Marco Bezzecchi (24) is zich aan het ontpoppen tot een publiekslieveling en dat terwijl hij slechts bezig is aan zijn tweede MotoGP-seizoen. De vergelijking met zijn landgenoten Valentino Rossi en ook Marco Simonelli is dan ook snel gemaakt. Bezzecchi werkt zelfs met een deel van de crew van Rossi. Toch zijn er ook zeker verschillen. Bezzecchi is bijvoorbeeld ingetogener dan zijn leermeester. MOTO73 sprak – voorafgaand aan de Nederlandse Grand Prix – exclusief met de rijder, die zich na het evenement de snelste man ooit op het TT Circuit Assen mag noemen.
Foto’s: Henk Keulemans
Alle MotoGP rijders hebben tegenwoordig een assistent. Marco, bij jou is dat je vader en dat is uniek. Kan jij je relatie met hem beschrijven?
‘Mijn vader is bij mij sinds ik begonnen ben met racen. Hij heeft al mijn races gezien. Ook in de Grand Prix is hij altijd bij mij geweest en nu heeft hij de rol van assistent in de MotoGP. We hebben een fantastisch relatie, zowel op het circuit als thuis. We zien elkaar door het drukke programma thuis niet zoveel, maar op de baan maken we dat goed. Het is erg fijn om hem als assistent te hebben. Hij kent mij als geen ander. Hij weet hoe hij mij moet benaderen tijdens negatieve en positieve momenten.’
MotoGP Frankrijk 2023: Marco Bezzecchi: één uit duizend
Maar het blijft ook je vader. Is het soms ook moeilijk om onderscheid tussen deze twee rollen te maken?
‘Nee, voor ons beiden niet. Hij is mijn vader, maar wanneer ik aan het werk ben, kan ik met hem praten als een collega. Als de sessie of het weekend voorbij is, dan is hij gewoon weer mijn vader. Dat gaat heel goed.’
Kan je wat meer vertellen over waar je vandaan komt en hoe je in de motorsport bent gerold?
‘Ik ben opgegroeid in Rimini. Daar woon ik nog steeds en wil ik ook niet weg. Rimini ligt niet ver van Misano en Tavullia, waar Valentino (Rossi) vandaan komt. Mijn ouders hebben een garage. Vroeger toen ik klein was, gingen we op zondag met zijn allen naar een bar om de races te kijken. Motorsport is in ons gebied zeer populair. Toen ik klein was, won Valentino al. In 2004 kreeg ik mijn eerste minibike. Dat was Valentino’s eerste jaar bij Yamaha. Wij besloten om de Polini GP3 blauw te maken met Valentino’s stickers erop. Ik had op dat moment natuurlijk nooit durven dromen dat ik later een rijder van de VR46 Academy en van zijn MotoGP-team zou worden.’
In welke periode van je carrière realiseerde jij je dat je een MotoGP-rijder kon worden?
‘Toen ik in het Italiaans Moto3-kampioenschap kwam te rijden, werd het mijn grootste droom om MotoGP-rijder te worden. Eenmaal in de Grands Prix realiseerde ik mij dat je alleen een MotoGP-rijder kan worden wanneer je in de MotoGP zit. Het is zo lastig om daar te komen. Je moet er enorm hard voor werken.’
In 2016 ben je opgenomen in de VR46 Academy. Hoe is dat tot stand gekomen en zou je zonder Valentino Rossi’s academie ook de MotoGP gehaald hebben?
‘Waarschijnlijk niet. Toen ik in 2015 mijn eerste Grand Prix reed in Qatar, hebben we kort contact gehad. Natuurlijk wilde ik graag bij de academie, maar het is erg lastig om Valentino te bereiken. Hij is een enorme ster in deze wereld. Ik heb hem via een gezamenlijke kennis leren kennen. Diegene heeft mij bij Valentino aanbevolen en bleef er maar over doorgaan. Langzaamaan raakte Valentino overtuigd. Hij ging races van mij bekijken en hij kwam met zijn mensen, zoals Uccio, bij mij om te praten. Dat was halverwege 2015. We hielden contact en ik werd sneller. Uiteindelijk werd ik voor 2016 in de VR46 Academy opgenomen. Voor mij was het een droom die uitkwam. Inmiddels zijn we al langer samen en is hij een hele goede vriend geworden.’
Wat was het beste advies dat je van Valentino Rossi hebt gekregen?
‘Ik heb zoveel advies van hem gekregen. Hij helpt mij op allerlei manieren op en buiten de baan. Wat er allemaal op ons afkomt tijdens een raceweekend en met de druk omgaan. We praten over alles, ik heb niet één specifiek voorbeeld. Maar hij is altijd beschikbaar voor mij en we hebben ieder raceweekend contact, ook als hij niet op het circuit is. Hij heeft op dit moment niet zoveel tijd om naar de races te komen. Maar het is een goed gevoel dat hij er altijd is om mij te steunen.’
Na de TT Assen heb jullie hebben ruim vijf weken zomerstop. Wat zijn je plannen?
‘Ik denk dat ik vooral ga uitrusten. Ik wil niet teveel reizen, want dat doen we al zoveel voor de races. Ik wil tijd doorbrengen met mijn familie, vrienden en mijn vriendin, want tijdens het seizoen is er niet zoveel tijd om hen te zien.’
Welke sporten volg je nog meer naast motorsport?
‘Ik volg allerlei sporten. Als ik er tijd voor heb en er is sport op tv, dan kijk ik ernaar. Motorsport in het algemeen volg ik, ook de Formule 1. Basketbal vind ik tof om naar te kijken, maar voetbal hou ik niet van.’
Je hebt dit jaar, voorafgaand aan de TT Assen, al twee MotoGP-races gewonnen. Wat voor een cijfer geef jij jezelf voor de eerste seizoenshelft?
‘Een zeven. Ik was snel en competitief. Het is mij gelukt om in de eerste zeven evenementen drie podiums te pakken en twee races te winnen. Maar ik heb ook een aantal moeilijkere weekenden gehad. Het lukte wel, behalve in Jerez, om overal een resultaat te behalen. Voor nu geef ik mijzelf een zeven en ik ga ervoor om het in de tweede seizoenshelft nog beter te doen. Hopelijk kan ik met een goed resultaat in Assen er nog een acht van maken.’ (Dat laatste is zeker gelukt, AK)
Hoe Joey Litjens op schoot kwam bij Valentino Rossi
Wat moet je nog verbeteren om overal te kunnen strijden voor de overwinning?
‘Allereerst heb ik nog meer ervaring nodig. Het is pas mijn tweede jaar in de MotoGP. We hebben vergeleken met vorig jaar al een flinke stap gemaakt, toen crashte ik nog te vaak. Bijna iedereen op de grid heeft meer ervaring dan ik. Dat is in de MotoGP heel belangrijk om de motor en de banden te begrijpen, maar ook om de race te managen. In Austin en op de Sachsenring had ik het lastig, maar finishte ik nog wel als zesde en vierde. Natuurlijk zijn er altijd dingen om te verbeteren, zoals aan het begin van de race en in de kwalificatie. Maar in de races ben ik over het algemeen snel. En in sommige weekenden heb je vanaf de eerste sessie een goed gevoel met de motor en dat helpt natuurlijk enorm.’
Met het nieuwe MotoGP-tijdschema in 2023 staan de rijders vanaf vrijdag al onder druk om in de top-tien te staan voor de kwalificatie. Is dit een nadeel voor rijders met minder MotoGP-ervaring?
‘Het is moeilijker om ervaring op te doen, want je moet in kortere tijd het juiste gevoel met de motor zien te vinden. Je moet je gelijk concentreren op snelle rondetijden. De “time attacks” zijn een goede training op de motor en zeker een belangrijk onderdeel van de huidige MotoGP, waar de startplek enorm van belang is. Maar als je verschillende ronden achter elkaar kan rijden, leer je de motor wel beter begrijpen en hoe die reageert in verschillende situaties. Daar is in het huidige format weinig tijd voor. Maar we moeten het ermee doen en ik vind het geen probleem.’
Je bent een populaire coureur en er worden geregeld vergelijkingen gemaakt met Valentino Rossi en Marco Simoncelli. Je krijgt veel aandacht, ook in Nederland, vanwege je karakter, rijstijl en natuurlijk je tweede plek vorig jaar in Assen. Je lijkt een rustige jongen, is die populariteit iets wat je lastig vindt?
‘Ik vind het leuk en waardeer het enorm. Uiteindelijk heb ik het geluk om veel fans te hebben. Het is goed om de mensen te zien die je steunen. Soms in de paddock is het wat lastiger om aandacht te hebben voor de mensen. Zeker in Italië, maar eigenlijk tegenwoordig wel overal. Ik kan vaak geen tijd maken. Niet omdat ik het niet leuk vind, maar omdat we tijdens de racedagen zo druk zijn. Voor mij zou het geen probleem zijn om twintig keer te stoppen wanneer ik vanuit de pitbox naar de hospitality rijdt. Soms moet ik een beetje ontsnappen en ik hoop dat de mensen dat begrijpen.’
Was het een speciaal gevoel om na de tweede plek van vorig jaar in Assen te arriveren?
‘Het is een plek waar ik heel erg graag kom. Allereerst hou ik enorm van het land. Het is er fantastisch, de mensen zijn vriendelijk, de natuur is mooi en je komt weinig auto’s tegen wanneer je met de racefiets onderweg bent. Het is allemaal zeer netjes. Vergeleken met waar ik vandaan kom, is het wel een beetje anders. De circuitingang met de tunnel geeft een speciaal gevoel. Het is een historische baan en dat voel je aan alles. Daarnaast past het circuit erg goed bij mijn rijstijl.’
Je hebt met Robin Spijkers een Nederlandse monteur in je team. Hoe is het om met hem te werken?
‘Hij is naast monteur ook één van mijn vrienden geworden. Zijn werk is heel goed en hij is zeer precies. Hij blijft daarnaast zeer kalm en dat helpt ons ook met veel Italianen en Spanjaarden in de box. Als persoon is hij fantastisch. Ik hoop dat hij tot het einde van mijn carrière bij mij blijft.’
Robin Spijkers over zijn persoonlijke band met Bezzecchi
Robin Spijkers is sinds 2022 monteur van Marco Bezzecchi. De Nederlander is dan ook de aangewezen persoon om wat meer te vertellen over het karakter van de populaire Italiaan. ‘Marco is een hele fijne jongen om mee te werken. Heel open. Hij bouwt een groepje mensen om zich heen en die houdt hij kort bij zich. Hij heeft oprechte interesse in zijn teamleden en bouwt een persoonlijke band met ze op. Met de meeste rijders blijft het bij een professionele band, maar daarin is Marco toch wel anders dan de meeste andere rijders. Hij is dit jaar in zijn rijden veel volwassener geworden. Vorig jaar viel hij vrij vaak. Hij pushte soms voor resultaten die er niet in zaten. Dit jaar kan hij dat beter balanceren. Ik denk oprecht dat hij wereldkampioen gaat worden en dat gaat geen vijf jaar meer duren. Hij is in mijn ogen één van de beste rijders van het moment. Hij doet soms dingen met een motorfiets die eigenlijk niet kunnen, zoals tijdens zijn optreden in de Sprint en race in Argentinië.’
Typo: het is natuurlijk Marco Simoncelli.