ducati, dat in 2025 dus niet meer met acht maar met zes rijders op de grid staat, ook nog Marco Bezzecchi. De huidige VR46-coureur wordt Aprilia-fabriekscoureur. Fabio di Giannantonio lijkt het team van Rossi wel trouw te blijven en krijgt waarschijnlijk de beschikking over een Ducati GP25. VR46-lid Franco Morbidelli wordt waarschijnlijk zijn teamgenoot. Mocht dat het geval zijn, dan wordt MotoGP-nieuwkomer Fermin Aldeguer door Ducati ondergebracht bij Gresini Racing als teamgenoot van Alex Márquez, die voor twee jaar bijtekende bij zijn huidige team.
Geen transferperikelen
Omdat het contract tussen Pecco Bagnaia en Ducati al aan het begin van dit seizoen was verlengd, had de regerend wereldkampioen geen transferperikelen aan zijn hoofd en kon hij zich helemaal op het racen concentreren. Na overwinningen in Catalonië en twee keer tijdens zijn thuis-GP op Mugello zette de Italiaan zijn zegetocht voort op het door hem zo geliefde circuit van Assen. Het begon al tijdens de kwalificatie waarin Bagnaia als snelste een tijd van 1’30.540 min. op de klokken bracht. Oftewel een absoluut ronderecord voor Assen. Met een gemiddelde van 180,5 km/u benaderde hij zelfs de hoogste gemiddelde snelheid ooit op het Drentse circuit gerealiseerd. Dat record staat nog altijd op naam van Valentino Rossi. Die kwam in 2004 op een Yamaha tot een gemiddelde van 181,609 km/u. De snelle technische ontwikkelingen in ogenschouw nemend zouden we er niet van opkijken als dit record volgend jaar, als de TT Assen haar honderdste verjaardag viert, gebroken gaat worden.
Wat tijdens deze aflevering nog in het voordeel van Bagnaia werkte, was dat zijn grootste concurrent Jorge Martin vanwege een straf niet van de tweede maar van de vijfde startplaats moest vertrekken. Na op zaterdag in de Sprint alle dertien ronden aan de leiding te hebben gereden, deed de titelhouder dat op zondag nog eens dunnetjes over. Maar dan 26 keer. Beide keren finishte Martin als tweede.
Met een totaaltijd van 40’07.214 minuten deed Pecco Bagnaia, die in de race ook nog een nieuw ronderecord reed, maar liefst dertig seconden minder over de 26 ronden dan in 2023. Dat is dus ruim een seconde per ronde! Een verdere analyse laat zien dat Jorge Martin (verleden jaar vijfde) er nu 29 seconden minder overdeed. In 2023 was Aleix Espargaró als derde de best geklasseerde Aprilia-coureur. Dit jaar was dat Maverick Viñales als vijfde. Maar laatstgenoemde was nu wel 24 seconden sneller dan zijn teamgenoot een jaar geleden. Brad Binder was als vierde en zesde beide keren de hoogst geklasseerde KTM-rijder. Maar dit jaar was de Zuid-Afrikaan wel zestien seconden sneller. Met andere woorden: de technische ontwikkeling gaat snel bij alle drie genoemde merken. Maar bij Ducati nog steeds het allersnelst. Ook is het zo dat Yamaha en Honda nauwelijks dichterbij komen, ondanks alle extra testmogelijkheden.
Grootste verliezer bij de 93e TT, die door maar liefst 192.554 toeschouwers werd bijgewoond, was Aleix Espargaró. Want bij een harde val in de Sprint liep de nummer drie van de TT van verleden jaar een breuk in zijn rechterhand op. Door deze blessure moest de Aprilia-coureur niet alleen de GP-race aan zich voorbij laten gaan, maar een week later ook de Grote Prijs van Duitsland. Ook Marc Márquez viel in Assen tijdens de Sprint. Op zondag had de Gresini-coureur de pech dat hij een vierde plaats zag omgezet in een tiende, omdat de druk in de voorband van zijn Ducati te lang te laag was geweest. Heel wat minder verging het Alex Rins. Want deze Spanjaard verloor al in de eerste bocht van de GP-race de macht over zijn Yamaha. Bij de daaropvolgende highsider liep Rins breuken in zijn rechterpols en voet op. Hieraan werd hij in Madrid geopereerd. Op de Sachsenring werd de ongelukkige Spanjaard vervangen door voormalig Moto2-wereldkampioen Remy Gardner. Ook Marco Bezzecchi kende een heel slechte TT. Werd de Italiaan verleden jaar nog eerste en tweede in Assen, nu scoorde hij er geen enkel punt maar wel drie valpartijen.
Spectaculair
Onmiddellijk na de Asser TT toog het hele racecircus naar de Sachsenring voor de GP van Duitsland. Ook hier deden zich direct de nodige valpartijen voor. En met name in de beruchte razendsnel, naar beneden lopende ‘Wasserfall’, die tegenwoordig ‘Ralf Waldmann Kurve’ heet. Tot de ongelukkigen behoorden Marco Bezzecchi, Fabio Di Giannantonio (die met een vijfde en vierde plaats uitstekend in Assen had gescoord), Enea Bastianini en Marc Márquez. Vooral de highsider van laatstgenoemde was spectaculair te noemen. Het leverde de achtvoudig wereldkampioen buiten een gebroken linker wijsvinger ook een aantal gekneusde ribben op. Maar dat weerhield de Spanjaard er niet van om toch weer op zijn motorfiets te kruipen. Wel gebeurde dat na het nemen van de nodige pijnstillers. Márquez, die bij zijn elf starts nog nooit op de Sachsenring was verslagen, kende aanvankelijk een zeer moeilijk weekend en wist zich pas als dertiende te kwalificeren.
De pole op dit ‘Mickey Mouse-baantje’ ging zoals verwacht naar Jorge Martin. Wel verrassend was dat de beide coureurs van Trackhouse Racing, Miguel Oliveira en Raul Fernandez, op hun Aprilia’s van de plaatsen twee en drie mochten vertrekken. Pecco Bagnaia stond op startplek nummer vier. In de Sprint zou laatstgenoemde iets te behoudend te werk gaan. Dit om zijn banden te sparen. Martin deed dat niet. Hij gebruikte het zachtste rubber op de juiste manier en maakte zo een einde aan de serie van vijf achtereenvolgende zeges van Bagnaia. Die werd op zijn beurt in deze Sprint achter Oliveira derde.
De verwachting was, dat bandenmanagement in de twee keer zo lange Grand Prix nog crucialer zou worden. Dat gebeurde dan ook. Het weerhield de coureurs er niet van om op prachtige (en harde) wijze met elkaar aan de slag te gaan. Dat gold niet alleen voor de koplopers Jorge Martin en Pecco Bagnaia, maar ook voor hun achtervolgers. En dan met name voor Marc Márquez, die van de dertiende plaats naar voren denderde. En voor het eerst dit seizoen bemoeide ook Franco Morbidelli zich met de strijd om de podiumplaatsen. Terwijl Martin andermaal een heel hoog tempo op het asfalt legde, hield Bagnaia zich wat gedeisd en volgde de leider in de WK-stand op iets minder dan een seconde. Achter de rug van de wereldkampioen zaten de gebroeders Márquez tegen het einde van de race op de plaatsen drie en vier. Zoals verwacht zou die slotfase beslissend worden. Bagnaia voerde de druk op, maar voor Martin leek niets aan de hand tot hij met nog maar twee ronden te gaan bij het aanremmen voor de eerste bocht toch wel onverwachts onderuit schoof. Was de Prima Pramac-coureur dan toch bezweken onder Bagnaia’s druk? Ja dus! In ieder geval was het zo dat de ongelukkige Martin op deze manier niet alleen een GP-zege, maar ook zijn WK-leiding verspeelde. Een dure fout dus.
Marc Márquez werd dit keer dan wel geen ‘King of the Ring’, maar het feit dat hij als tweede voor het eerst samen met zijn jongere broer Alex (derde) op het podium stond, vergoedde veel. Zo niet alles. Bovendien blijft MM93 de jongste winnaar in de koningsklasse ooit. Want Pedro Acosta had daarvoor deze Grand Prix moeten winnen. De 20-jarige Spanjaard, die in Assen als zevende in de laatste ronde ten val was gekomen, passeerde nu wel de finish. Niet als winnaar, maar als zevende. Dat was goed, maar niet goed genoeg om geschiedenis te schrijven.
Nog geen tien of elf GP’s
De Grand Prix van Duitsland was de negende van het seizoen 2024. Hoeveel er nog zullen volgen is op moment van schrijven niet geheel duidelijk. Want het ziet er naar uit dat de eerder op 14 t/m 16 juni geplande GP van Kazachstan ook niet op de nieuwe datum van 20 t/m 22 september verreden gaat worden. Dorna doet er alles aan om een vervangende locatie te vinden. In dit kader wordt Brno genoemd. Mocht dat niet lukken, dan staan er na de zomerstop nog tien GP’s op de kalender. De eerstvolgende is die van Groot-Brittannië. Die vindt op 2 tot en met 4 augustus traditiegetrouw plaats op het circuit van Silverstone. Met 222 WK-punten achter zijn naam komt Pecco Bagnaia als koploper in de tussenstand van het wereldkampioenschap naar het legendarische Engelse circuit. In die stand is Jorge Martin nu tweede met 212 punten, terwijl Marc Márquez als derde 166 punten achter zijn naam heeft staan.
Foto’s: Keulemans, MotoGP.com en ANP
MotoGP uitslagen
Sprint Nederland
Positie | Naam & Motor | Tijd |
---|---|---|
1 | Francesco Bagnaia (I) – Ducati | 19.58,090 |
2 | Jorge Martin (E) – Ducati | +2,355 |
3 | Maverick Viñales (E) – Aprilia | +4,103 |
4 | Enea Bastianini (I) – Ducati | +6,377 |
5 | Fabio Di Giannantonio (I) – Ducati | +8,869 |
6 | Brad Binder (ZAF) – KTM | +9,727 |
7 | Fabio Quartararo (F) – Yamaha | +10,828 |
8 | Alex Márquez (E) – Ducati | +13,196 |
9 | Franco Morbidelli (I) – Ducati | +13,560 |
- 13 ronden = 59,046 km
- Racegemiddelde winnaar: 177,4 km/u
MotoGP Nederland
Positie | Naam | Tijd |
---|---|---|
1 | Bagnaia | 40.07,214 |
2 | Martin | +3,676 |
3 | Bastianini | +7,073 |
4 | Di Giannantonio | +8,299 |
5 | Viñales | +8,258 |
6 | B. Binder | +16,005 |
7 | A. Márquez | 21,095 |
8 | Raul Fernandez (E) | Aprilia |
9 | Morbidelli | +23,413 |
10 | Marc Márquez (E) | Ducati |
11 | Jack Miller (AUS) | KTM |
12 | Quartararo | +24,057 |
13 | Johann Zarco (F) | Honda |
14 | Augusto Fernandez (E) | KTM |
15 | Miguel Oliveira (POR) | Aprilia |
- 26 ronden = 118,092 km
- Racegemiddelde winnaar: 176,6 km/u
- Snelste ronde (12e): Bagnaia, 1.31,866 = 177,9 km/u (record)
Sprint Duitsland
Positie | Naam | Tijd |
---|---|---|
1 | Martin | 20.18,904 |
2 | Oliveira | +0,676 |
3 | Bagnaia | +1,311 |
4 | Bastianini | +1,458 |
5 | Morbidelli | +5,600 |
6 | M. Márquez | +6,281 |
7 | Viñales | +6,284 |
8 | B. Binder | +9,061 |
9 | A. Márquez | +9,201 |
- 15 ronden = 55,065 km
- Racegemiddelde winnaar: 162,6 km/u
MotoGP Duitsland
Positie | Naam | Tijd |
---|---|---|
1 | Bagnaia | 40,40,063 |
2 | M. Márquez | +3,804 |
3 | A. Márquez | +4,334 |
4 | Bastianini | +5,317 |
5 | Morbidelli | +5,557 |
6 | Oliveira | +10,481 |
7 | Pedro Acosta (E) | KTM |
8 | Marco Bezzecchi (I) | Ducati |
9 | B. Binder | +15,084 |
10 | R. Fernandez | +16,384 |
11 | Quatararo | +17,235 |
12 | Viñales | +18,865 |
13 | Miller | +25,425 |
14 | Takaaki Nakagami (J) | Honda |
15 | Luca Marini (I) | Honda |
- 30 ronden = 110,13 km
- Racegemiddelde winnaar: 162,4 km/u
- Snelste ronde (6e): Martin, 1.20,667 = 163,8 km/u (record)
Stand MotoGP na 18 van 40 races
Positie | Naam | Motor | Punten |
---|---|---|---|
1 | Francesco Bagnaia (I) | Ducati | 222 |
2 | Jorge Martin (E) | Ducati | 212 |
3 | Marc Marquez (E) | Ducati | 166 |
4 | Enea Bastianini (I) | Ducati | 155 |
5 | Maverick Viñales (E) | Aprilia | 125 |
6 | Pedro Acosta (E) | KTM | 110 |
7 | Brad Binder (ZAF) | KTM | 108 |
8 | Fabio Di Giannantonio (I) | Ducati | 92 |
9 | Aleix Espargaró (E) | Aprilia | 82 |
10 | Alex Márquez (E) | Ducati | 79 |
11 | Franco Morbidelli (I) | Ducati | 55 |
12 | Marco Bezzecchi (I) | Ducati | 53 |
13 | Miguel Oliveira (POR) | Aprilia | 51 |
14 | Raul Fernandez (E) | Aprilia | 46 |
15 | Fabio Quartararo (F) | Yamaha | 44 |