Fotografie Damon Teerink
Er is veel veranderd bij RW Racing GP in 2022. De NTS is vervangen door een Kalex. Verder is daar natuurlijk de komst van de 16-jarige Zonta van den Goorbergh naast de 17-jarige Barry Baltus, waardoor de Nederlandse equipe een waar opleidingsteam is geworden. Tijd om teammanager Jarno Janssen voorafgaand aan de race in Qatar over deze onderwerpen – en meer – aan de tand te voelen.
Jarno, waarom wordt 2022 een beter jaar voor RW Racing GP dan 2021?
‘Ik kan niet in de toekomst kijken, maar we hebben als team en met de rijders een goede voorbereiding gedraaid. Daarnaast wordt het een beter jaar, omdat we hopelijk in de naweeën van de Covid-perikelen zitten. Iets wat belangrijk is voor ons als team en natuurlijk de hele wereld. Het is een hard gelag om bijna twee jaar te racen met weinig tot geen publiek, waarbij we ook niet de kans hadden om onze partners op het circuit te verwelkomen. Dan blijkt dat het erg fragiel is wat we aan het doen zijn.’
Moto2 Qatar: Celestino Vietti oppermachtig in Qatar
Hoe is de overgang deze winter van NTS naar Kalex verlopen?
‘Het is de juiste beslissing geweest om deze overstap te maken. We hebben het voor de rijders gedaan, zodat ze over hetzelfde materiaal als praktisch het hele veld kunnen beschikken. Van de dertig coureurs rijden er in 2022 26 met Kalex. Nu kunnen de coureurs het verschil maken. Voor toprijders kan dit soms best confronterend zijn, want wanneer er niet gepresteerd wordt, kunnen die aan zichzelf gaan twijfelen. Daar hebben wij met twee zeer jonge coureurs geen last van. Ieder resultaat is een goed resultaat in 2022. Qua werken binnen het team is er weinig veranderd, want we hebben in 2017 ook met Kalex gereden.’
Kalex heeft voor dit seizoen een nieuw frame, aerodynamica en swingarm beschikbaar. Rijden jullie hier ook mee?
‘Wij rijden met het 2021-Kalex-frame, dat gelijk is aan het seizoen 2020 omdat de ontwikkeling was bevroren. Deze spullen hebben we eind vorig jaar overgenomen van een ander team. Het nieuwe Kalex-frame is wel voor iedereen beschikbaar, maar ik heb van diverse teams en rijders al gehoord dat de verschillen minimaal zijn.’
Je hebt twee jonge gemotiveerde coureurs. Wat mogen we van hen verwachten?
‘We hebben in februari zeven dagen getest, dat is meer dan gemiddeld. We hebben onze trainingsdagen maximaal gebruikt onder goede omstandigheden. Dat was ook nodig voor onze rijders om een goed gevoel met de motor te krijgen. Voor Barry (Baltus) was het even wennen, want de Kalex reageert anders dan de NTS. Dat resulteerde in twee flinke crashes. De Kalex is in basis wat gebruiksvriendelijker, meer een allemansvriend. De NTS was heel erg goed in een bepaalde range, alleen in een GP-weekend heb je maar zeer kort de tijd om die te vinden. Maar ook met een Kalex geldt nog steeds dat iedereen zich de ballen uit de broek moet rijden om tot een resultaat te komen, zo ook voor Barry. Zonta (van den Goorbergh) heeft mij erg verrast in de progressie die hij heeft laten zien. Ook in de racesimulaties. Zonta heeft een mooie basis gevonden van waaruit hij verder kan werken.’
Jouw rijders zijn met 16 en 17 jaar wel erg jong. Maak jij je geen zorgen over het verzamelen van data?
‘We hebben veel ervaren teamleden in onze box. Daarnaast geeft het werken met Kalex op het gebied van data verzamelen ook wat voordelen. Kalex deelt namelijk data met andere teams. Na een training worden de snelste sectortijden van een Kalex-coureur aan elkaar geknoopt, zeg maar de perfecte ronde. Dat kan voor iedere sector een andere rijder zijn. Deze data wordt gedeeld met de Kalex-teams. Dit is een mooie hulptool voor onze rijders om te kijken waar ze tijd verliezen op de snelste rijders.’
Kijkend naar het meerjarenplan. Waar wil je over drie jaar staan?
‘We hebben met de keuze voor twee jonge rijders een duidelijke weg ingeslagen. Het doel is om met deze rijders door te bouwen, dus wie weet rijden ze over een aantal jaar nog wel voor ons. Maar in de racewereld moet je snel kunnen anticiperen op veranderingen. We zijn door onze keuze voor Kalex ook interessanter geworden voor toprijders, want zij nemen niet zo snel de “gok” voor een frame waar er maar weinig van op de grid staan. Dus dat geeft ook mogelijkheden, maar voor nu zijn we zeer tevreden met wat we hebben.’
Uiteindelijk zal er ook gepresteerd moeten gaan worden. Hoe zie jij dat?
‘Voor ons is het dit jaar belangrijk om Barry en Zonta geen druk op te leggen, want dat doen zij toch van zichzelf al wel. Barry was vorig jaar een Moto2-rookie, die naast een aantal goede races ook wat blessures heeft gekend. Wat Barry vorig jaar heeft laten zien, zal hij dit jaar moeten verfijnen en dan zullen de resultaten komen. Vorig jaar zat hij al geregeld net buiten de top-vijftien, dus het zou mooi zijn als hij daarin net wat plaatsen kan winnen. Maar de resultaten van vorig jaar geven geen garanties, want iedereen begint weer opnieuw. Voor Zonta is dat anders. Hij moet gewoon alleen maar progressie maken. Zorgen dat hij iedere sessie weer verbetert. De samenwerking met vader Jurgen verloopt ook erg prettig en ik ben blij om iemand met zo veel ervaring in onze box te hebben.’
NTS is weggevallen als partner. Dat was destijds ook een reddingsboei waarop jullie verder konden. Is het nu nog lastiger om je als Nederlands team staande te houden?
‘Dat is het altijd, maar we hebben een groep trouwe sponsors en partners die achter ons staan. De winter was misschien nog wel moeilijker dan in de voorgaande coronajaren, want we hebben 21 GP’s waarvan er acht buiten Europa zijn. Dat houdt financieel veel voor een team in, denk aan extra kosten voor personeel. Dat terwijl we aan de andere kant onzekerheden hebben. Want kunnen we tijdens de TT Assen weer een groot sponsorevenement organiseren? We hebben er goede hoop op, maar niks is honderd procent zeker. Dat zijn allemaal zaken die deze winter speelden. Maar goed we zijn blij dat we er zijn met ons Nederlandse GP-team met twee jonge talentvolle rijders uit Nederland en België, dat maakt mij trots.’