Op degelijke wijze stelde Jorge Martin in Barcelona in de laatste van veertig MotoGP-races de 2024-wereldtitel en zo het startnummer 1 veilig. Maar als de grootste winnaar van het afgelopen seizoen kan Ducati worden betiteld, want het Italiaanse merk was met haar Desmosedici’s oppermachtig en brak meerdere records. En dan is er nog een winnaar. Dat is Marc Márquez, die na vier onsuccesvolle en vooral pijnvolle jaren bij het familiaire Gresini Ducati-team niet alleen het plezier in het racen hervond, maar zich ook naar de top van de MotoGP terug knokte.
Met een voorsprong van 29 punten op Pecco Bagnaia reisde Jorge Martin naar de MotoGP-finale, die na alle tragische gebeurtenissen niet in Valencia maar in Barcelona plaatsvond. De grote vraag was, hoe de Spaanse coureur het nu zou gaan aanpakken. Zou hij net zoals in Maleisië er weer ‘in vliegen’? Daar hoopten alle racefans op, want door de keiharde maar faire duels tussen de twee rivaliserende Ducati-coureurs worden de eerste drie ronden op Sepang nu al als ‘legendarisch’ betiteld. Helaas gebeurde dat nu niet. Waarom niet? Gewoon omdat Jorge Martin in de laatste twee races van 2024 liet zien, dat hij dit seizoen ontzettend veel heeft geleerd. Als coureur is hij echt volwassen geworden. Van zijn optreden in Maleisië had ‘The Martinator’ ook het nodige geleerd. Want hij besefte, dat hij met een dergelijke puntenvoorsprong het duel niet met zijn enig overgebleven concurrent hoefde (moest) aan te gaan.
Moto2 eindrapport 2024: een seizoen vol verrassingen
In Barcelona was de eerste slag echter wel voor Bagnaia, want door de snelste kwalificatietijd te realiseren pikte de Italiaan op het allerlaatste moment wel een twee ton kostende BMW M5 van Martin af. Maar die zat daar niet mee. Want de wereldtitel binnenhalen was voor hem veel en veel belangrijker. De Spanjaard kon dat al op zaterdag doen door de Sprint te winnen. Maar zover kwam het niet, want de Prima Pramac Ducati-coureur wilde niet tot het uiterste gaan om het Lenovo Ducati-duo Pecco Bagnaia en Enea Bastianini voor te blijven. Zij werden dus eerste en tweede, Martin derde. Door deze uitslag was ook de ‘Grande Finale’ voor op de zondag gered. En dat was mooi voor alle racefans. Met nu 24 punten voorsprong begonnen de coureurs aan de laatste 111,768 kilometers van een lang en enerverend MotoGP-seizoen. Maar dit keer werd het geen enerverende race als het op duels aankwam. Maar wel eentje die bol van de spanning stond. Vooral voor het Martin-kamp. Maar ook nu ging hun zoon, kleinzoon, vriend of held op de juiste manier met de situatie om. Andermaal was het Pecco Bagnaia die de race won met nu Marc Márquez op de tweede plaats. Daardoor verdrong de achtvoudig wereldkampioen alsnog Enea Bastianini (zevende) van de derde plaats in de WK-eindstand. Maar alle aandacht ging in de veertigste en laatste wedstrijd van 2024 uit naar de coureur met startnummer 89. Dat was Jorge Martin, die als derde en zeer geëmotioneerd over de finish kwam. Logisch, want door dit resultaat werd de Spanjaard wel de dertigste coureur in de 76-jarige geschiedenis van het wereldkampioenschap wegracen die zich kampioen in de koningsklasse mag noemen. Bovendien is het ook de eerste keer, dat een winnaar van de Red Bull Rookies Cup (in 2014) dit doet.
Andersom
Er was niemand, die de 26-jarige Spanjaard zijn grootste sportieve succes tot nu toe misgunde. Dat deed ook zijn grootste rivaal, Pecco Bagnaia, niet. Verleden jaar was het de Italiaan die in de finale de titel pakte ten koste van de Spanjaard. Nu was het andersom. Weliswaar won Bagnaia maar liefst elf GP-races tegen Martin slechts drie, het verschil zat hem wat de punten betreft vooral in de Sprints. Beide coureurs wonnen er zeven. Maar Martin scoorde op zaterdag 43 punten meer (171 om 128) dan Bagnaia. Laatstgenoemde was succesvoller op de zondag door in de GP-races 370 punten te scoren tegen 337 voor zijn rivaal. Oftewel 33 punten meer. Dat geeft uiteindelijk een totaalverschil van tien punten in het voordeel van Martin. Van grote invloed blijkt ook het aantal 0-scores te zijn. Door dat acht keer te doen (vijf keer in de Sprint en drie keer in een GP-race) verspeelde Bagnaia 135 punten. Martin (tweemaal gevallen in beide races) verspeelde zo slechts 74 punten. Anders gezegd: de Italiaan was meestal de snellere coureur, de Spanjaard de meer evenwichtiger rijder. En dat laatste gaf dit seizoen de doorslag en zo ontnam Martin Ducati tevens het prestigevolle startnummer 1.
Het grote succes van Jorge Martin was ook het grote succes van Pramac- en teameigenaar Paolo Campinoti, cheftechnicus Daniele Romagnoli en teammanager Gino Borsoi. Want als eersten wonnen zij als satellietteam de MotoGP-wereldtitel bij de coureurs. Verleden jaar hadden ze dat al bij de teams gedaan. Des te frappanter is het, dat dit team na al deze successen uit elkaar valt. Martin en Romagnoli gaan naar Aprilia en Campinoti wisselt na twintig jaar van Ducati naar Yamaha. De reden daarvan is bekend: de komst van Marc Márquez naar het Ducati-fabrieksteam. Maar het was mooi om te zien hoe ondanks de diverse scheidingen de betrokkenen toch nog altijd zeer amicaal met elkaar omgingen en gaan.
Ducati dominatie
Als grootste winnaar van het MotoGP-seizoen 2024 kan echter Ducati worden betiteld. Natuurlijk, het motormerk uit Bologna had ook nu weer met acht rijders verreweg de meeste coureurs aan de start staan. Maar toch, je moet het maar doen. Het meeste respect verdienen racebaas Gigi Dall’Igna en zijn team voor het feit dat ze Pecco Bagnaia en Jorge Martin het hele seizoen hetzelfde materiaal en dezelfde technische ondersteuning hebben gegeven. Ook werden er geen stalorders uitgevaardigd. Dit alles onder het motto: ‘Het is sport, laat de coureurs het onderling maar op de baan uitvechten!’ En dat gebeurde dus. De Ducati-dominantie kan het best in cijfers worden uitgedrukt. Jorge Martin, Pecco Bagnaia, Marc Márquez en Enea Bastianini bezetten niet alleen de eerste vier plaatsen in de eindstand van de titelstrijd, ze wonnen met respectievelijk drie, elf, drie en twee ook negentien van de twintig GP’s. En zeven, zeven, één en twee, zo in totaal zeventien Sprints. Na acht Sprints en veertien GP-races werd het complete podium door Ducati-coureurs ingenomen. Van de in totaal 120 podiumplaatsen gingen er maar liefst 98 naar Ducati-coureurs. Hoogtepunten waren ongetwijfeld de GP van Australië waarin de eerste zes plaatsen naar rijders op een Desmosedici gingen en de Sprint in Thailand waarin de eerste acht plaatsen werden veroverd. Al met al werd het Italiaanse merk voor de derde achtereenvolgende keer wereldkampioen bij de coureurs, voor de vijfde achtereenvolgende keer bij de constructeurs en werden Ducati Lenovo, Prima Pramac Ducati en Gresini Ducati één, twee en drie bij de teams. En wat ook nog genoemd mag worden is het feit dat er in alle veertig races slechts één keer een Desmosedici kapotging. Dat overkwam de GP23 van Marc Márquez tijdens de GP van Indonesië.
Over laatstgenoemde coureur gesproken. Wat hij dit seizoen presteerde kan naast de prestaties van Jorge Martin en Ducati ook uitzonderlijk worden genoemd. Na vier onsuccesvolle, vooral pijnlijke en zo mentaal zeer zware jaren eerst Honda vragen om het contract te ontbinden – en daarmee af te zien van de nodige miljoenen dollars aan salaris – en vervolgens in het Gresini-team aan de slag te gaan met een één jaar oude Ducati. Dan heb je durf. Dit alles met als doel om in de eerste plaats weer plezier in het racen te krijgen en te kijken of het weer mogelijk zou zijn om aan de absolute top terug te keren. Dat laatste gebeurde helemaal in het weekend van 1 en 2 september. Want toen won MM93 op zijn favoriete circuit van Aragón beide races. Daarmee was één van de meest indrukwekkende comebacks in de sport een feit. Maar daar bleef het niet bij. Na nog twee indrukwekkende zeges (in Misano en op Phillip Island), veroverde de 31-jarige Spanjaard in Barcelona ten koste van Enea Bastianini ook nog eens de bronzen medaille in de titelstrijd van 2024. En dat op een GP23. Een mooier afscheidscadeau kon hij het Gresini-team niet geven. Op hun beurt verrasten de leden van deze racefamilie Marc Márquez met een heuse Oscar om hem vervolgens bij zijn lurven te pakken en naar de box van het Ducati Lenovo-team te sjouwen. Want dat is de plek waar vandaan de achtvoudig wereldkampioen in 2025, met Marco Rigamonti als cheftechnicus, alsnog zijn negende wereldtitel hoopt te gaan veroveren.
KTM en Aprilia teleurstellend
Na de vierde plaats van Brad Binder in de MotoGP-eindstand van 2023 had de leiding van het Oostenrijkse merk voor 2024 maar één doel voor ogen. Dat was definitief het gat ten opzichte van Ducati te dichten en de Italiaanse overheerser vervolgens te verslaan. Hoe anders zou het gaan. Want alleen in de openings-Grand Prix van dit seizoen, die van Qatar, wist Binder met twee tweede plaatsen te schitteren. Maar daarna werd het optreden van het prestigieuze Red Bull KTM-fabrieksteam mede door de komst van een nieuw type Michelin-achterband, één grote teleurstelling. Sterker nog, Brad Binder en teammaat Jack Miller wisten hierna geen enkele podiumplaats meer te scoren. En dat in 38 races! De enige die dat nog wel deed, was nota bene de nu 39-jarige testrijder Dani Pedrosa, die in Jerez als derde in de Sprint wist te finishen. Terwijl de afzwaaiende Miller, hij gaat naar Pramac Yamaha, niet verder dan een veertiende plaats in de WK-eindstand wist te komen, deed Binder het minder slecht en eindigde in de eindstand achter vier Ducati-coureurs nog als vijfde. Maar wel met 291 punten (508 om 217) minder dan wereldkampioen Jorge Martin. En dan had de Zuid-Afrikaan ook nog eens het geluk, dat hij in de laatste race van 2024 zijn GasGas ‘merkgenoot’ Pedro Acosta met slechts twee punten verschil van de genoemde vijfde positie wist te verdringen. Naast een algemene financiële crisis bevond de Pierer Mobility Group zich in Barcelona na de kwalificatie ook in een sportieve crisis. Want Binder en Miller mochten er slechts van de achttiende respectievelijk negentiende startplaats vertrekken. Uiteindelijk werd eerstgenoemde na een inhaaljacht nog negende in de Sprint en zesde in de GP-race.
Moto3 eindrapport 2024: recordseizoen voor Collin Veijer en David Alonso
Nee, dan maakte Pedro Acosta dit seizoen als Rookie heel wat meer indruk. De pas 20-jarige Spanjaard scoorde maar liefst negen podiumplaatsen (vier in de Sprint en vijf in de GP-race) op zijn in GasGas-kleuren gespoten KTM RC16. Halverwege het seizoen werden de resultaten van Acosta een stuk minder. Dat kwam omdat hij overbelast raakte door het vele testwerk tijdens een GP-weekend. Nadat hij had aangegeven dit niet langer te willen doen, werden zijn resultaten ook weer beter. Ondanks het feit dat hij in zijn MotoGP-debuutjaar (te) vaak van zijn machine viel en onregelmatig punten scoorde, ziet het ernaar uit dat de talentvolle en razendsnelle Acosta in 2025 als Red Bull KTM-fabrieksrijder de belangrijkste man wordt, die het de Ducati-coureurs echt lastig kan gaan maken. Dat gaat dan gebeuren met de ervaren Aki Ajo als KTM’s nieuwe MotoGP-teammanager. Daarnaast blijft de Fin ook actief als manager van zijn eigen Moto2- en Moto3-team.
In de strijd om de constructeurstitel wist KTM wel de tweede plaats te veroveren. Zij het ver achter Ducati. Dat gebeurde door Aprilia voor te blijven. Ook dit merk stelde in 2024 teleur. Terugkijkend mag het eigenlijk een wonder heten, dat Maverick Viñales zowel de Sprint als de GP-race in Austin wist te winnen. Het zou ook de enige niet-Ducati GP-zege van dit seizoen blijken te zijn. Hoewel hij na vier Sprints op het podium stond, presteerde ook de tweede Aprilia-fabriekscoureur, Aleix Espargaró, ver beneden de verwachtingen. Op zijn thuisbaan deed de in Granollers geboren, dat is dus op een steenworp van het Catalaanse circuit, 35-jarige Spanjaard er alles aan om zijn vriend Jorge Martin (ook zijn opvolger bij Aprilia) aan de wereldtitel te helpen. Na afloop maakte Enea Bastianini zich hier kwaad over, omdat de Italiaan vond dat hij hierdoor werd gehinderd en mede daardoor de derde plaats in de titelstrijd aan Marc Márquez verloor. Espargaró haalde hier z’n schouders over op. Ook al omdat hij na 21 GP-seizoenen en 339 starts (waarvan 255 in de MotoGP) zijn laatste race had gereden. Samen met zijn cheftechnicus Antonio Jiménez en niet te vergeten technisch directeur Romano Albesiano verruilt Espargaró Aprilia voor Honda om als testrijder de RC213V zo snel mogelijk echt competitief te krijgen. Bij Aprilia vertrekken naast genoemde twee technici ook drie van de vier vaste coureurs. Als nieuwkomers zullen wereldkampioen Jorge Martin, die zijn vaste technische man Daniele Romagnoli meeneemt van Pramac Ducati, en Marco Bezzecchi het zeker niet gemakkelijk krijgen bij hun nieuwe werkgever. Ook al omdat Fabiano Sterlacchini (ex-Ducati en KTM) als technisch directeur eveneens nieuw bij Aprilia is.
Moeilijk voor Yamaha en Honda
Dat Yamaha en Honda het in 2024 moeilijk zouden krijgen, was verwacht. Beide Japanse merken waren (en zijn nog steeds) druk bezig met een inhaalslag en trokken daarvoor de nodige nieuwe, veelal Italiaanse, technici aan. Terwijl Yamaha die al heeft, richt ook Honda nu een ontwikkelingscentrum in het noorden van Italië op. Hier krijgt de eerdergenoemde Albesiano de leiding over. Bovendien krijgt Luca Marini, die in 2024 slechts veertien WK-punten scoorde, met Christian Pupulin een nieuwe en ervaren cheftechnicus. Eerder werkte deze Italiaan namelijk bij Ducati en KTM met Jack Miller. Van de vier Honda-coureurs deed Johann Zarco het dit seizoen nog het beste. Dat het nodige testwerk langzamerhand zijn vruchten begint af te werpen, werd niet alleen door de Fransman beaamd, hij liet het op de baan ook zien. In de tweede helft van het seizoen wist hij zich een aantal keren direct voor Q2 te plaatsen en kon hij ook het gevecht aangaan met de rijders in het middenveld. Een mooi voorbeeld is een vergelijking tussen de Grand Prix, die 26 mei op het circuit van Barcelona werd verreden en die van 17 november. Beide keren heette de winnaar Pecco Bagnaia. Hij deed dat eind mei in 40’11,726 minuten en half november, mede door de lagere temperaturen, in 40’24,740. Tijdens de eerste race over 111,768 kilometer verloor Zarco bijna 35 seconden op de winnaar, nu waren dat er een kleine twintig seconden. Hoewel Ducati nog altijd oppermachtig was (en is), verbeterden ook de andere drie fabrikanten zich ten opzichte van het Italiaanse merk. Aprilia was met Aleix Espargaró vijf seconden sneller. KTM met Brad Binder ruim elf seconden en Yamaha met Fabio Quartararo een kleine tien seconden. Feit is wel, dat Honda ook in 2024 als laatste bij de constructeurs eindigde. Er is dus nog heel veel werk aan de winkel. Voordeel voor Honda – en ook Yamaha – is dat zij de komende en ook laatste twee jaren van de huidige 1000cc-motoren volop door kunnen gaan met de ontwikkeling ervan. Dit in tegenstelling tot Ducati. Ondanks het feit dat het technisch reglement voor 2027 helemaal op de schop gaat, werkt Yamaha volop aan de ontwikkeling van een V4-motor, die volgend jaar zijn debuut moet maken. Ongetwijfeld werkt de komst van Prima Pramac als satellietteam, met als rijders de ervaren rotten Miguel Oliveira en Jack Miller, positief wat de technische ontwikkeling betreft. Iets dat in de eerste plaats Fabio Quartararo goed zal doen. Want de wereldkampioen van 2021, die nog altijd als één van de grootste racetalenten te boek staat, reed ook dit seizoen in het middenveld rond en werd slechts WK-dertiende. Dit tot groot verdriet van in de eerste plaats de Managing Director van Yamaha Racing Lin Jarvis. Want die gaat na 26 jaar deze positie te hebben bekleed met pensioen.
Foto’s: Henk Keulemans, ANP en MotoGP.com.
Uitslagen MotoGP
Sprint Barcelona |
1.Pecco Bagnaia (I), Ducati, 20.03,173; 2. Enea Bastianini (I), Ducati, +0,942; 3. Jorge Martin (E), Ducati, 1,270; 4. Aleix Espargaró (E), Aprilia; + 1,857; 5. Alex Márquez (E), Ducati, +1,942; 6. Franco Morbidelli (I), Ducati, +5,263; 7. Marc Márquez (E), Ducati, +5,303; 8. Marco Bezzecchi (I), Ducati, +5,507; 9. Brad Binder (ZAF), KTM, +5,573. |
- 12 ronden = 55,884 km
- Racegemiddelde winnaar: 167,2 km/u
MotoGP Barcelona |
1. Bagnaia, 40.24,740; 2. M. Márquez, +1,474; 3. Martin, +3,810; 4. Alex Márquez, +5,322; 5. Espargaró, +5,753; 6. Binder, +7,081; 7. Bastianini, +7,393; 8. Morbidelli, +8,709; 9. Bezzecchi, +10,484; 10. Pedro Acosta (E), KTM, +10,618; 11. Fabio Quartarao (F), Yamaha, +10,756; 12. Miguel Oliveira (POR), Aprilia, +13,464; 13. Jack Miller (AUS), KTM, +14,560; 14. Johann Zarco (F), Honda, +19,469; 15. Maverick Viñales (E), Aprilia, +22,195. |
- 24 ronden = 111,768 km
- Racegemiddelde winnaar: 165,9 km/u
- Snelste ronde (4e): M. Marquez, 1.40,088 = 167,5 km/u
Eindstand MotoGP na 40 races
Positie | Naam | Team | Punten |
---|---|---|---|
1 | Jorge Martin | Ducati | 508 |
2 | Francesco Bagnaia | Ducati | 498 |
3 | Marc Márquez | Ducati | 392 |
4 | Enea Bastianini | Ducati | 386 |
5 | Brad Binder | KTM | 217 |
6 | Pedro Acosta | KTM | 215 |
7 | Maverick Viñales | Aprilia | 190 |
8 | Alex Márquez | Ducati | 173 |
9 | Franco Morbidelli | Ducati | 173 |
10 | Fabio Di Giannantonio | Ducati | 165 |
11 | Aleix Espargaró | Aprilia | 163 |
12 | Marco Bezzecchi | Ducati | 153 |
13 | Fabio Quartararo | Yamaha | 113 |
14 | Jack Miller | KTM | 87 |
15 | Miguel Oliveira | Aprilia | 75 |
Marc Márquez valkoning af
Niet Marc Márquez maar rookie Pedro Acosta heeft de twijfelachtige eer de valkoning van de MotoGP in 2024 te zijn. De 20-jarige Spaanse coureur ging het afgelopen GP-seizoen maar liefst 28 keer met zijn GasGas onderuit. In de afgelopen jaren was het steevast Marc Márquez die met zijn Honda dit klassement aanvoerde. Na zijn overstap van Honda naar Ducati kwam de zesvoudig MotoGP-wereldkampioen met zijn nieuwe wapen, een Ducati Desmosedici GP23, dit seizoen toch ook 24 keer ten val. Daarmee eindigde MM93 achter zijn landgenoot Acosta als tweede in het valklassement. De MotoGP-coureur, die in 2024 het minst onderuit ging, was de opvolger van Marc Márquez in het Repsol Honda-team, Luca Marini. De Italiaan kwam in twintig Sprints en twintig GP-races slechts vier keer ten val. Hieronder een overzicht van het aantal valpartijen van Marc Márquez in twaalf GP-seizoenen.
Jaar | Merk | GP’s + Sprints | Valpartijen |
---|---|---|---|
2013 | Honda | 18 | 15 |
2014 | Honda | 18 | 11 |
2015 | Honda | 18 | 13 |
2016 | Honda | 18 | 17 |
2017 | Honda | 18 | 27 |
2018 | Honda | 19 | 23 |
2019 | Honda | 19 | 14 |
2020 | Honda | 1 | 2 |
2021 | Honda | 14 | 22 |
2022 | Honda | 12 | 18 |
2023 | Honda | 15 + 14 | 29 |
2024 | Ducati | 20 + 20 | 24 |
Totaal | 190 + 34 | 215 |