Op de eerste ronde na, moest Marc Márquez de rest van het seizoen thuis zitten vanwege de blessure aan zijn rechterarm. Zelf geeft hij aan dat zijn doelen voor 2020 heel anders waren.
Marc Márquez weet nog steeds niet wanneer hij zal terugkeren naar de circuit, het herstel van de breuk opgelopen in de eerste GP seizoen is ingewikkelder dan verwacht. Nu is het tijd voor reflectie: ‘Ik hou er niet van om na te denken over hoe ik een titel zal vieren. Maar elk jaar begin ik te denken aan winnen. In feite dacht ik dat ik dit jaar de negende titel zou winnen, maar dat kwam niet uit. We zullen zien volgend jaar. Ik herstel van mijn blessure en heb zin in de gevechten op het circuit.’
Zijn mooiste overwinning
Denkend aan zijn carrière, zegt de Spanjaard dat de overwinning in 2010 in Estoril in de 125 cc de meest ongelooflijke was: ‘Nu is de tijd om het goede te onthouden en in die race zat alles. Veel mensen herinneren zich die race meer dan de titel zelf. Sommige mensen van andere teams hielpen mijn monteurs met het repareren van de motor. Ik begon als laatste en won toch de wedstrijd om de titel. Ik denk dat dit kon omdat ik me er totaal niet van bewust was dat ik voor een wereldkampioenschap vocht. Ik reed eigenlijk gewoon op een motor.’
Rossi: ‘2e helft van mijn carrière staat op het punt te beginnen’
2012 was ook een jaar vol spannende momenten en de Márquez herinnert zich: ‘Ik kwam in Qatar aan na een zeer moeilijke winter waarin ik problemen had met mijn gezichtsvermogen. Ook nadat ik was geopereerd wist ik niet dat ik weer kon gaan racen. Met gemengde gevoelens kwam opdagen bij de eerste race en won. Maar mijn mooiste herinnering aan dat jaar is ook de laatste race in Valencia. Door een penalty begon ik als laatste, het circuit was nat en toch slaagde ik erin om te winnen. Het was het beste afscheid dat ik kon geven aan de middenklasse.’
Het beste jaar van Marc Márquez
Zijn beste jaar was 2014: ‘Er waren geweldige momenten omdat ik 13 races won, waaronder 10 op een rij. Het was een ongelooflijk jaar. Alles was gemakkelijk voor mij, ik voelde geen druk en het was ook een jaar waarin de motor precies deed wat ik wilde. We waren onze rivalen steeds een stap voor en daardoor kon ik veel wedstrijden winnen. De mooiste was in Montmeló, waar zowel mijn broer als ik een onvergetelijk weekend hebben gehad.’