In de enerverende tweestrijd om de 2024 MotoGP-wereldtitel was het wachten op wie de volgende fout zou maken. Dat werd Pecco Bagnaia tijdens de Sprint in Maleisië. Door een val van de wereldkampioen kwam zijn grote tegenstrever Jorge Martin in een zetel te zitten om de titel van de Italiaan over te nemen. De Spanjaard won de Sprint in Sepang. Maar een getergde Bagnaia sloeg terug in de GP-race zodat de beslissing toch tijdens de finale, die in plaats van Valencia in Barcelona zal worden verreden, moet vallen.
Na de Grote Prijs van Japan wachtte het GP-circus een uiterst intensief drieluik. In een tijdbestek van slechts achttien dagen moesten namelijk de GP’s van Australië, Thailand en Maleisië worden afgewerkt. Voor de betrokkenen, als eersten de coureurs, was dat niet alleen mentaal maar vooral ook lichamelijk een zware beproeving. Want er moest niet alleen veel gewacht, gevlogen en gereden worden, ook kreeg men te maken met verschillende tijdzones en vooral ook weersomstandigheden. Zo kon de temperatuur op Phillip Island minder dan tien graden bedragen en die in Buriram en Sepang oplopen tot dik boven de dertig in combinatie met een hoge luchtvochtigheidsgraad.
MotoGP Japan 2024: Ducati domineert in Honda-land
Logistiek gezien stonden ook de vervoerders voor een enorme uitdaging. Want vanaf het rennerskwartier op Phillip Island moest al het materiaal met trucks naar het vliegveld van Melbourne worden gebracht. Een afstand van 175 kilometer. Vervolgens ging het door de lucht naar Bangkok, waarna andermaal een reis per truck begon, maar nu over maar liefst 400 kilometer. Mede door alle opgedane ervaring uit het verleden verliep dit alles zeer gladjes. Na de races in Buriram werd alle vracht weer naar Bangkok gebracht waarna de vlucht naar Maleisië volgde. Geland werd op Kuala Lumpur International Airport. Het grote voordeel hierbij was dat het Sepang International Circuit op een steenworp van deze luchthaven ligt.
Een drieluik als deze (en dan ook nog eens in de beslissende fase van de titelstrijd) zorgt ervoor dat de mentale druk bij de coureurs enorm hoog is. Want één valpartij, met eventueel ook nog een blessure als gevolg, kan funest zijn. In dit geval gold dat in de eerste plaats voor de twee belangrijkste titelkandidaten, Jorge Martin en Pecco Bagnaia.
Spektakel door Marc Márquez
Iemand die dit alles niet kon overkomen, was Miguel Oliveira. Want de Portugese Aprilia-coureur moest na zijn val in Indonesië aan zijn gebroken rechterpols worden geopereerd en was derhalve niet fit om aan deze drie GP’s deel te nemen. Het mocht een wonder heten dat ook Maverick Viñales en Marco Bezzecchi niet vroegtijdig werden uitgeschakeld, want tijdens de Sprint op Phillip Island reed de Italiaan met zijn Ducati met een snelheid van zo’n 300 km/uur tegen de achterkant van de Aprilia van de Spanjaard. De klap was hevig, maar wonder boven wonder waren de gevolgen voor beide coureurs dermate klein dat ze zelfs beiden de volgende dag toch ook in de GP van Australië van start konden gaan. De Sprint op Phillip Island leverde een overwinning op voor een oppermachtige van pole vertrokken Jorge Martin. Maar degene die voor het meeste spektakel zorgde was andermaal Marc Márquez. Na pas als achtste uit de eerste bocht te zijn gekomen finishte de Spanjaard nog als tweede voor Enea Bastianini en de teleurstellende Pecco Bagnaia. Daarmee werd andermaal duidelijk dat er bij Ducati geen teamorders van kracht waren.
Deze race verliep dramatisch voor de rijders van de toch al in zwaar weer verkerende Pierer Mobility Group. Want niet alleen de KTM-coureurs Brad Binder en thuisrijder Jack Miller kwamen ten val, maar ook GasGas-coureur Pedro Acosta. Voor laatstgenoemde betekende het zelfs het einde van deze Australische GP vanwege een zware schouderblessure.
Een dag later was het opnieuw Marc Márquez die voor spektakel zorgde. Nu begon het al bij de start. Want een weggeworpen tear-off-vizier kwam precies onder het achterwiel van zijn Gresini Ducati terecht. Met als gevolg een unieke “burn-out start” en pas een dertiende plaats na de eerste bocht. Maar dat dit voor de achtvoudig wereldkampioen geen probleem hoeft te zijn, bleek al snel. In misschien wel één van de beste races uit zijn carrière liet MM93 zien wat voor een uitzonderlijk talent hij nog altijd is. Op zijn “oude” Ducati GP23 passeerde hij al zijn voorliggers en boekte zo de 88e GP-zege uit zijn carrière. Even leek het er nog op, dat Jorge Martin het duel met zijn landgenoot wilde aangaan, maar de WK-leider koos verstandig eieren voor zijn geld en stelde zich tevreden met de twintig punten behorende bij de tweede plaats. Hierdoor liep Martin andermaal vier punten uit op de als derde geëindigde Pecco Bagnaia.
De regerend wereldkampioen, die dit weekend bepaald niet in beste doen was, klaagde andermaal over afstellings- en zo bandenproblemen. Op de finish bedroeg de achterstand van Bagnaia op de winnaar zelfs tien seconden. Een zo grote achterstand was lange tijd niet voorgekomen voor de rijder met startnummer 1, die Phillip Island dan ook wat terneergeslagen verliet. Want met nog drie GP-weekenden voor de boeg was het verschil tussen de twee belangrijkste titelkandidaten zo weer gegroeid van tien naar twintig punten in het voordeel van Jorge Martin.
Compleet anders
Vijf dagen later werden de coureurs in het Thaise Buriram met compleet andere omstandigheden geconfronteerd dan op Phillip Island. Daar waren trouwens de eerste zes plaatsen in de GP-race voor Ducati-coureurs. En de overmacht van het Italiaanse merk zou in Thailand nog groter worden… Gelukkig was Pedro Acosta weer van de partij, want het leek erop dat de jonge Spanjaard zo’n beetje de enige was die iets tegen het Ducati-geweld kon ondernemen. De uitkomst van de kwalificatie voor de Grote Prijs van Thailand was onthutsend voor de concurrenten van het merk uit Borgo Panigale (Bologna). Want terwijl alle acht Desmosedici-rijders zich bij de eerste elf wisten te kwalificeren werd het Q2-veld verder compleet gemaakt door één Yamaha (Fabio Quartararo als zesde), één KTM/GasGas (Pedro Acosta als achtste), één Aprilia (Maverick Viñales als tiende) en één Honda (Johann Zarco als twaalfde).
Toch wel verrassend toonde Pecco Bagnaia zich de allersnelste (met een absoluut ronderecord) en pakte zo de pole. Daarmee leek de titelhouder de teleurstelling van Phillip Island achter zich te hebben gelaten. Bovendien kwamen niet alleen Franco Morbidelli en Johann Zarco in deze sessie ten val, maar ook Bagnaia’s grootste concurrenten Marc Márquez en Jorge Martin. Laatstgenoemde zorgde er bij de start van de Sprint voor dat de tweede Ducati-fabriekscoureur, Enea Bastianini, kon ontsnappen. Door te laat te remmen werd Martin in de eerste bocht gedwongen wijd te gaan. Iets waar ook Bagnaia het slachtoffer van werd. Terwijl de foutloos rijdende Bastianini knap uit de greep van zijn Ducati-merkgenoten bleef, werd Martin tweede voor Bagnaia en Marc Márquez. Vervolgens zorgden de overige vier Ducati-coureurs ervoor dat alle acht rijders van dit merk de eerste acht plaatsen bezetten. En dat was een heugelijke mijlpaal voor in de eerste plaats Ducati Corse-baas Gigi Dall’Igna. Het laatste puntje in deze Sprint ging naar Brad Binder, de KTM-coureur die verleden jaar in Buriram nog knokte om de zege met Bagnaia en Martin.
Een complete weersomslag zorgde ervoor dat de wedstrijdcondities op zondag in Thailand compleet anders waren. Nu moest er namelijk op een natte baan om de punten worden geknokt. En dat was iets waar met name Marc Márquez zich op had verheugd. Dat de spanning nu toch wel steeds meer een rol ging spelen voor Jorge Martin bleek opnieuw. Want in de beginfase van de GP-race raakte hij door een stuurfout de leiding in de race kwijt aan zijn grote concurrent Pecco Bagnaia. Wat de wereldkampioen vanaf dat moment presteerde was uitzonderlijk knap te noemen. Onder zeer moeilijke omstandigheden en met een constant aanvallende Marc Márquez aan zijn achterwiel bleef hij rustig en foutloos. Dat laatste kon niet van Márquez worden gezegd, want die ging onderuit. De Gresini-coureur was de snelste man op de spekgladde baan, maar had dit keer te weinig geduld. Zo boekte Bagnaia zeker uit mentaal oogpunt een heel belangrijke zege.
Martin werd tweede voor Pedro Acosta. Na vijf opeenvolgende racecrashes stond de rookie daarmee andermaal op het podium. En dat nadat het uitzonderlijke racetalent twee felle duels met zijn KTM-“merkgenoten” Jack Miller (vijfde) en Brad Binder (zesde) in zijn voordeel had weten te beslissen. Fabio Quartararo (Yamaha) leek in de regen ook heel sterk, maar werd onderuit gereden door Franco Morbidelli (Ducati), die even daarna zelf ook ten val kwam. Dat deden Marco Bezzecchi en Enea Bastianini eveneens. Maar net als Marc Márquez (elfde) passeerde de winnaar van de Sprint als veertiende nog wel de finish.
Voor de knap als vierde geëindigde Fabio Di Giannantonio was het de laatste race van dit seizoen, want de 26-jarige Italiaan liet zich hierna opereren aan zijn in Oostenrijk geblesseerde schouder om zo volledig fit aan het seizoen 2025 te kunnen beginnen. Binnen het VR46-team werd Andrea Iannone zijn vervanger. Daarmee maakte deze Italiaan, nadat hij exact vijf jaar geleden in Maleisië was betrapt op het gebruik van doping (en voor vier jaar werd geschorst), zijn MotoGP-rentree. Dat gebeurde mede op voorspraak van Ducati-racebaas Dall’Igna, die niet vergeten was welke coureur hem in 2016 in Oostenrijk zijn eerste MotoGP-zege bezorgde.
Respect en val voor Bagnaia
Al met al was daarmee het aantal titelkandidaten teruggebracht tot twee: Jorge Martin en Pecco Bagnaia. Met een verschil van nu zeventien punten werd de reis van Thailand naar Maleisië aanvaard. In theorie kwam het erop neer dat bij de laatste vier races (twee Sprints en twee GP’s) bij vier keer winst van Bagnaia Martin aan vier tweede plaatsen genoeg zou hebben om de wereldtitel (met één punt verschil!) van zijn Ducati-merkgenoot over te nemen.
Maar dat theorie en praktijk totaal twee verschillende zaken kunnen zijn, was en is ook bekend. Want daar waren niet alleen Marc Márquez en Enea Bastianini (samen in duel om de derde plaats in het kampioenschap), die een rol in de titelstrijd konden spelen, maar ook het nieuws van de natuurramp die Valencia en omgeving had getroffen. En dat was juist de plaats waar de finale van dit enerverende MotoGP-seizoen moest plaatsvinden. Lange tijd was onduidelijk hoe de FIM en Dorna met de situatie wilden omgaan. Uiteindelijk was het Pecco Bagnaia die met een duidelijk statement kwam door te verklaren dat hij onder de gegeven omstandigheden niet in Valencia wilde racen. Ook al zou hem dat de wereldtitel kosten. Met deze uitspraak dwong de tweevoudig MotoGP-wereldkampioen heel, heel veel respect af. Hij deed iets wat met name de Spaanse coureurs niet hadden durven te doen. Nadat de gezagsdragers van Valencia hadden aangegeven de Grand Prix niet door te willen laten gaan plus de woorden van Bagnaia gingen ook Dorna en de FIM overstag en werd de geplande finale in Valencia afgeblazen.
Vervolgens deed de Italiaanse Ducati-coureur ook op de baan van zich spreken. Al in Q2 kwam het tot een fantastisch duel tussen de twee titelkandidaten. Na twee heel snelle (record)ronden van Martin, counterde Bagnaia op ijzersterke wijze met een tijd van 1.56,337, een absoluut ronderecord voor het circuit van Sepang. Daarmee was hij 0,216 seconde sneller dan Martin en maar liefst 0,938 seconde sneller dan nummer drie, Alex Márquez. Maar de druk op de schouders van de titelhouder was en bleef ontzettend groot, want hij wist dat een eventuele val funest zou kunnen zijn. Een kleine vier uur na het net genoemde hoogstandje overkwam Bagnaia dat prompt tijdens de Sprint. Nadat de Italiaan in de eerste bocht de leiding aan Martin had moeten laten, ging hij in derde ronde vlak achter zijn concurrent liggend in bocht negen volkomen onverwacht onderuit. Dat gebeurde op relatief lage snelheid door een hobbel in het asfalt, die de titelhouder in de vele ronden ervoor geen enkel probleem had opgeleverd. Daarom was de desillusie voor de Italiaan en het Lenovo Ducati-fabrieksteam des te groter. Natuurlijk liet Martin zich de gegeven kans niet ontnemen. De Prima Pramac Ducati-coureur won niet alleen de Sprint voor Marc Márquez en Enea Bastianini, maar maakte vooral een reuze stap richting de wereldtitel.
Beslissing uitgesteld
Met nu een verschil van 29 punten (465 om 436) begonnen de twee titelkandidaten in Maleisië aan de Grand Prix. Dat betekende dat om zijn kansen in leven te houden Bagnaia bij winst van Martin tweede moest worden. De titelhouder verklaarde na zijn val in de Sprint in de GP-race volledig voor de winst te gaan. En dat deed hij ook. Terwijl de twee hoofrolspelers elkaar na de start bij het insteken van de eerste bocht raakten, deed zich achter hun ruggen een massale valpartij voor. Met als gevolg een rode vlag. Het was Brad Binder die in de fout was gegaan, waardoor ook Jack Miller en Fabio Quatararo ten val kwamen.
Zonder de beide KTM-coureurs kwam het tot een herstart over negentien ronden. Bij een temperatuur van 34 graden volgden drie sensationele “oververhitte” ronden waarin de twee titelkandidaten elkaar meerdere keren passeerden. Toen de zaak enigszins was afgekoeld, bleek Bagnaia aan het langste eind te hebben getrokken. Achter de twee snelste coureurs van dit moment waren inmiddels Joan Mir, Franco Morbidelli en Marc Márquez (op dat moment derde) onderuit geschoven. Duidelijk was dat Bagnaia niet zomaar afscheid van zijn titel wilde nemen. Op meesterlijke wijze wist hij het verzet van Martin te breken om zo niet alleen de GP van Maleisië te winnen, maar ook om de beslissing uit te stellen. Voor de finale, die dus niet in Valencia maar in Barcelona zal plaatsvinden, heeft de Spaanse Ducati-coureur nu 24 punten voorsprong op zijn Italiaanse merkgenoot. Als Jorge Martin in Montmeló de Sprint wint, is de wereldtitel voor hem. Maar zover is het nog lang niet! Zeker niet voor Pecco Bagnaia.
Foto’s: Keulemans, ANP en MotoGP.com
MotoGP uitslagen
Sprint Australië |
1. Jorge Martin (E), Ducati, 19.13,301; 2. Marc Márquez (E), Ducati, +1,520; 3. Enea Bastianini (I), Ducati, +4,368; 4. Pecco Bagnaia (I), Ducati, +6,879; 5. Franco Morbidelli (I), Ducati, +9,623; 6. Raul Fernandez (E), Aprilia,15,249; 7. Fabio Di Giannantonio (I), Ducati, +15,905; 8. Aleix Espargaró (E), Aprilia, +19,280; 9. Augusto Fernandez (E), KTM, +21,126. |
- 13 ronden = 57,824 km
- Racegemiddelde winnaar: 180,4 km/u
MotoGP Australië |
1. M. Márquez, 39.47,702; 2. Martin, +0,997; 3. Bagnaia, +10,100; 4. Di Giannantonio, +12,997; 5. Bastianini, +13,310; 6. Morbidelli, +15,434; 7. Brad Binder (ZA), KTM, +15,450; 8. Maverick Viñales (E), Aprilia, +16,636; 9. Fabio Quartararo (F), Yamaha, +18,757; 10. R. Fernandez, +19,345; 11. Jack Miller (AUS), KTM, +19,932; 12. Johann Zarco (F), Honda, +20,295; 13. Alex Rins (E), Yamaha, +22,210; 14. Luca Marini (I), Honda, +24,239; 15. Alex Márquez (E), Ducati, +24,591. |
- 27 ronden = 120,096 km
- Racegemiddelde winnaar: 181,0 km/u
- Snelste ronde (9e): M. Marquez, 1.27,765 = 182,4 km/u (record)
Sprint Thailand |
1. Bastianini, 19.31,131; 2. Martin, +1,357; 3. Bagnaia, +2,372; 4. M. Márquez, +5,402; 5. Alex Márquez (E), Ducati, +10,140; 6. Morbidelli, +11,087; 7. Marco Bezzecchi (I), Ducati, +11,538; 8. Di Giannantonio, +11,680; 9. Binder, +13,692. |
- 13 ronden = 59,202 km
- Racegemiddelde winnaar: 181,9 km/u
MotoGP Thailand |
1. Bagnaia, 43.38,108; 2. Martin, +2,905; 3. Pedro Acosta (E), KTM, +3,800; 4. Di Giannantonio, +4,636; 5 Miller, +5,532; 6. Binder, +5,898; 7. Viñales, +8,498; 8. Zarco, +17,672; 9. Espargaró, +18,588; 10. A. Márquez, +21,163; 11. M. Márquez, +22,252; 12. Marini, +22,859; 13. Takaaki Nakagami (J), Honda, +24,531; 14. Bastianini, +27,090; 15. Joan Mir (E), Honda, +30,870. |
- 26 ronden = 118,404 km
- Racegemiddelde winnaar: 162,8 km/u
- Snelste ronde (17e): Di Giannantonio, 1.39,576 = 164,6 km/u
Sprint Maleisië |
1. Martin, 19.49,230; 2. M. Márquez, +0,913; 3. Bastianini, +2,010; 4. A. Márquez, +6,575; 5. Quatararo, +7,917; 6. Morbidelli, +8,957; 7. Binder, +11,015; 8. Miller, +11,834; 9. Acosta, +12,091. |
- 10 ronden = 55,430 km
- Racegemiddelde winnaar: 167,7 km/u
MotoGP Maleisië |
1. Bagnaia, 38.04,563; 2. Martin, +3,141; 3. Bastianini, +10,484; 4. A. Márquez, +12,230; 5. Acosta, +13,699; 6. Quatararo, +16,245; 7. Viñales, +19,447; 8. Rins, +20,611; 9. Bezzecchi, +21,994; 10. A. Fernandez, +22,174; 11. Zarco, +25,625; 12. M. Márquez, +27,276; 13. Espargaró, +27,604; 14. Morbidelli, +27,949; 15. Marini, +28,838. |
- 19 ronden = 105,3117 KM
- Racegemiddelde winnaar: 165,9 km/u
- Snelste ronde (5e): Bagnaia, 1.59,118 km/u
Stand MotoGP na 38 van 40 races
Positie | Naam | Team | Punten |
---|---|---|---|
1 | Jorge Martin | Ducati | 485 |
2 | Francesco Bagnaia | Ducati | 461 |
3 | Marc Márquez | Ducati | 369 |
4 | Enea Bastianini | Ducati | 368 |
5 | Pedro Acosta | KTM | 209 |
6 | Brad Binder | KTM | 206 |
7 | Maverick Viñales | Aprilia | 189 |
8 | Fabio Di Giannantonio | Ducati | 165 |
9 | Franco Morbidelli | Ducati | 161 |
10 | Alex Márquez | Ducati | 155 |
11 | Aleix Espargaró | Aprilia | 146 |
12 | Marco Bezzecchi | Ducati | 144 |
13 | Fabio Quartararo | Yamaha | 108 |
14 | Jack Miller | KTM | 84 |
15 | Miguel Oliveira | Aprilia | 71 |