vrijdag 22 november 2024

MotoGP Italië: Victoria Di Pecco E Ducati

‘Viva Italia’! Het is een gevleugelde uitspraak. Een die dit keer perfect van toepassing was op Pecco Bagnaia en Ducati. Want op het prachtige Autodromo del Mugello won de combinatie de Gran Premio d’Italia voor wereldkampioen Fabio Quartararo (Yamaha) en Aleix Espargaró (Aprilia).

Fotografie: MotoGP.com, 2Snap en teams

Sinds jaar en dag is Mugello de testbaan van Ducati. Met name Michele Pirro heeft er de laatste tien jaar heel wat testkilometers afgelegd met de Desmosedici. Nadat eerst Filippo Prezioso de grote technische man achter de machine was – met als hoogtepunt de wereldtitel van Casey Stoner in 2007 en tevens de enige voor Ducati tot nu toe –, werd dat vanaf november 2013 Luigi ‘Gigi’ Dall’Igna, die overkwam van rivaal Aprilia.

MotoGP Frankrijk: Enea Bastianini verschalkt fabrieks-Ducati’s

Het is deze nu 55-jarige Italiaanse ingenieur, die de laatste jaren met zijn innovaties heel wat te weeg heeft gebracht (en nog steeds brengt) in de MotoGP. Het begon halverwege het seizoen 2015 toen Dall’Igna zijn eerste Desmosedici, de GP15, voorzag van kleine vleugeltjes oftewel: ‘winglets’. Nu was de toepassing van dergelijke aerodynamische hulpmiddelen niet iets nieuws in de racerij. Maar Dall’Igna vond dat deze techniek in de motorsport onderontwikkeld was. Zeker ten opzichte van de autosport en dan met name de Formule 1. De Italiaan blijkt daarin gelijk te hebben, want met zijn ideeën zorgt hij keer op keer voor een technische revolutie. Een revolutie die er niet alleen voor zorgt dat andere fabrikanten de ideeën van Dall’Igna kopiëren, maar ook bekritiseren. Daarbij gaat het niet alleen om de aerodynamica van de huidige MotoGP-machines, maar ook om andere nieuwigheden die op het conto van Dall’Igna en zijn team kunnen worden geschreven. Zoals de ‘spoon’, een onder de achtervork gemonteerd hulpmiddel om de achterband te koelen. Iets dat nu ook gebeurt door middel van luchtgeleidingskanalen aan de binnenkant van de stroomlijn. Dan is er de ‘holeshotdevice’ om de machine bij de start en bij het uitkomen van de bochten aan de achterkant te laten zakken, waardoor de acceleratie en de topsnelheid toeneemt. En het dit seizoen geïntroduceerde ‘front ride height device’ voor de voorkant. Dit systeem is onlangs door de Grand Prix Commission (GPC) vanaf volgend seizoen verboden.

MotoGP Italië
De drie snelste coureurs van Mugello: Bagnaia (m), Quartararo (l) en A. Espargaro (r).

Kritiek

Inmiddels komt er steeds meer kritiek op genoemde ontwikkelingen. Die kritiek is in de eerste plaats gericht op de aerodynamica. Door de ‘drag’ (vuile lucht, turbulentie) die achter de motor ontstaat, kan een coureur die in de slipstream van zijn voorganger rijdt in de problemen komen. Ook heeft het invloed op de luchtdruk in de voorband. Al met al wordt inhalen niet alleen moeilijker, maar ook gevaarlijker. Over het eerste klaagden onder anderen Fabio Quartararo (Yamaha) en Aleix Espargaró (Aprilia) in Jerez. En in Le Mans raakte Alex Rins tijdens een rem/inhaalmanoeuvre bij hoge snelheid de controle over zijn Suzuki kwijt, omdat hij in ‘vuile lucht’ kwam. Op Mugello kwam het tijdens de eerste training bijna tot een botsing tussen Aleix Espargaró en Miguel Oliveira (KTM). Laatstgenoemde vermeed een aanrijding door met een snelheid van dik 300 km/u door het gras te gaan. Nu ook zelfs zesvoudig MotoGP-wereldkampioen Marc Márquez zijn zorgen over de technische ontwikkelingen van de huidige machines heeft uitgesproken, is het afwachten of de GPC gaat ingrijpen. Volgens de Honda-coureur komen de veiligheid en het showelement, inhalen dus, in het geding.

Ondertussen gaat Gigi Dall’Igna, die alleen nog geen rijderstitel in de koningsklasse op zijn palmares heeft staan, door met zijn werk. Want zoals hij altijd zegt: ‘Ik word door Ducati betaald om de beste motorfiets te construeren en wereldkampioen te worden.’ De niet alleen intelligente, maar vooral ook slimme techneut doet dat binnen het geldende reglement. Het is logisch dat Dall’Igna en Ducati de grenzen opzoeken. Normaal gesproken ligt het huidige technische reglement vast tot en met 2026. Maar dat kan als het om het aspect ‘veiligheid’ gaat, snel worden veranderd. De vraag is nu alleen: wanneer gaat dit gebeuren? En rest Gigi Dall’Igna met z’n innovaties hetzelfde lot als de beroemde F1-ontwerper Colin Chapman met zijn Lotus 79 ruim veertig jaar geleden? De geniale Engelsman had zijn creaties voorzien van ‘skirts’ om zo het gewenste ‘ground effect’ te creëren. Het leverde Lotus in 1978 met Mario Andretti de wereldtitel op. Maar al snel werd deze geniale, baanbrekende aerodynamische vinding, die vervolgens volop door de concurrentie werd gekopieerd, verboden omdat het te gevaarlijk werd bevonden.

Verrassingen

Op het prachtige circuit in Toscane waren niet alleen alle ogen op Ducati gericht, er kwamen ook een aantal verrassende berichten. Het begon met de mededeling van Aprilia dat de contracten van Aleix Espargaró en Maverick Viñales met twee jaar zijn verlengd en dat het RNF-team van Razlan Razali en teammanager Wilco Zeelenberg voor twee jaar (met een optie van nog twee jaar) het satellietteam van de Italiaanse firma wordt. Een verrassende overstap. Ook voor Yamaha, dat de Maleisische teameigenaar (die een overeenkomst van minimaal twee jaar wilde) opnieuw een contract van slechts één jaar had aangeboden. Daar ging Razali niet mee akkoord. Waarschijnlijk deed Yamaha dit om in 2024 met het VR46-team van Valentino Rossi in zee te kunnen gaan. Het gevolg is dat de Japanse firma volgend seizoen met slechts twee coureurs rijdt. Dan was er de mededeling dat Marc Márquez zich na deze GP in Amerika voor de vierde keer aan zijn rechterarm gaat laten opereren. Wanneer hij weer in het zitje van zijn Honda plaats neemt, kan nu nog niet worden ingeschat. Maar dat daar alle tijd voor wordt genomen, is zeker.

Nadat eerst de Italiaanse racehelden Max Biaggi (benoemd tot MotoGP-legend.) en Valentino Rossi (exclusief ‘eigenaar’ van het startnummer 46 geworden.) voor bewezen diensten in het zonnetje waren gezet, leverde de kwalificaties ook de nodige verrassingen op. Nadat Marc Márquez op een half droge/half natte baan weer eens een Honda aan gort had gereden (maar zelf ongedeerd bleef), waren het de jonge ‘Ducati-Italiaantjes’ Fabio Di Giannantonio, Marco Bezzecchi (beiden 23 jaar en MotoGP-rookie) en Luca Marini (24), die onder tricky omstandigheden het snelst waren en zo heel verrassend de eerste startrij vormden. In de race wenste het trio zich ook niet zomaar gewonnen te geven. Dat gebeurde onder toezicht van slechts 43.000 toeschouwers. Oftewel: de helft ten opzichte van de jaren dat #46 nog van de partij was. Diens terugtreden en de hoge toegangsprijzen waren de oorzaak van heel veel lege plekken. Degenen die er nog wel waren zagen dat Di Giannantonio terugviel naar een nog altijd knappe elfde plaats. Het VR46-tweetal liet zich veel langer gelden. Bezzecchi reed zelfs bij de achtste doorkomst nog aan de leiding.

Het startnummer 46 is definitief voor en van Valentino Rossi.

Belangrijke zege

Toen vond Pecco Bagnaia dat zijn tijd was gekomen. De favoriete Ducati-coureur was na een enigszins behoedzaam begin, na zijn val in Le Mans kon hij zich niet weer een fout veroorloven, naar voren gekomen en nam de eerste plaats over. De enige die hem kon volgen was Fabio Quartararo. Na een goede start, die absoluut noodzakelijk was om de Ducati-armada partij te bieden, reed de regerend wereldkampioen een ijzersterke wedstrijd. Het verschil tussen de twee titelkandidaten was en bleef ongeveer een seconde. Zo scoorden Bagnaia en Ducati een heel belangrijke zege. En waren Quartarao en Yamaha heel blij met twintig WK-punten. De derde plaats was voor de vierde maal in successie voor een andere titelkandidaat, Aleix Espargaró. De Aprilia-coureur had niet de door hem gewenste start en moest daarna hard werken om op het podium te komen. Terwijl Johann Zarco vierde werd, finishte het VR46-duo op een knappe vijfde (Bezzecchi) en zesde plaats (Marini). Met het oog op de komende operatie nam Marc Márquez geen enkel risico. Dat resulteerde in een tiende positie.

Grote verliezers in Mugello waren Jack Miller (slechts vijftiende na in de eerste bocht in het gras te zijn beland) en Enea Bastianini, die tijdens zijn opmars naar de voorste plekken ten val kwam. Ook Pol Espargaró ging weer eens met zijn Honda onderuit. Dat deden ook Alex Rins en Joan Mir. Zo stond het Suzuki-team na de valpartijen in Le Mans opnieuw met lege handen.

De GP van Italië wordt aangevoerd door het VR46-duo Bezzecchi en Marini. Wie had dat voor mogelijk gehouden?

De resultaten

MotoGP Italië

1. Pecco Bagnaia (I), Ducati, 41.18,923;
2. Fabio Quartararo (F), Yamaha, +0,635;
3. Aleix Espargaró (E), Aprilia, +1,983;
4. Johann Zarco (F), Ducati, +2,590;
5. Marco Bezzecchi (I), Ducati, +3,067;
6. Luca Marini (I), Ducati, +3,875;
7. Brad Binder (ZAF), KTM, +4,067;
8. Takaaki Nakagami (J), Honda, +10,944;
9. Miguel Oliveira (PT), KTM, +11,256;
10. Marc Márquez (E), Honda, +11,800;
11. Fabio Di Giannantonio (I), Ducati, +12,916;
12. Maverick Viñales (E), Aprilia, +12,917;
13. Jorge Martin (E), Ducati, +17,240;
14. Alex Marquez (E), Honda, +17,568;
15. Jack Miller (AUS), Ducati, +17,687.

  • 23 ronden = 120,635 KM
  • Racegemiddelde winnaar: 175,1 km/u
  • Snelste ronde (5e): Bagnaia, 1.46,588= 177,1 km/u (record)

WK-stand (Na 8 van 21 races)

1. Quartararo, 122 punten;
2. A. Espargaró, 114;
3. Bastianini, 94;
4. Bagnaia, 81;
5. Zarco, 75;
6. Rins, 69;
7. B. Binder, 65;
8. Miller, 63;
9. M. Márquez, 60;
10. Mir, 56.

MotoGP Italië in cijfers

1976

was het eerste jaar dat er een Grand Prix op het circuit van Mugello werd verreden. De 500cc-race werd gewonnen door Barry Sheene (Suzuki).

363,6

km/uur is het nieuwe absolute snelheidsrecord in de MotoGP. Jorge Martin bereikte deze topsnelheid met zijn Ducati in de race.

2,579

seconde deed Pecco Bagnaia (Ducati) langer over de race dan Fabio Quartararo (Yamaha) in 2021. Iets, dat niet werd verwacht.

5

verschillende Ducati-fabriekscoureurs hebben nu op Mugello weten te winnen. Dat zijn Casey Stoner (2009), Andrea Dovizioso (2017), Jorge Lorenzo (2018), Danilo Petrucci (2019) en Pecco Bagnaia (2022).

Quotes

Voorspelling Marien

Een van je beste races uit je carrière rijden en toch niet winnen. Fabio Quartararo deed het op Mugello, een circuit waar hij vooraf al blij zou zijn met een top-5 omdat hij kansloos zou zijn tegen met name al die Ducati’s. Dat hij er uiteindelijk maar eentje – en nog niet eens zo heel ver – voor zich moest laten, maakt Quartararo voor mij dé favoriet voor Barcelona en – aangezien het al juni is – zeker ook voor Assen!

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen